Planningstechnieken Flashcards

(36 cards)

1
Q

VERBLIJVINGSBEDING = LANGST LEEFT, AL HEEFT
-wat?
-voordeel
-nadeel
-niet duurder?
-gemeenschappelijk kind
-pluskind

A

Wat?
= clausule die bepaalt dat alle gemeenschappelijke of onverdeelde goederen in VE zullen toekomen aan LLE

Gemeenschapsstelsel krijgt LLE alles uit gemeenschappelijk vermogen
 LLE krijgt eigen helft gemeenschappelijk vermogen door ontbinding huwelijksstelsel
+ andere helft door uitwerking verblijvingsbeding
 EV verdeeld volgens wettelijke regeling

Voordeel
 Sterkte financiële bescherming voor je partner
o LLE erft VE
o LLE kan er vrij over beschikken
 Geen omzetting door kinderen mogelijk

Nadeel
 Duur
 Bij overlijden slechts 1 erfgenaam in plaats van 3 (LLE en kinderen)
 Ook duur bij opvolgend overlijden langstlevende
o Nogmaals in successie
o Slechts 2 erfgenamen en geen 3

Niet duurder bij eerste overlijden voor:
 Gezinswoning vrijgesteld
 Eerste €50.000 roerend is vrijgesteld
 Actieve familiale onderneming: vlak tarief 3%

Gemeenschappelijke kinderen
 Kunnen GEEN inkorting vragen
 Wetgever gaat ervan uit dat bij overlijden LLE toch toekomt aan kinderen

Pluskinderen
 Kunnen WEL inkorting vragen
 Bij overlijden plusouder komt vermogen wel toe aan zijn/haar kinderen en niet aan kinderen eerst overleden partner

 Bij eerste overlijden komst verblijvingsbeding goedkoper uit dan wettelijke devolutie
 Bij opvolgend overlijden wel duurder
 TOTAAL: hoger dan verblijvingsbeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

VERBLIJVINGSBEDING SCHEIDING VAN GOEDEREN
-uitwerking op
-fiscaal bij overlijden
-nadeel
-voordeel

A

Uitwerking op:
 Goederen die echtgenoten in onverdeeldheid bezitten
o Samen aangekochte goederen
o Beleggingsportefeuille op rekening beide namen

Fiscaal bij overlijden
 Vrij van erfbelasting
 Roerende goederen: €0
 Onroerende goederen: wel verdeelrecht 2,5%

Nadelig
 Ook 2,5% als het gaat om gezinswoning

Voordeel
 2,5% op 100% waarde vb. tweede verblijf
Huis door één partner in onverdeeldheid gebracht via wijziging huwelijkscontract
 OG’en 12% registratierechten
 Ook bij gezinswoning!

Vrij van erfbelasting
 Wettelijk stelsel: alles wat LLE krijgt boven helft van gemeenschappelijk vermogen is belastbaar
 SVG: geen gemeenschap, enkel goederen in onverdeeldheid
o Verblijvingsbeding sinds nieuw huwelijksvermogensrecht 1/9/2018
o Voorlopig geen wetsartikel die dit belastbaar stelt

Vlabel
 Geen misbruik indien voldoende niet-fiscale motieven aanwezig en je dit consequent toepast op ALLES

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

KEUZEBEDING
-wat
-voordeel
-nadeel
-fiscaal

A

LLE mag kiezen welke goederen uit de gemeenschap ze wil in volle eigendom -> niet gekozen gaat naar nalatenschap

Voordeel
 Meer flexibiliteit voor LLE
o Na overlijden kan LLE goederen kiezen die hij/zij wil bezitten i.f.v. behoefte, leeftijd,…
o Maakt fiscale optimalisatie mogelijk

Nadeel
 LLE onder druk gezet door kinderen om minder vermogen te laten toekomen aan LLE
Fiscaal
o Wettelijk stelsel: erfbelasting indien >dan helft
o SVG: geen erfbelasting (wel verdeelrecht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

TOEKENNINGSBEDING BIJ SVG
-wat
-fiscaal bij overlijden

A

= goederen die exclusief (100%) aan één echtgenoot toekomen, laten toekomen aan langstlevende

Fiscaal bij overlijden
 RG’en: €0 = vrij van erfbelasting
 OG’en: verkooprecht 12%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

VERREKENBEDING BIJ SVG
-wat
-bepalen verrekenmassa
-voordeel
-nadeel

A

= clausule waarbij aanwinsten van tijdens huwelijk herverdeeld worden bij overlijden (en/of echtscheiding)

Verrekening van aanwinsten
 Verrekenmassa zelf bepalen
= bepalen op welke aanwinsten verrekening dient te gebeuren en op welke niet
 Verdeelsleutel zelf bepalen

Voordeel
 LLE heeft zekerheid dat hij/zij na overlijden helft aanwinsten verkrijgt in VE
 Verrekening van aanwinsten is niet vatbaar voor inkorting door gezamenlijke kinderen, wel door pluskinderen

Nadeel
 Op verrekening is erfbelasting verschuldigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

CONTRACTUELE ERFSTELLING
-wat
-voordeel
-nadeel
-schrappen

A

= clausule in huwelijkscontract waarbij echtgenoten elkaar (deel van) vermogen schenken onder opschortende voorwaarde van hun vooroverlijden

Voordeel
 LLE heeft zekerheid dat hij/zij na overlijden vermogen van overledene verkrijgt in VE
 Heeft uitwerking op zowel gemeenschappelijk vermogen als op EV
(<> verblijvingsbeding/keuzebeding enkel uitwerking op gemeenschap/goederen in onverdeeldheid)

Nadeel
 Op verrekening is erfbelasting verschuldigd
 Je kan niet meer schenken aan kinderen/anderen
o Schenken aan kinderen: eerst uit huwelijkscontract laten schrappen
o Beide partners moeten instemmen
 Inkorting door kinderen is mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

INBRENG IN HUWGEMEENSCHAP
-wat
-kostprijs
-voordeel
-nadeel
waarom
-recht van natrekking
-inbreng en schattng
-inkorting

A

= goederen behorende tot je EV inbrengen in huwgemeenschap via wijziging huwelijkscontract; goed is voortaan dan gemeenschappelijk

Kostprijs
 Beperkte kost
o Vaste recht €50
o Te verhogen met notariskosten voor wijziging of opmaak huwelijkscontract

Voordeel
 Betere bescherming partner: ingebrachte goed gaat naar LLE
 Fiscaal optimaliseren: bij overlijden inbrengende echtgenoot zal slechts helft OG’en belast worden

Nadeel
 Indien niet-inbrengende echtgenoot eerst overlijdt zal erfbelasting betaald worden op helft DUS op OG’en die oorspronkelijk haar eigendom waren
OPLOSSING: ontbindende voorwaarde opnemen – bij vooroverlijden niet-inbrengende echtgenoot wordt inbreng ontbonden en keren goederen belastingvrij terug
 Bij echtscheiding verlies helft waarde
OPLOSSING: ontbindende voorwaarde

Waarom inbrengen?
 Beide eigen goederen inbrengen in huwgemeenschap via wijziging huwelijkscontract, zodat alles nadien gemeenschappelijk is
Bv. huis uit erfenis verkregen en verbouwingen doen; partner geld voor huwelijk
Bv. koppel wil bouwen op grond  inbrengen in huwgemeenschap en nadien samen bouwen

Recht van natrekking
= wie eigenaar is van grond is eigenaar van alle opstallen

Inbreng en schenking
 Door inbreng kan schenking gebeuren door beide ouders
 Schenking goedkoper: 2 schenkers
 ⚠️ vaak beschouwt als misbruik door Vlabel

Inkorting
 Mogelijk
 Gezien als schenking
 Gemeenschappelijke kinderen: helft beschouwd als schenking
 Pluskinderen: volledige inbreng beschouwd als schenking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

UITSLUITING UIT DE HUWGEMEENSCHAP
-wat

A

Opbrengsten eigen goederen
 Komen toe aan huwgemeenschap

Clausule
 Opbrengsten eigen goederen komen NIET toe aan huwgemeenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

KEUZELEGAAT
-wat?
-betrekking op?
-inkorting?
-Aanpasbaar?

A

LLE
 Bepaalt zelf welke goederen hij wenst te ontvangen
o Goederen in VE, BE of VG
o Fiscaal voordeel indien LLE kiest voor gezinswoning in VE
 “als ik doodga mag LLE kiezen wat hij wil uit eigen/gemeenschappelijk vermogen”

Betrekking op
 Volledige nalatenschap
 Ook op eigen goederen

Inkorting
 Mogelijk

Aanpasbaar
 Steeds eenzijdig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

TIGV BIJ SVG
-wat
-voordeel
-nadeel
-inkorting

A

= Toegevoegd Intern Gemeenschappelijk Vermogen

Voordeel
 Tussen echtgenoten ‘intern’ gemeenschappelijk vermogen
 Naar schuldeisers toe blijven goederen in onverdeeldheid

Nadeel
 Bij echtscheiding of vooroverlijden niet-inbrengende partner is er erfbelasting verschuldigd op goed dat oorspronkelijk eigen was
OPLOSSING: ontbindende voorwaarde

Inkorting
 Mogelijk
 Gezien als schenking
 Gemeenschappelijke kinderen: helft beschouwd als schenking
 Pluskinderen: volledige inbreng beschouw als schenking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

HET VERDEEL-EN-HEERS-TESTAMENT
-wat
-fiscaal

A

= beslissen aan wie bepaalde goederen toekomen
Bv. aan zoon woning €500.000 + dochter €500.000 OG’en

Fiscaal
 Kan duurder uitvallen
 Normaal roerend en onroerend gescheiden DUS sneller in hogere schijf zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

PLAATSVERVULLING
-mogelijk bij testament?

A

Testament
 Geen automatische plaatsvervulling zoals in erfrecht
Vb. wil aan ene kind meer geven via testament  deze overlijdt en heeft 2 kinderen
DAN testament geen uitwerking  1/2de zoon + 1/2de 2 kleinkinderen

Nagaan
 Of plaatsvervulling wenselijk is
 Zo ja: toevoegen in testament

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ONTNEMEN VAN HET RECHT TOT OMZETTING VG
-wat gebeurd er bij overleiden
-hoe

A

Overlijden
 LLE krijgt VG en kinderen BE
 Kinderen kunnen steeds omzetting eisen

Via testament
 Recht tot omzetting ten aanzien kinderen ontnemen
“Voor wat de goederen betreft waarvan mijn echtgenoot/echtgenote het vruchtgebruik zal verkrijgen, ontneem ik mijn kinderen [naam] het recht om de omzetting te vorderen van dit vruchtgebruik, zodat het vruchtgebruik niet zal kunnen worden omgezet dan op initiatief en/of met uitdrukkelijke instemming van mijn echtgenoot/echtgenote.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

GENERATION SKIPPING
-wat
-fiscaal
-iedereen evenveel?
-veel vastgoed?

A

= via testament vermogen rechtstreeks aan kleinkinderen laten toekomen en zo fiscale besparing realiseren

Fiscaal
 In lagere schijven gaan erven

Vrij van erfbelasting
 Aan elk kleinkind €12.500 nalaten

Elk kleinkind gelijk?
 Elk kleinkind evenveel
 Of staaksgewijs?

Veel vastgoed
 Aan elk van de kleinkinderen deel vastgoed nalaten ter waarde van €250.000
BESPARING: tarief 3% en 9% ipv 27%
 VG kinderen en kleinkinderen BE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

RESTLEGAAT – FIDEÏ COMMIS DE RESIDUO
-waarom
-wat
-fiscaal

A

Waarom?
 Vermogen binnen de familie houden

Wat?
 Restlegaat is combinatie van twee opeenvolgende legaten
o Eerste legataris: vermogen legateren aan iemand; kan dit vermogen gebruiken overleven
o Tweede legataris: indien eerste legataris overleden is komt dit daarna toe naar deze persoon  dit is dan de eventuele “rest” van het vermogen

Fiscaal voordelig
 Rechte lijn en niet tarief zijlijn

Fiscale optimalisatie gezinswoning
 Gezinswoning in volle eigendom toebedelen aan partner
o Fiscaal voordelig: vrijstelling 100% benutten
o Partner kan er vrij over beschikken
o ⚠️ extra duur bij 2e overlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

VRIENDENLEGAAT
-wat
-hoe

A

Via testament
 €15.000 nalaten aan 3% erfbelasting aan vrienden
 Max €15.000 voor alle vrienden samen + specifiek verzoeken!!!!
Vb: “Ik legateer ten titel van bijzonder legaat een geldsom van € 15.000 aan mijn vriend Sergio …, geboren te … .
Het is mijn wens dat dit bijzonder legaat aan mijn vriend Sergio … onder de toepassing valt van de ‘vriendenerfenis’ en kan genieten van de vermindering van erfbelasting zoals bepaald in het eerste lid van artikel
2.7.5.0.6 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit.”

16
Q

VOOGDIJCLAUSULE
-wanneer
-normaal
-hoe ene wat kiezen

A

Wanneer?
 Indien beide ouders minderjarige overlijden zijn

Normaal
 Door vrederechter voogd aangesteld

Via testament
 Zelf voogd kiezen

17
Q

BEWINDCLAUSULE
-hoe
-voorwaarden
-aanvechten door kind?

A

Via testament
 (klein)kind tegen zichzelf beschermen en goederen onder bewind plaatsen

Vermogen onder bewind plaatsen kan slechts:
 Indien rechtmatig doel
 Indien beperkt in tijd

Bewind aanvechten door kind
 Kracht bijzetten door sanctieclausule aan koppelen
 MAAR schenking/testament moet eigenlijk vrij en onbelast zijn

18
Q

STRAFCLAUSULE – SANCTIECLAUSULE
-wat
-hoe straffen?

A

Wat?
 Indien erfgenaam de bepalingen in je testament niet respecteert kan je hem straffen

Hoe?
 Deel nalatenschap ontnemen en laten toekomen aan broer/zus of goed doel

19
Q

SCHENKING VAN FAMILIALE ONDERNEMINDEN EN VENNOOTSCHAPPEN
-voorwaarden
-uitsluitingen

A

Actieve familiale ondernemingen
 Kunnen geschonken worden aan 0% schenkbelasting: indien voldoen aan alle voorwaarden
 <> 3% bij erfenis

Voorwaarden
1. Vestigingsvoorwaarde: werkelijke leiding in EER
2. Participatievoorwaarde: familiale adh’s
3. Activiteitsvoorwaarde: economisch actief zijn
4. Continuïteitsvoorwaarde: nog 3j actief blijven

Niet voor
 Management-, patrimonium- en holdingvennootschappen

20
Q

DE DOORGEEFSCHENKING
-wat
-hoe
-wat schenken
-waarde
-wanneer

A

= 1j tijd om gratis door te schenken aan (klein)kinderen
 Geheel of gedeeltelijk
 Fiscaal vriendelijke overdracht naar afstammelingen

Na
 Overlijden ouders/partner

Hoe
 Bij notariële akte met vrijstelling van schenkbelasting

Wat kan je schenken?
 OG’en die je kreeg uit erfenis
 Alle RG’en

Waarde
 Vrijstelling tot beloop van betaalde erfbelasting

Wanneer
 Ten vroegste van zodra erfbelasting werd betaald
 Uiterlijk 1j na overlijden

21
Q

VOORBEHOUD VAN VRUCHTGEBRUIK
-wat
-vruchten van woning?
-vruchten van beleggingsportefeuille
-vruchten vennootschap
-voordeel
-nadeel
-fiscaal

A

= wegschenken in BE met voorbehoud van VG

Vruchten woning:
- Huur
- Zelf gebruiken

Vruchten beleggingsportefeuille:
- Intresten
- Dividenden

Vruchten vennootschap:
- Dividenden
- Stemrecht op AV
 behoud van controle

Voordeel
* Je behoudt de vruchten maar geeft de juridische eigendom toch al door bij leven
* Bij overlijden dooft het vruchtgebruik uit en worden de blote eigenaars volle eigenaars
* Behalve in geval van aanwas of terugval

Nadeel
* Indien je wenst te verkopen is de handtekening van de kinderen als blote eigenaars noodzakelijk
* Moet via notariële akte, kan niet via bankgift

Fiscaal
 Schenkt BE
 Je betaalt schenkbelasting op waarde VE
 Als VG’s overlijden: geen erfbelasting

VG bij derde zit en kind bezit BE  schenkt dit door aan kleinkinderen
 Enkel schenkbelasting verschuldigd op waarde blote eigendom

VG vennootschap + je bezit privé BE en schenkt BE door aan kinderen
 Betaal je schenkbelasting op waarde BE

22
Q

GOEDE DOELEN
-schenkbelasting

A

Goede doelen
 0% schenkbelasting
 Erkende vzw’s, stichtingen openbaar nut

Private stichtingen
 5,5% schenkbelasting

23
Q

PERSONEN MET BEPERKING
-kunnen schenking ontvangen?

A

Schenking ontvangen
 Krijgen onder bepaalde voorwaarden abattement
 Voetvrijstelling => vermindering bij laagste schijven

24
OPVOLGEND VG, AANWAS EN TERUGVAL -Wettelijk toegekend opvolgend VG -Aanwas van VG -Terugval van VG
VG dooft uit bij overlijden  Niet altijd geval o Wettelijk toegekend opvolgend VG o Aanwas van VG o Terugval van VG Wettelijk toegekend opvolgend VG * Als men al gehuwd was op moment van de schenking (na 1/9/2018), dooft het VG niet uit bij overlijden van de schenker en verkrijgt de LLE het VG door de wet * LLE betaalt erfbelasting! * Eventueel uit te sluiten via testament of via de opmaak van een erfovereenkomst * Of door zelf een clausule van aanwas of terugval in de schenkingsakte op te nemen Conventioneel voorzien in aanwas/terugval van VG  Indien overdracht VG voorzien is in schenkingsakte kan je erfbelasting vermijden Fiscale behandeling aanwas * Beide echtgenoten schenken een goed uit het gemeenschappelijk vermogen/ in onverdeeldheid met voorbehoud van VG. Er zijn dus twee schenkers. * VG gaat integraal over naar de LLE → geen erfbelasting Fiscale behandeling terugval * Eén echtgenoot schenkt een goed uit het EV met voorbehoud van VG en wil dat de LLE het VG verderzet * VG gaat integraal over naar de LLE → geen erfbelasting MAAR wel schenkbelasting  Terugval moet uitdrukkelijk aanvaard worden (zoniet: wettelijk toegekend opvolgend VG en bijgevolg erfbelasting verschuldigd)
25
LAST TOT BETALING VAN EEN LIJFRENTE -wat -hoeveel rente? -lijfrente = verplicht? -aanwas/terugval naar LLE bij overlijden schenker -andere optie voor schenking met behoud van inkomsten
n<= schenken onder last om periodieke geldsom te betalen aan schenkers Rente  max. 4% van geschonken som  Te beperken tot max. 50% waarde Optionele last = Rente moet enkel worden betaald als schenker erom verzoekt Aanwas/terugval naar LLE bij overlijden schenker  1 schenker/EV: terugval naar LLE  erfbelasting op rente  2 schenkers: aanwas o Gemeenschapsvermogen  erfbelasting op helft o Onverdeelde goederen (SVG)  geen erf- of schenkbelasting indien schenking geregistreerd werd Schenken met behoud van inkomsten  2 mogelijkheden o Schenken van BE met voorbehoud VG o Schenken in VE onder last om lijfrente te betalen
26
LAST TOT LEVENSONDERHOUD -wat?
 Je kan schenken onder last om levensonderhoud te voorzien indien nodig Levensonderhoud verschaffen  de schenkers tijdens hun leven te onderhouden, met name de nodige kosten voor voeding, huisvesting, kledij en dergelijke te betalen en hen te verzorgen en dit in de mate dat deze kosten niet langer gedragen kunnen worden door de inkomsten en het vermogen van de schenkers zelf
27
VERVEEMDINGSVERBOD -wat? -Vrij beschikkingsrecht?
 begiftigde niet toegelaten om op gelijk welke wijze de geschonken goederen te vervreemden, te verpanden of te bezwaren met zakelijke lasten tijdens het leven van de schenkers of de langstlevende onder hen vrij beschikkingsrecht begiftigde  moet beperkt zijn in tijd  zolang schenkers leven  dient verantwoord te zijn door wettig belang; motief nodig ter bescherming rechten schenkers  VG beschermen  Recht bewoning beschermen  Beding van terugkeer bij vooroverlijden
28
VERBOD TOT INBRENG IN HUWGEMEENSCHAP -wat -mogelijkheden
 Niet overdragen aan echtgenoot/partner Uitsluitingsclausule  Kan uitgebreid worden naar inkomsten uit schenking  Kan beperkt worden in tijd  Ook mogelijk bij algehele gemeenschap
29
RESTSCHENKING – FIDEÏ COMMIS DE RESIDUO -wat? -hoe? -aanvaardingstermijn -fiscaal -Beperken?
= schenking aan 1ste begiftigde, wat rest bij overlijden gaat naar 2de begiftigde Via  Notariële akte 1ste begiftigde  Moet goederen apart beheren  Spoor volgbaar Schenking  Moet worden aanvaard door 1ste en 2de begiftigde VOOR overlijden schenker Fiscaal  SCHENKBELASTING verschuldigd bij schenking aan 1ste begiftigde Overlijden 1ste begiftigde  Geen erfbelasting  2de begiftigde betaalt schenlbelasting volgens tarief schenker-2de begiftigde Overweeg om restschenking te beperken  Enkel uitwerking als 1e begiftigde overlijdt zonder kinderen  Beperken in tijd  Vrijheid om erover te beschikken
30
ZAAKVERVANGING -wat? -bij welke clausules? -Zelf rondkomen -Ferrari-syndroom -Schoonfamilie -Wat als kind eerder sterft? -beheer
 Zorgt ervoor dat alle voorwaarden schenking ook betrekking hebben op goederen die in plaats gekomen zijn Doorspekt schenkingsakte in diverse clausules: * Voorbehoud vruchtgebruik * Bij een uitsluitingsclausule * Bij een ontbindende voorwaarde van vooroverlijden * Bij een bewindclausule * Bij een restschenking (fideï commis) Zelf rondkomen  Berekening maken  Behoud van inkomsten  Last tot levensonderhoud Ferrari-syndroom  Vervreemdingsverbod  Controlestructuren: maatschap/levensverzekering Schoonfamilie  Verbod tot inbreng huwgemeenschap  Ontbindende voorwaarde vooroverlijden  Restschenking en tweede begiftigde aanduiden Wat als kind overlijdt voor mij?  Beding van terugkeer  Restschenking en tweede begiftigde aanduiden Beheer  Voorbehoud VG  Controlestructuren: maatschap
31
SCHENKING TSS ECHTGENOTEN -bij welk vermogen? -Schenker overlijdt? -Terugkeer? -Herroepbaar? -Wederzijdse schenking?
Enkel mogelijk  Met EV Overlijden schenker  Geen erfbelasting meer verschuldigd (tenzij binnen 5j na niet-geregistreerde schenking) Beding van terugkeer  Vrij van erfbelasting terugkeren Echtscheiding: herroepbaar  In principe definitief  Schenking tss echtgenoten is eenzijdig herroepbaar o Ten allen tijde + zonder motivatie o Tenzij opgenomen in huwelijkscontract  akkoord met 2 partijen Wederzijds schenken tss echtgenoten  Geld wederzijds schenken = fiscaal misbruik  Alternatief: beding van aanwas
32
Gesplitste aankoop -princiepe -bij overlijden? -fiscale aandachtspunten -vruchtgebruik kopen met vennootschap
HET PRINCIPE Bij aankoop:  Ouders kopen VG = gebruik/huur  Kinderen kopen BE = eigendom Bij overlijden:  VG dooft uit  Kinderen krijgen VE, vrij van erfbelasting  Geen inkorting mogelijk = successieplanning van bij aankoop FISCALE AANDACHTSPUNTEN Kinderen kopen BE  Kunnen bewijzen dat zij BE betaalden met eigen middelen waarover ze reeds beschikten voor aankoopakte  Dossier aanleggen met bewijsstukken  Zoniet? Erfbelasting Oplossen geen geld:  Ouders kunnen bankgift doen MAAR mag niet rechtstreeks gelinkt zijn aan bedrag aankoop OF  Kinderen kunnen lening aangaan om BE te kopen VERDELING VAN DE AANKOOPPRIJS: WAARDERING VG/BE Latere verbouwingen  Kosten dienen ook gesplitst betaald te worden volgens zelfde verhouding VRUCHTGEBRUIKSCONSTRUCTIE MET EEN VENNOOTSCHAP Vennootschap koopt VG * Vennootschap heeft genot * Afschrijving is aftrekbare beroepskost * Staat in voor gewone onderhouds- en verbeteringswerken Bedrijfsleider koopt BE * Bedrijfsleider is juridische eigenaar * Op einde VG wordt bedrijfsleider VE * Staat in voor grote herstellingen Waarderingen  Correct gebeuren op basis van reëel rendement  Zoniet? Voordeel van alle aard voor bedrijfsleider
33
Beding van aanwas -definitie -voorwaarden -fiscale gevolgen -burgerrechtelijke gevolgen -vergelijking tontine
PRINCIPE Beding van aanwas = kanscontract; overeenkomst waarbij langstlevende onder opschortende voorwaarde van vooroverlijden van eerststervende een specifiek goed verkrijgt Voorwaarde  Gelijke kansen op winst of verlies  DUS gelijke levensverwachting op moment van aangaan overeenkomst Voor wie?  Enkel op eigen goederen  Niet op gemeenschapsgoederen Op welke goederen? Hoe?  Roerende goederen: onderhands/notariële akte  Onroerende goederen: notariële akte FISCALE EN BURGERRECHTELIJKE GEVOLGEN FISCAAL Vrij van erfbelasting  Goederen komen aan LLE toe als gevolg van kanscontract en niet als gevolg van erfrecht  Goederen vallen niet meer in nalatenschap RG’en  Vrij van erfbelasting en registratierechten OG’en  Vrij van erfbelasting  Wel verkooprechten volgens tarief van afsluiten beding van aanwas Verkooprechten op gezinswoning  Ook! o Voorzie regeling op maat o Maak beding optioneel o Combineer met testament BURGERRECHTELIJK Inkorting  Niet mogelijk door kinderen  Erfdeel wordt dus beperkt Bij overlijden heeft partner keuze:  Beding van aanwas o LLE moet verkooprechten betalen op gezinswoning o Kind kan reserve niet uitoefenen = ZEKERHEID  Testament o LLE moet niets betalen op gezinswoning o Kind kan reserve WEL uitoefenen VERGELIJKING MET TONTINE  Tussenkomst verkoper  Dus 3 partijen ipv 2 LLE  Krijgt eigendomsrechten rechtstreeks van verkoper en niet van eerststervende koper Tontinebeding  Moet opgenomen worden in hoofdovereenkomst  Kan tot problemen leiden bij latere wijzigingen aan overeenkomst
34
Erfovereenkomsten -definitie -doel -procedure -globale erfovereenkomst -punctuele erfovereenkomst
ALGEMEEN Erfovereenkomst = akkoord tussen de toekomstige erflater en zijn erfgenamen, waarin zij afspraken vastleggen over bepaalde aspecten van de nalatenschap Doel  overeenkomen over de gelijkheid terwijl de ouders nog leven, om later conflicten te vermijden tussen de kinderen Geen akkoord sluiten  Over toekomstige verdelingen Zware procedure:  Verplicht via notariële akte  Verplicht verloop o Notaris: ontwerp overmaken aan iedereen o Minimum 15 dagen later: vergadering + toelichting o Minimum 1 maand na de vergadering: akte  Wordt opgenomen in CRT CRT = Centraal Register der Testamenten GLOBALE ERFOVEREENKOMST Familiepact  Tussen één of beide ouders en verplicht met alle kinderen Verplicht  m.b.t. alle schenkingen uit het verleden en tot datum akte Niet mogelijk  Voor schenkingen in de toekomst Bindend akkoord  Over een subjectieve gelijkheid Akkoord  Over een evenwicht tussen schenkingen en voordelen  Niet noodzakelijk financieel gelijk Vb. schenking geld en betaling studies Vb. schenking geld en babysitten voor kleinkinderen van ander kind PUNCTUELE ERFOVEREENKOMST = Over specifieke aspecten van een schenking of een erfenis Niet noodzakelijk  tussen alle kinderen Waarde van schenking vastklikken  Overeenkomst over de waarde van de schenking, waar later niet meer kan op teruggekomen worden Verzaken aan vordering tot inkorting  Bij een ongelijke schenking – bevoordeling van een kind  Schenking aan bv. zorgbehoevend kind  Akkoord gaan geen inkorting te eisen, ook al wordt reserve aangetast door schenking Generatiesprong  Schenking aan kleinkinderen  Akkoord dat schenking aangerekend wordt op eigen aandeel (als ouder) Valkeniersclausule  Om erfrechten nieuwe echtgenoot beperken opnemen in huwelijkscontract Verzaken aan wettelijk toegekend opvolgend VG  Bij overlijden komt VG toe aan LLE ingevolge wettelijk opvolgend VG  Echtgenoot kan verzaken aan toepassing wettelijk toegekend opvolgend VG
35
Inbreng ten behoeve van derde (“bierroute”)
 Vennootschap met 2 of meer adh’s o Aandeelhouder B brengt bijkomend vermogen in, in de bestaande vennootschap (maatschap), zonder dat aandeelhouder B in ruil nieuwe aandelen krijgt o De bestaande aandeelhouder A heeft voortaan aandelen die meer waard zijn