Paragraaf 2 (verzorgingsstaat) Flashcards

1
Q

Ik kan de drie politieke visies op de verzorgingsstaat beschrijven, herkennen in een tekst en toepassen:

A

Liberale visie:
-Gaat uit van de kracht van het individu. (Niet gelijk, wel gelijkwaardig)
-Ieder mens moet vrij kunnen streven naar maximalisatie van wel bevinden.
-Vrije markt economie (vraag en aanbod)
-Overheid moet terughoudende rol spelen en alleen het hoogstnoodzakelijke regelen.
-Bedrijven en het particulier initiatief mogen niet gehinderd worden. (Particulier initiatief bron voor vernieuwing en vooruitgang).
-Collectieve uitgaven voor gezondheidszorg en uitkeringen zo laag mogelijk houden.

Sociaal democratische visie:
-Overheid moet actief en sturend optreden tegen sociale ongelijkheid. (Eerlijke verdeling van kennis, bezit en macht)
-De overheid moet de nadelige effecten van de vrije markt op zich nemen. (Gemengde economie)
-Welvaart dient te worden gedeeld (nivellering) beroep doen op toeslagen.
-Progressieve belastingstelsel: sterkste schouders dragen zwaarte lasten.

Christendemocratie visie:
-Pleiten voor een sterk maatschappelijk middenveld.
-Individu is onderdeel van een groter geheel: solidariteitsbeginsel, mensen die elkaar te ondersteunen komt voort uit de waarden naastenliefde en harmonie.
-Overheid heeft beperkte rol.
-Mantelzorg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ik kan de welvaart driehoek beschrijven, herkennen in een tekst en toepassen:

A

(Kijk in samenvatting boek)
Staat: wetten en regels.
Burgermaatschappij: betekenisvolle structuren?
Markt: Handel en bedrijvigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly