Pop eco Flashcards
(62 cards)
Populatiegrootte
abundancy
Dichtheid
Density
Geclusterd
(Clumped), in groepen, door recources, sociale dieren,
Regelmatig
(Uniform), in vaste afstand tussen individuen door concurrentie, territoria
Willkeurig
(Random), wild, zoals windverspreidingspatroon
Resource
Bron die een organisme gebruikt om te overleven
I-curve
is vlak aan het begin, wat wijst op lage sterftecijfers tijdens de vroege en middelbare leeftijd, en daalt vervolgens steil naar beneden naarmate de sterftecijfers toenemen onder de ouderen.
II-curve
is intermediair, met een constant sterftecijfer gedurende de levensduur van het organisme
III-curve
daalt aan het begin, wat een zeer hoge sterfte onder de jongeren weergeeft, maar vlakt af naarmate de sterftecijfers dalen voor de weinige individuen die de vroege periode van afsterven overleven. De meeste organismen in deze curve produceren veel nakomelingen, maar bieden weinig zorg.
Iteropaar
Kan meerdere keren in haar leven voortplanten
Semelpaar
Kan maar een keer voortplanten
Cohort life table
je volgt een groep individuen van dezelfde leeftijd. Makkelijk bij planten, sessiele dieren, organismen met discrete generaties (insecten), en organismen in een kleine omtrek. Het is een nauwkeurige methode maar moeilijk bij lang levende dieren.
Static life table
bepaal de leeftijd van de organismen gedurende een bepaalde tijdsperiode sterven, gebruiken bij organismen waarvan je makkelijk de leeftijd kan bepalen. Voordelen: je hoeft de dieren niet telkens te blijven volgen, nadeel: je moet de leeftijd nauwkeurig kunnen bepalen.
Dichtheidsafhankelijke factoren
Factoren die sterker worden naar mate de populatiedichtheid toeneemt.
- concurrentie om voedsel, Snellere verspreiding van zieken bij een hogere dichtheid, Hogere predatie
Dichtheidsonafhankelijke factoren
Factoren die onafhankelijk zijn van populatiedichtheid. Voorbeelden: - Weersomstandigheden zoals droogte, kou, of overstromingen. - Natuurrampen zoals vulkaanuitbarstingen of bosbranden.
Intraspecifiek
interacties of processen die plaats vinden tussen dezelfde soort
Interspecifiek
Interacties of processen die plaats vinden tussen verschillende soorten
Exploitation
Je deelt de ruimte van resources met andere soorten, een passieve vorm van concurrentie, bijvoorbeeld het gebruik van een boom in verschillende delen.
Interference
Het verhinderen van gebruik van de zelfde bronnen door bijvoorbeeld agressief gedrag. Kan ook een plant die op een boom groeit zijn.
Competitive exclusion
Meerdere soorten gebruiken dezelfde bronnen waardoor 1 soort uitsterft door te grote concurrentie
Fundamental niche
er vindt geen competitie plaats waar meerdere soorten leven
Realized niche
1 soort is door de andere soort verdreven naar een specifiek stuk in het leefgebied, deze kan daar wel overleven
Resource partitioning
de beschikbare bronnen worden verdeeld onder de organismen, bijv de leeuw en de hyena
Intermediate disturbance
biodiversiteit is het hoogst bij een matige frequentie van verstoringen