Paard Flashcards

(205 cards)

1
Q

Isodontie

A

tandformules boven- en onderkaak identiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

anisodontie

A

tandformules boven-en onderkaak ongelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

aftands

A

alle snijtanden zijn gevuld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

schaargebit

A

scheefstaande tanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

snoeksgebit

A

onderbijten = onderkaak langer dan bovenkaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

varkensgebit

A

overbijten = onderkaak korter dan bovenkaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tobiano

A
  • plantenbont
  • niet grillige platen
  • grote oppervlakte wit wat uit de rug lijkt te vertrekken
  • altijd witte beenaftekeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

overo

A
  • bont kleurpatroon
  • omtrek arealen zijn grillig
  • lijkt of wit uitgaat van flanken, buik of benen; kruist rug niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

panterbont

A
  • tijgerbont

- vlekkenpatroon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

schabrak panterbont

A

panterbont met een grote voskleurige zone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

sabino

A
  • uitgebreide stekelharigheid
  • grilling begrenst
  • uitgebreide beenaftekeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

paddenmuil

A

donkere vlekken en stippen rond lippen, neus en mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

melkmuil

A

lippen, neus en mond zijn wit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gesprenkelde melkmuil

A

melkmuil met vlekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

krotenmuil

A

mond, lippen en neus zijn roze gekleurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

meelmuil

A

rondom mondopening roomkleur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wigvormig hoofd

A

smalle en ondiepe neus- en lippenstreek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

ramshoofd

A

profiellijn is bol opgebogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

half ramshoofd

A

neuslijn is bol opgebogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

snoekshoofd

A

profiellijn is hol, ingevallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

oorfistel

A

ectopische (buiten zijn normale ligging), zwevende tand in een cyste die uitmond iets onder de oorbasis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

ezelsoren

A

lang, breed en wijd uiteenstaand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

hazenoren

A

lang, smal en dicht opeenstaand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

muizenoren

A
  • kort

- breed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
loboren
- breed | - horizontaal gedragen
26
koeoren
- breed - laag ingeplant - afhangende punt
27
varkensoren
afhangend langs kaken
28
ringogen
buitenste wit van oogbol is zichtbaar
29
glasogen
iris is lichtblauw of weinig gepigmenteerd
30
valkogen
iris is lichtbruin/eikenhoutkleurig
31
grauwe staar
vertroebeling ooglens
32
blauwe staar
verhoogde oogdruk
33
zwarte staar
verlamming oogzenuw = blind
34
spekoog
zwelling derde ooglid
35
te gevoelige mond
- tong laag in mond | - mondstuk drukt op de lagen
36
te harde mond
- tong hoog in de mond | - mondstuk op ongevoelige tong
37
te verticaal hoofd
bemoeilijkt evenwicht
38
te horizontaal hoofd
- neus in de wind | - voorhand belast
39
sterrenkijker
hoofd te hoog dragen
40
zwanenhals
- dunne hals - holle onderrand - bolle bovenrand
41
spekhals
bolle bovenrand wegens vet
42
varkenshals
- kort - dik - breed
43
verkeerde hals
- omgekeerde zwanenhals = - bolle onderrand - holle bovenrrand
44
hertenhals
- rechte manenkam | - bolle onderrand
45
gebroken hals
duidelijke uitdieping tussen schoft en hals
46
lanssteek
diepte in zijvlak hals (atrofie)
47
ingetrokken hals (voorkomen bij … ?)
bij magere paarden die zwaar moesten werken
48
vena jugularis
halsader; bloedafname
49
scherpe schoft
te weinig gespierd
50
afgesneden schoft
eindigt plots achteraan
51
gespleten schoft
groeve tussen schouderbladen
52
te brede schoft
ver uitstaande boegen
53
geitenborst
- smal - hol - borstbeen achter boegen
54
haviksborst
- smal en mager | - borstbeen voor boegen
55
kippenborst
- breed | - borstbeen voor boegen
56
leeuwenborst
- breed en effen ==> waggelende gang
57
te horizontale schouder
onvoldoende gangen
58
vette, overbeladen schouder
voorhand teveel belast
59
losse schouder
te veel bewegingsvrijheid
60
hazenleger
aan achterkant van schouder ontstaat uitholling
61
voorboegige schouder
boegen steken naar voor ui
62
karperrug
- sterk gespierd - niet voor zadelen - opgebogen rug - makkelijk in hoefijzers kappen
63
zadelrug
doorgezakt in het midden
64
ezelsrug
- zwak gespierd - smal - dakvormig
65
hooibuik of grasbuik
te ver uitpuilend aan beide zijden
66
hangbuik of koebuik
- te ver uitpuilend aan beide zijden | - doorhangend
67
opgeschorte buik
- vb. Engels VB: flanken vol | - vb Trekpaar: flanken hol (= slecht)
68
naar onder gebogen lenden
= ernstig gebrek !
69
wolfslenden
inzakking
70
karperlenden
opgebogen
71
dubbele lenden
sterk gespierd
72
scherpe lenden
schraal gespierd
73
zwakke lenden
waggelende gang
74
lendenzwakte
paar weigert achteruit te stappen en gaat doorbuigen --> verlies van evenwicht
75
spinale ataxie
afwijking hersenstam thv nek --> waggelende gang
76
hongergroef flank
driehoekige verdieping
77
gewelfde flank
bij windzuigers of gist
78
dempigheid
- dubbelslag | - duidelijke schok in de flank met ademen
79
vlak of effen kruis
- verloopt horizontaal | - hoge staartinplanting
80
dakvormig kruis
- zijvlakken zakken af | - middenlijn steekt ui
81
puntig kruis
trapezium achteraan erg smal
82
dubbel, gespleten kruis
middellijn ligt lager dan de 2 zijvlakken
83
rond / appelvormig kruis
afgerond naar achter en zijvlakken
84
ovaal / meloenvormig kruis
alle zijden afgerond, maar breder
85
hoekig kruis
zichtbaar: - heupen - heiligbeen - zitbeenknobbel
86
recht kruis
- broekspieren lengte | - goed voor vluchter
87
hellend kruis
- grote kracht | - goed voor springpaarden
88
schuin kruis
- korte broekspijpen - rug gestrekt - goed voor lastdieren
89
afhangend kruis
- ezelskruis: breed in zitbeen gedeelte | - varkenskruis: smal in zitbeen gedeelte
90
hoekige heupen
- goede beenderontwikkeling | - goede gespierdheid
91
gehoomde heupen
steken sterk uit
92
ronde billen
lange achillespees
93
slecht gebroekt / winhondbillen
te weinig gespierd
94
mouw / dubbelmouw
knieschijfontwrichting aan 1 of 2 kanten
95
kniegewrichtsgal
zwelling aan knirgewricht
96
te hoog ingeplante staart
schoonheidsgebrek
97
konijnenstaart
- te laag ingeplante staart - bij schuin kruis - karperrug
98
rattenstaart
- smalle staartbasis - weinig gespierd - spaarzaam behaard
99
niet gesloten aars
- ouderdom | - zwakte
100
blijvende roos aars
- constante rode kleur | - oorzaak= diarree
101
monorchidie
slechts 1 testikel uitgezakt
102
cryptorchidie
geen tesitkels uitgezakt (= klophengst)
103
hyporchidie
een of beide testikels te klein
104
te groot scrotum
liesbreuk
105
fimosis
kokertop is te eng
106
parafimosis
gehele koker is te eng
107
penisverlamming
penis hangt blijvend uit koker
108
pismerrie
- constant bronstige merrie - afwijkingen eierstokken - onhandelbaar, luidruchtig en urineert veel
109
legger
- op elleboog | - zacht gezwel op top door chronische prikkeling van hiel
110
zwammige knie
te veel onderhuids bindweefsel --> verdikking
111
ronde knie
kort en smal
112
gekroonde knie
littekens
113
knierasp
dwarslopende groeven/ spleten in knieplooi
114
bloedbuil (komt voor bij … ?)
- springpaarden | - paarden die recht komen zoals een rund
115
peesschedegal
uitpuiling vanuit kokers
116
bokbenigheid
knie ligt voor de ideale rechte lijn
117
holle / schaapsknieën
knie ligt achter de ideale rechte lijn
118
X benen
2 knieën te dicht bij elkaar
119
O benen
2 knieën te ver uit elkaar
120
Spillebeen
lange, fijne pijpen
121
ingesnoerde knie
sterke versmalling van de pijp (bij voorknie)
122
sore shin
langwerpig gezwel op voorzijde van de pijp
123
ronde pijp
geen groef tussen pijp en pezen
124
peesklap
scheuring verbindingspees
125
peesontsteking
zwelling en warm
126
peesverkorting
- oorzaak: peesontsteking - elastisch bindweefsel wordt vervangen door niet elastisch - paard gaat steil staan
127
nauw in de kogels
te ver naar binnen ==> strijken
128
wijd in de kogels
te ver uit elkaar
129
strijken
bewegend been raakt voorknie steunbeen
130
laag gekoot kogel
- extensiehoek te klein - koot te schuin - kogel kan grond bijna raken - slijtage pezen
131
steil gekoot
- extensiehoek te groot - snelvoetig en overkoot ==> koot achter pijplijn - geen schokbreking, struikelen, peesklap
132
beervoetigheid
- lijn kroon, koot, hoef staat bovenaan bol | - bolle lijn vanaf profiel gezien, vaak met korte hoef en hoge hielen
133
platvoeten
- te groot - onelegant - strijkwonden
134
te kleine hoeven
te dunnen hoornwand en scheuren gemakkelijk
135
ezelshoeven
smal en lang
136
varkenshoeven
- lang en smal | - eng in de hielen
137
te lange hoeven
belasten hoefkwartieren te veel
138
waterhoef
weke en dunne hoorn
139
droge hoef
- weinig elastisch | - brokkelhoef
140
hoornscheuren
scheuren horizontaal
141
hoornkloven
scheuren verticaal
142
hoornzuil
verticale hoornverdikking
143
holle wand
zool komt los van zachte weefsel
144
rotstraal
- vochtige straal | - stinkt
145
hoefanker
weefselsverval
146
bokkenhoeven
teen en hiel zijn bijna even hoog
147
stelvoeten
bokkenhoeven enkel steunen op teen
148
stomphoeven
teen en voorwand gesteund
149
scheve hoeven
hellen naar binnen of naar buiten
150
spat
- beenwoekeringen | - beroepsziekte dravers
151
hanentred
schokkende overdreven buiging bij vooruitstaken van de sprong
152
koehakkigheid
hielpunten zijn naar binnen gedraaid
153
sabelbenigheid
- gewrichtshoek te klein | - pijp staat schuin en staat achteraan onder zich
154
rechte, steile sprong
gewrichtshoek is te groot
155
bodemwijd
hoeven te ver uit elkaar
156
bodemnauw
hoeven te dicht bij elkaar
157
franse stand
over gans het been, dat een torsie naar buiten vertoont --> gemakkelijk strijken
158
vlaamse stand
over gans het been, dat een torsie naar binnen vertoont --> strijken en biljarden
159
biljarden
bij beweging boog naar buiten ( vlaamse stand)
160
levade
steigerhouding 30°
161
pezade
steigerhouding 45°
162
courbette
verheven voorhand 4 sprongen naar voor op achterhand
163
cabriole
paard springt: - achterbenen gestrekt - voorbenen met een hoek van 90° bij knie
164
schapensprong
rug naar onder buigen, benen naar achteren en naar voren
165
stekende stap
weinig knieactie
166
verkorte stap
soms 1 been
167
scheppen
binnenwaartse boog naar voren (franse stand)
168
kruisen
- schuin naar voren | - wiegende gang
169
drieslag bij draf
benen van 1 van de diagonale paren niet gelijktijdig neergezet
170
gebroken draf
- vermoeide paarden - niet meer isochroon - komen kort na elkaar op de bodem
171
doorslaan
voorbeen iets vlugger vooruit gezet = fase uit galop
172
steppen
zeer verheven knieactie
173
lucht zuigen
lucht zuigen met geluid en ingeslikt
174
kribbenbijten
met snijtanden langs de rand van harde objecten
175
weven
horizontale links- rechtsbewegingen met hoofd en hals
176
met lippen klappen
om bv om voedsel te vragen
177
klauwen
met voorbenen een put in de grond maken
178
kroonbetrappen
ene hoep wordt op de andere geplaatst
179
lijnvanger
trekpaard dat met de staart de leidsels/teugels vangt en onbestuurbaar wordt
180
kroon
steekt uit in de mondholte
181
wortel
zit vast in kraakbeen
182
tandhals
overgang wortel - kroon
183
tandbeen
dentine
184
glazuur
- email | - laag om dentine
185
cement
buitenste laag
186
kroonholte
spleetvormige uitholling
187
glazuurkegel
ophoping glazuur bodem kroonholte
188
tandster
secundaire dentine
189
wolfskies
- P1 | - premolare die af en toe voorkomt
190
roeaan
- onveranderlijke schimmel | - hoofd donkerder dan rest lichaam
191
stekelharigheid
gelokaliseerde inmenging van witte haren bij borst, buik en/of romp
192
valk
- 1x verdund bruin - haarkleed zand- bruingeel - behang blijft zwart
193
perlino
- 2x verdund bruin - bleek haarkleed met bruine schijn - behang bleker
194
isabel
- 1x verdund vos - geen lichte buik - behang verbleekt tot licht-creme/gewassen - haarkleed lichtgeel
195
palomino
- 1x verdund vos - bleekgouden haarkleed - wit behang
196
cremello
- 2x verdund vos | - blekere isabel
197
donkere muisvaal
- 1x verdund zwart - grijsblauwe glans - lijkt op koolvos
198
bleek muisvaal
- 2x verdund zwart | - bleker dan donkere muisvaal
199
wildkleur
- oorspronkelijke grijsbruine kleur - donkergekleurde aalstreep op rug - schouderkruid en zebrastrepen
200
volledige bles
doorlopende kol, bles en sneb
201
entropion
ooglid naar binnen
202
ectropion
ooglid naar buiten
203
ankylobpharon
randen oogleden vergroeid
204
symblepharon
ooglid vast op oogbol
205
zwilwrat
- kastanje - vereelte donkere uitwas - aan binnenzijde onderarm