Paas examen (Trimester 2) Flashcards

(68 cards)

1
Q

Wat lag er aan de basis van de wetenschappelijke revolutie?

A

De kritische ingesteldheid van de humanisten dat zorgde voor een algemene kritische ingesteldheid (bij de bevolking).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de “definitie” van het empirisme.

A

Een wetenschapsmethode die ervan uitgaat dat kennis voortkomt uit zintuiglijke waarneming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef één filosoof die aan de basis staat van het empirisme.

A

Francis Bacon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg kort de inductieve methode uit.

A

Observatie –> analyseren –> theorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tot wanneer loopt de Prehistorie?

A

Tot 3500 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Van wanneer tot wanneer loopt het Oude Nabije Oosten?

A

Van 3500 v.C. tot 800 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Van wanneer tot wanneer loopt de Klassieke Oudheid?

A

Van 800 v.C. tot 500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Van wanneer tot wanneer lopen de Middeleeuwen?

A

Van 500 tot 1500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Van wanneer tot wanneer loopt de Vroeg Moderne Tijd?

A

Van 1500 tot 1800

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Van wanneer tot wanneer loopt de Moderne tijd?

A

Van 1800 tot 1945

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vanaf wanneer begint de Hedendaagse tijd?

A

Vanaf 1945

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef de “definitie” van het rationalisme.

A

Een wetenschapsmethode die ervan uitgaat dat kennis voortkomt uit het verstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef één filosoof die aan de basis staat van het rationalisme.

A

René Descartes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg kort de deductieve methode uit.

A

Theorie –> redeneren –> kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij wat hoort de inductieve methode? Bij het rationalisme of empirisme?

A

Empirisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij wat hoort de deductieve methode? Bij het empirisme of rationalisme?

A

Rationalisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke belangrijke arts uit Brussel stond aan de basis van de ontwikkeling van de anatomie?

A

Andreas Vesalius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welk wereldbeeld had men in de 16de eeuw? Leg dit kort uit.

A

Geocentrisch: alles draait rond de aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welk wereldbeeld had men na de 16de eeuw? Leg dit kort uit.

A

Heliocentrisch: de zon staat centraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke wetenschapper ontdekte het heliocentrisme?

A

De Poolse wetenschapper Copernicus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waarom reageerde de kerk met onbegrip op de ontdekkingen van de Poolse wetenschapper Copernicus? Geef twee redenen.

A
  1. In de Bijbel staat dat de aarde niet kan bewegen.
  2. God staat centraal, niet de zon.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat deed Galileo Galilei en wat waren de gevolgen?

A

Verbeterde telescoop. Ziet dat aarde rond zon beweegt. Gevolg: levenslang huisarrest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat deed Johannes Kepler?

A

Hij ontdekt dat de aarde in een ellipsvormige baan rond de zon draait.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Geef de vijf wantoestanden die er binnen de kerk waren.

A
  1. Seksuele relaties
  2. Lage geestelijken –> slecht opgeleid + ongeletterd.
  3. Verkoop van aflaten.
  4. Kerkelijke ambten –> hoogste bieder
  5. Pausen werkten elkaar tegen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat doet Maarten Luther?
Hij schrijft 95 stellingen met kritiek op de kerk.
26
Rond welke twee principes is Maarten Luther's visie opgebouwd? Leg kort uit.
1. Sola-scriptura = enkel het schrift 2. Sola-fide = enkel het geloof
27
Wat gebeurde er in 1521?
Karel V slaat Luther in de rijksban.
28
Geef twee reden waarom de leer van Luther zich snel verspreidde en succes had.
1. Vorsten zagen nieuwe mogelijkheden (moesten zich niet meer aan regels kerk houden). 2. Drukpers uitgevonden (alles snel gekopieerd).
29
Luther legt de nadruk op de eigen interpretaties van de Bijbel. Wat is hier een gevolg van?
Er ontstaan scheuren binnen het geloof.
30
Van wanneer tot wanneer leefde Johannes Calvijn?
Van 1509 tot 1564
31
Geef de drie grote verschillen tussen de leer van Luther en die van Calvijn.
1. Luther = eigen lot in handen <-> Calvijn = predestinatie 2. Luther = geen opstand <-> Calvijn = soms opstand 3. Luther = geen scheiding tussen kerk en staat <-> Calvijn = staat en kerk gescheiden
32
Van wanneer tot wanneer leefde Hendrik VIII, koning van Engeland?
Van 1509 tot 1547
33
Wanneer werd het Edict van Nantes ondertekent, door wie en wat is dit?
1598 Hendrik IV, koning van Frankrijk Aankondiging van godsdienstvrijheid voor protestanten.
34
Wat gebeurde er in 1598?
Edict van Nantes
35
Wat gebeurde er in 1540?
Scheuring binnen de kerk lijkt onomkeerbaar.
36
Vanaf wanneer lijkt de scheuring binnen de kerk onomkeerbaar?
1540
37
Wanneer vond het Concilie van Trente plaats en wat is dit?
1545 - 1563 Vergadering van hoge geestelijken waarin beslissingen worden genomen over de geloofsleer en kerk.
38
Wat gebeurde er tussen 1545 en 1563?
Concilie van Trente
39
Wat gebeurde er tussen 1384 en 1482?
De Nederlanden behoren tot het Bourgondische rijk.
40
Van wanneer tot wanneer behoorden de Nederlanden tot het Bourgondische rijk?
Van 1384 tot 1482
41
Wanneer trouwde Maria met Maximiliaan?
1477
42
Wat gebeurde er in 1477?
Maria trouwde met Maximiliaan.
43
Wanneer werd Karel V keizer?
1519
44
Wat gebeurde er in 1519?
Karel V werd keizer.
45
Wanneer veranderde de Nederlanden van naam naar de XVII Provinciën?
1543
46
Wat gebeurde er in 1543?
De Nederlanden veranderden van naam: de XVII Provinciën
47
Wanneer kondigde Karel V de Pragmatieke Sanctie aan?
1549
48
Wat gebeurde er in 1549?
Karel V kondigde de Pragmatieke Sanctie aan.
49
Wanneer stelde Karel V de eerste protestanten terecht?
1523
50
Wat gebeurde er in 1523?
Karel V stelt eerste protestanten terecht.
51
Wat is de Godsdienstvrede van Augsburg?
Dit verdrag maakt een eind aan de religieuze eenheid. Elke rijksvorst mag zelf kiezen welk geloof er in zijn rijk wordt gehandhaafd.
52
Wanneer doet Karel V troonsafstand?
1556
53
Wat gebeurde er in 1556?
Karel V doet troonsafstand.
54
Wat gebeurde er in 1566?
De Beeldenstorm
55
Wanneer vond de Beeldenstorm plaats?
1566
56
Van wanneer tot wanneer duurde de Tachtigjarige Oorlog?
1568 - 1648
57
Wat gebeurde er in 1568?
Willem van Oranje riep op tot militair en burgerlijk verzet.
58
Wanneer riep Willem van Oranje op tot militair en burgerlijk verzet?
1568
59
Wanneer werd de Unie van Atrecht ondertekend?
1579
60
Wat gebeurde er in 1579?
De Unie van Atrecht werd ondertekend.
61
Wat wilde Montesquieu?
Scheiding der machten; geen één persoon kan de macht krijgen.
62
Wat wilde Jean-Jacques Rousseau?
Sociale gelijkheid. Alle macht bij het volk, heerser vertegenwoordigt volkswil.
63
Wanneer schreef Rousseau Concrat Social?
1762
64
Wat gebeurde er in 1762?
Rousseau schreef Concrat Social.
65
Wat wilde Beccaria?
Verzet zich tegen martelpraktijken en de doodstraf.
66
Wat wilde Voltaire?
Wilt één verlichte, absolute vorst. Pleitte voor godsdienstvrijheid.
67
Wat wilde John Locke?
Volk mag zich verzetten als de wetgevers hun macht misbruiken.
68
Wat zei Immanuel Kant?
Saupere aude = durf te weten. Durf te geloven in je eigen verstand en het zelf te gebruiken.