Plusquamperfectum Flashcards
(24 cards)
0
Q
Jij had geroepen
A
Vocav-era-s
1
Q
Ik had geroepen
A
Vocav-era-m
2
Q
Hij had geroepen
A
Vocav-era-t
3
Q
Wij hadden geroepen
A
Vocav-era-mus
4
Q
Jullie hadden geroepen
A
Vocav-era-tis
5
Q
Zij hadden geroepen
A
Vocav-era-nt
6
Q
Ik had bang gemaakt
A
Terru-era-m
7
Q
Jij had bang gemaakt
A
Terru-era-s
8
Q
Hij had bang gemaakt
A
Terru-era-t
9
Q
Wij hadden bang gemaakt
A
Terru-era-mus
10
Q
Jullie hadden bang gemaakt
A
Terru-era-tis
11
Q
Zij hadden bang gemaakt
A
Terru-era-nt
12
Q
Ik had gehoord
A
Audiv-era-m
13
Q
Jij had gehoord
A
Audiv-era-s
14
Q
Hij had gehoord
A
Audiv-era-t
15
Q
Wij hadden gehoord
A
Audiv-era-mus
16
Q
Jullie hadden gehoord
A
Audiv-era-tis
17
Q
Zij hadden gehoord
A
Audiv-era-nt
18
Q
Ik had geleid
A
Dux-era-m
19
Q
Jij had geleid
A
Dux-era-s
20
Q
Hij had geleid
A
Dux-era-t
21
Q
Wij hadden geleid
A
Dux-era-mus
22
Q
Jullie hadden geleid
A
Dux-era-tis
23
Q
Zij hadden geleid
A
Dux-era-nt
