Paragraaf 1-4 Flashcards

(36 cards)

1
Q

Aanlandige wind

A

Wind van zee naar land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Analfabeet

A

Iemand die niet kan lezen of schrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Artsendichtheid

A

Aantal inwoners per arts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Basisbehoefte

A

Iets wat iedereen nodig heeft om redelijk te kunnen leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bnp

A

Enorm groot geldbedrag dat alle inwoners van een land samen verdienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Commercialisering

A

Het commercieel worden van bedrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Commercieel

A

Productie voor verkoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cultuurgebied

A

Groot gebied op aarde met een aantal gemeenschappelijke kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dekolonisatie

A

Het zelfstandig worden van koloniën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Demografie

A

De wetenschap die bevolkingsaantallen bestudeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Elitewijk

A

Mooie wijk voor rijke mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Etnische wijk

A

Woonwijk waar veel mensen uit één bepaalde etnische groep wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Family-planning

A

Het plannen van aanral kinderen binnen gezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hooggebergte

A

Gebergte met toppen hoger dan 1500 meter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vlakte op een gebied hoger dan 500 meter

A

Hoogvlakte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Immigrant

A

Iemand die aankomt in een kand om er te wonen

17
Q

Informele-/vluchtsector

A

Ongeschoold, laagbetaald en tijdelijk werk kn de dienstsector

18
Q

Integratie

A

Samenwonen van verschillende bevolkingsgroepen

19
Q

Kleurlingen

A

Mensen van een gemengd ras

20
Q

Kolonie

A

Een overzees gebiedsdeel van een Europees land

21
Q

Krottenwijk

A

Een zelfbouwwijk met slechte huizen, weinig voorzieningen en onzekeheid voor de bweoners of ze er mogen blijven wonen

22
Q

Kwalitatieve honger of ondervoeding

A

De kwaliteit van de voeding is niet goed: eenzijdige voeding

23
Q

Kwantitatieve honger

A

Te weinig voedsel

24
Q

Landhervorming

A

Het verdelen van landbouwgronden

25
Levensverwachting
Hoe oud mensen gemiddeld worden
26
Lijzijde
De kant van de berg waar het niet waait
27
Loefzijde
de windkant van een berg
28
Maatschappelijke segregatie
Als groepen mensen weinig contact hebben met elkaar
29
Mechanisatie
Machines vervangen mensen of dieren
30
Middellands zeeklimaat
Warme zomers en zachte winters, droge zomers en natte winters
31
Multiculturele samenleving
Samenleving waar mensen uit vele culturelen samenleving
32
Noodhulp
Hulp om te overleven bij een hongersnood of andere ramp
33
Ontwikkelde landen
Rijke landen met hoog ontwikkelingspeil. De meeste mensen hebben goed te eten, wonen in een goed huis, volgen een goede opleiding en kunnen naar dokters als ze ziek zijn
34
Ontwikkelingslanden
Arme landen, weinig eten slechte huizen etc.
35
Ontwikkelingspeil
Hoe arm kf rijk een land is
36
Plantage
Landbouwonderneming waar een gewas wordt verbouwd