Pijpregels Flashcards
Learn the 10 pipe rules (10 cards)
1
Q
- Kies zorgvuldig een pijp uit. Beginnend roker niet te grote kop en een recht of licht gebogen pijp.
A
2
Q
- Type tabak. Baai tabak: relatief snelle brandbaarheid in een ruime kop. Mixture tabak
A
trage brandbaarheid in een relatief kleinere kop met een dikkere wand.
3
Q
- Rook zorgvuldig in. Goede koolaanslag bevordert het roken. Eerst mintenst 5x voor 1/3 vullen en daarna leegroken. Dan 5x voor de helft vullen en leegroken.
A
4
Q
- Stop de pijp onderin luchtig. Druk de tabak naar boven toe wat steviger aan. Probeer of de pijp goed trekt. Pijpreiniger eerst in de kop steken
A
vervolgens de pijp stoppen en daarna de pijpreinigers verwijderen.
5
Q
- Steek de tabak aan en zorg ervoor dat het gehele oppervlak brandt
A
6
Q
- Druk de krullende tabak zachtjes aan. Steek de pijp dan nog een keer aan en zorg voor een egaal vuur
A
7
Q
- Trek regelmatig en kalm. Dit komt de smaak en geur ten goede. Te driftig roken zorgt voor scherpe smaak en natte rook
A
8
Q
- Klop de pijp voorzichtig uit. Laat de pijp met kop naar beneden afkoelen en droog worden. Nooit een warme pijp opnieuw stoppen of uiteennemen
A
9
Q
- Onderhoud uw pijp goed. Maak het rookkanaal in mondstuk en kop regelmatig schoon met een pijpreiniger.
A
10
Q
- Laat het koollaagje dat na een tijdje ontstaat rustig zitten. Plezieriger roken. Koollaag dikker dan 3mm schrap deze dan af tot 1 mm
A