Paragraaf 3 ~ Begrippen Flashcards

1
Q

Oeverwallen

A

Zandrug, direct naast de rivier gelegen, ontstaan door sedimentatie bij overstroming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kom

A

Laaggelegen gebied naast de rivier waarin klei is afgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Stroomrug

A

Het geheel van de rivierbedding met de beide oeverwallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Winterdijk

A

Hoge dijk, wat verder bij de rivier vandaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Terp/woerd

A

Dood de mens aangelegde woonheuvel ter bescherming tegen overstromingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Uiterwaarden

A

Gebied tussen een rivier en de winterdijk dat overstroomt wanneer de rivier buiten haar oevers treedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zomerdijk

A

Lage dijk, dicht bij de rivier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kribben

A

Dammen loodrecht op de rivieroever die moeten voorkomen dat de oever afkalft en die er tevens voor zorgen dat het meeste water in het midden van de rivier blijft stromen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kanalisatie

A

Het aanleggen van stuwen en sluizen om de rivier op diepte te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verstedelijking

A

Ontstaan van stedelijke gebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verstening

A

Door toegenomen verstedelijking neemt het oppervlakte van straten en wegen toe, waardoor regenwater sneller afspoelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly