PD. 3 en 5 en ZO.5 Flashcards

1
Q

Wat is het Guillain-Barré syndroom?

A

acute post-infectieuze polyradiculoneuropathie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de klinische kenmerken van het Guillain-Barré syndroom?

A
  • snelle progressieve parese van armen en benen en areflexie
  • gelaatszwakte/ slikstoornissen
  • gevoelsstoornissen
  • respiratoire dysfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de behandeling van Guillain-Barré syndroom?

A

intraveneuze immunoglobulinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is polyradiculoneuropathie?

A

beschadiging van perifere zenuwen en zenuwwortels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardoor is Guillain-Barré syndroom geen typische auto-immuunziekte?

A

niet vaker bij vrouwen dan mannen, geen associatie binnen familie, geen associatie andere auto-immuunziekten en geen verbetering na corticosteroiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn kenmerken van de campylobacter?

A

spiraalvormig, gram-negatieve micro-aerofiele bacterie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke antibiotica geven tegen de campylobacter?

A

ciprofloxacin, erythromycin, azithromycin, norfloxacin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ontstaat de beschadiging aan zenuwcellen bij Guillain-Barré syndroom?

A

auto-antistoffen worden geinduceerd door een moleculaire mimicry van het pathogeen. Hierdoor complement activatie met het membrane attack complex. Vervolgens inflammatie door infiltratie van macrofagen en productie van inflammatoire mediatoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het syndroom van Sjögren?

A

gegeneraliseerde auto-immuunziekte met betrokkenheid van de traan- en speekselklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn kenmerkende klachten van het syndroom van Sjögren?

A

branderige ogen, zandkorrelgevoel, rode/vermoeide ogen, droge mond en moeten drinken bij eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de algemene klachten van het syndroom van Sjögren?

A

vermoeidheid, gewrichts- en spierpijn en grieperig gevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de oorzaak van de droogteverschijnselen bij het syndroom van Sjögren?

A

vooral verminderde functie van traan- en speekselklieren en dus niet door destructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke lagen bevat de traanfilm?

A

lipiden, waterlaag, mucus en de cornea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de functie van lipiden in de traanfilm?

A

verdamping van traanvocht verminderen en glad lens oppervlak in stand houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie van de waterlaag in de traanfilm?

A

voeding en bescherming van de cornea/conjunctiva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de functie van de mucus in de traanfilm?

A

hechting traanfilm aan cornea/conjunctiva

17
Q

Welke test om verminderde functie lipiden in traanfilm aan te tonen?

A

break-up time

18
Q

Welke test om verminderde functie waterlaag in traanfilm aan te tonen?

A

Schirmertest

19
Q

Welke test om verminderde functie mucus in traanfilm aan te tonen?

A

bengaalsroodkleuring

20
Q

Wat is de meest gevreesde complicatie van syndroom van Sjögren?

A

maligne lymfoom, vaak MALT

21
Q

Wat zijn de risicofactoren op ontwikkelen van een maligne lymfoom bij syndroom van Sjögren?

A

vasculitis, complement verbruik, cryoglobulines en hoog IgG

22
Q

Wat is er in een lipbiopt bij syndroom van Sjögren te zien?

A

lymfocyteninfiltraat

23
Q

Wat is de behandeling van syndroom van Sjögren?

A

substitutie vocht, stimulatie exocriene klieren met M3R agonisten(pilocarpine) en behandeling complicaties

24
Q

Hoe stel je diagnose syndroom van Sjögren?

A

sicca + of positief SSA of positief lipbiopt

25
Q

Wat zijn de complicaties van een diabetische voet?

A

osteomyelitis en sepsis