P330_331_ Flashcards
(94 cards)
De handbagage
Les bagages à main
De luchtvaartmaatschappij
La compagnie aérienne
De boarding
L’embarquement
De vlucht
Le vol
Landen
Atterrir
Opstijgen
Décoller
Boarden
Embarquer
(De bagage) inchecken
Enregistrer (les bagages)
De bagage ophalen
Récupérer les bagages
Vliegen
Voler
De identiteitskaart
La carte d’identité
De veiligheidscontrole
Le contrôle sûreté
De reisdocumenten
Les documents de voyage
De identiteitspapieren
Les papiers d’identité
De hoogte
L’altitude
De aankomst
L’arrivée
De toestemming
L’autorisation
Het baden, zwemmen
La baignade
Overstappen
Changer de train
Uitstappen
Descendre (du train)
Instappen
Monter dans (le train)
Zijn aansluiting missen
Rater sa correspondance
Zijn aansluiting missen
Rater sa correspondance
Het kompas
La boussole