Pesten lagereschoolkind Flashcards

(12 cards)

1
Q

Waarom komt het voor?

A

typisch in levensfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

behoefte

A

erbij horen bij peergroup

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

pestgedrag

A

langdurig/herhaaldelijk + leidt tot fysieke/psychische gevolgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

5 soorten pestgedrag

A

-Verbaal (uitlachen)
-fysiek (slaan)
-relationeel (roddelen)
-materieel (spullen vernietigen)
-cyberpesten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

reacties pestgedrag

A
  • nadoen om erbij te horen
  • negeren om zelf niet slachtoffer te zijn
  • afkeuren maar niet reageren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

machtsbalans

A

gepeste persoon wordt vermeden en pestkoppen hebben macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

conformeren

A

gedrag aanpassen om problemen te vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

negatieve gevolgen

A
  • lager zelfbeeld
  • minder zelfvertrouwen
  • vaker op jezelf
  • vaker huilen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

invloed naaste omgeving

A

belangrijk = kind voelt zich aanvaard in omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

relaties met leeftijdsgenoten

A

goed gesprek met peer biedt troost

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

weerbaarheid

A

vermogen jezelf verdedigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ik - boodschap

A

-benoem/beschrijf gedrag dat je niet accepteert
- vertel de gevolgen ervan
- benoem je gevoel
- vertel hoe je het anders wil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly