PKNW - Neurofysiologie Flashcards
(23 cards)
wat is RMP?
Rust membraanpotentiaal
Wat is het RMP van cellen (niet neuronen)
-90mV
Wat is het RMP van neuronen
-70mV
Verhouding ionen binnen en buiten de cell
Buiten:
- Na+
- Cl-
- Ca2+
Binnen:
- K+
- Proteins
Waar is een cel in rust voornamelijk permeabel voor?
K+
Veq K+ (evenwichtspotentiaal)
-90mV
Veq Na+ (evenwichtspotentiaal)
+60 mV
Neuron in rust is vooral permeabel voor?
K+
Welke kanalen zijn wanneer open? (plaatje actiepotentiaal)
1 K+ open - Na+ gesloten 2 K+ gesloten - Na+ open 3 K+ gesloten - Na+ open 4 K+ open - Na+ inactivated 5 K+ open - Na+ gesloten
waardoor wordt het actiepotentiaal getriggerd?
Locale depolarisatie van -70mV naar threshold van -50 mV
Wat is PSP?
Post synaptisch potentiaal
Welk ion speelt een grote rol in synaptische transmissie?
Ca+ door influx de cel in
Verschil iontrope en metabotroop receptor
Iontroop = Snelle transmissie, ligand gated ion channel Metabotroop = Trage signaaltransductie, G-eiwit gekoppelde receptor
Wat is een AMPA receptor?
Iontrope glutamaat receptor, induceert opening ion kanaal voor Na+ en K+
Wat is een GABA receptor?
Iontrope GABA receptor, induceert opening ion kanaal voor Cl-
Waar zorgt een netto influx van positieve lading voor?
Depolarisatie
Wat is een EPSP?
Exciterend post synaptisch potentiaal > Wanneer de netto influx positieve lading hoger is dan de netto inlfux negatieve lading> depolarisatie van post synaptische membraan > meer kans op een AP
Wat is een omkeerpotentiaal?
Membraanpotentiaal waar geen netto stroom lading is > Influx + even groot als efflux -
Veq Cl- bij een GABA (evenwichtspotentiaal)
-89 mV
Wat is een IPSP?
Inhibirende post synaptische potentiaal > Kleine influx van negatieve lading (door Cl-) daardoor verder weg van de drempelwaarde van -50 > hyperpolarisatie > minder kans op een AP
Wanneer een EPSP of een IPSP?
Omkeer potentiaal van de receptor > drempelwaarde (-50 mv) = EPSP
Omkeerpotentiaal van de receptor < drempelwaarde = IPSP
Wat is presynaptische facilitatie of inhibitie?
1 neurotransmitter stimuleert/remt de neurotransmitter release van een andere neurotransmitter
3 methodes voor neurotransmitter inactivatie
Afbraak, heropname, of opname door naburige glia cellen