POLITIEK begrippen Flashcards

(30 cards)

1
Q

absolutisme

A

staatsvorm geleid door een onbeperkte alleenheerschappij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

alleenheerschappij

A

autocratie, bestuursvorm waarbij 1 persoon zo veel mogelijk macht in handen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

alleenheerser

A

staatsman die allemacht naar zich toe trekt en zo onbeperkte macht verwerft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bestuurlijke organistatie

A

wijze waarop een samenleving ingericht en bestuurd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

bestuurtaal

A

officiële taal in een land die wordt gebruitk door machtshebbers (niet altijd hetzelfde al de voertaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

cesaropapie

A

staatsvorm waarbij de werdelijke leider (ceasar of keizer) ook de kerkelijke leider (papa of paus) is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

keizer

A

hoogste titel voor het hoofd van een monachie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

koning

A

titel voor het hoofd voor een monarchie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

leenrheer

A

koning of edelman aan wie een vazal trouw zweert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

macht

A

de mogelijkheid hebben om je invloed op mensen of gebeurtenissen te gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vazal

A

vertouweling van een leenheer. de vazal kreeg een ambt of grond van de leenheer in ruil voor zijn trouw en diensten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vazaliteit

A

vertrouwensrelatie tussen een leenheer en een vazal als middel om een rijk te besturen en te verdedigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voertaal

A

taal die in een bepald gebied in het dagelijks leven wordt gebruikt. (niet altijd hetzelfde als de bestuurstaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vorst

A

edelman met adelijke titel zoals bv: een graaf, hertog, koning…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

centralisatie

A

proces waarin de macht of het bestuur in handen van een centrale instellingen komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

monarchie

A

staatvorm waarbij een vorst door erfopvolging wordt aangeduid

17
Q

rechtspraak

A

beoordelen en eventueel bestraffen van wetsovertredingen

18
Q

rechtstaat

A

gebied waarin er regels zijn die zowel voor de burgers als voor de machtshebbers gelden

19
Q

codex

A

bundel wetteksten, bv: de codex van keizer Justinianus

20
Q

rechtbank

A

instelling waar rechters schuld en recht bepalen bij een misdrijf en geschillen oplossen

21
Q

staatsvorm

A

manier waarop die staat ingericht is en geleid wordt

22
Q

stadstaat

A

staatsvorm waarin een stad en de omgeving eromheen een eigen bestuur hebben

23
Q

territoriale invulling

A

wijze waarop het grondgebied en de genzen veranderen doorheen de tijd

24
Q

eenheid

A

samenhorigheid en een bepaald gebied of tussen gebieden

25
expansie
uitbreiding, bv: van een grondgebied
26
grens
afbakening bv: schieding tussen 2 gebieden
27
grondgebied
territorium bv: een gebied waariver bestuurd wordt
28
koninkrijk
gebied waarvan een koning staathofd is
29
verbrokkeling
uit elkaar vallen van het grondgebied in kleinere stukken
30
verovering
met geweld in bezit nemen, bv: van een grondgebied of territorium