Pluriforme samenleving periode C Flashcards
(33 cards)
pluriforme samenleving
een samenleving waarin veel verschillende opvattingen, gedragingen, levensbeschouwingen, religies en culturen, gewoonten en gebruiken mogelijk zijn.
Waarden
zijn uitgangspunten die belangrijk en nastrevenswaardig zijn bijv. respect, vriendschap, vrede, gezelligheid.
Normen
gedragsregels die voortvloeien uit waarden. bijv. een bejaard persoon met ”u” aanspreken, etc.
Persoonlijke identiteit
het beeld dat iemand van zichzelf heeft en uitdraagt, het zelfbeeld. bijv vegetariër, gelovig, muzieksmaak, etc
Sociale identiteit
past bij de groepen waar iemand deel van uitmaakt, groepsidentificatie. bijv. Nederlander, wereldburger, moslim, en/of skater, etc.
Socialisatie
is nodig om als groep of samenleving te overleven
socialisatoren
ouders, school, overheid, vrienden, etc.
sociale controle
is dat leden van een groep erop letten dat men zich aan de regels houdt.
Internalisatie
het einddoel van socialisatie
aangeleerd gedrag als niet meer van buitenaf opgelegd ervaren.
➥ je ‘automatisch’ gedragen zonder erbij na te denken
Stereotyperingen
vaststaande, vereenvoudigde beelden en veronderstellingen over een bepaalde groep mensen.
Vooroordelen
meningen over mensen die niet gebaseerd zijn op feiten
discriminatie
het ongelijk behandelen van mensen op grond vangroepskenmerken die in de gegeven situatie niet van belang zijn.
intolerantie
het niet accepteren van mensen die anders denken (of gedragen) dan jij
vergroot het risico op discriminatie
xenofobie
angst voor het vreemde
Dominantecultuur
de waarden, normen en gewoonten die de meerderheid van de bevolking deelt.
Subcultuur
wijkt af van de dominante cultuur, maar wil de dominante cultuur niet veranderen.
Tegencultuur
in strijd met de dominante cultuur en wil deze veranderen.
Individualistischvs.collectivistisch
gaat groepsbelang boven het individuele belang?
Machtsafstand
wordt ongelijke verdeling van macht verwacht en geaccepteerd?
Masculienvs.feminien
overlappen sekserollen elkaar of niet?
Segregatie
verschillende bevolkingsgroepenlevenzowelfysiek als sociaalgescheidenvan elkaar.
Assimilatie
nieuwkomers nemen dedominante cultuurgeheel over en doen hun eigen cultuur af
Integratie
het opnemen van een groep in desamenleving doorwederzijdse aanpassing.
sociale cohesie
het gevoel van onderlinge verbondenheid