Pray Flashcards
(70 cards)
1
Q
beschermen
A
to protect
2
Q
bidden
A
to pray
3
Q
de dag
A
the day
4
Q
het eten
A
the food
5
Q
het gebed
A
the prayer
6
Q
geliefde
A
beloved
7
Q
de heiland
A
the Savior
8
Q
hemelse vader
A
Heavenly Father
9
Q
de levende
A
the living
10
Q
de maaltijd
A
the meal/food
11
Q
studeren
A
to study
12
Q
de zegeningen
A
the blessings
13
Q
de zendelingen
A
the missionaries
14
Q
onze
A
our
15
Q
Vader in de hemel
A
father in heaven
16
Q
mijn
A
my
17
Q
Hemelse Vader
A
Heavenly Father
18
Q
geliefde Hemelse Vader
A
beloved Heavenly Father
19
Q
dierbare Hemelse Vader
A
dear Heavenly Father
20
Q
wij
A
we
21
Q
danken u
A
thank you
22
Q
voor
A
for
23
Q
onze families
A
our families
24
Q
ik dank u
A
I thank you
25
een levende profeet
a living prophet
26
vragen u om
ask you to
27
de profeet
the prophet
28
te helpen
to help
29
te zegenen
to bless
30
te beschermen
to protect
31
te leren
to learn
32
onze lerares
our teachers
33
mijn leraar
my teacher
34
mij
me
35
mij te helpen Nederlands te leren
me to help Dutch to learn
36
ons te helpen Nederlands te lerent
us to help Dutch to learn
37
in de naam van
in the name of
38
Jezus Christus
Jesus Christ
39
onze Heiland
our Savior
40
uw geliefde zoon Jezus Christus
thy beloved son, Jesus Christ
41
amen
amen
42
het Boek van Mormon
the Book of Mormon
43
dank u
thank you
44
dit/deze
this
45
de familie
the family
46
de geest
the spirit
47
gezond
healthy
48
de kerk
the church
49
lekker
delicious/tasty
50
het lichaam
the body
51
de liefde
the love
52
met
with
53
mijn
my
54
het offer
sacrifice
55
onze
our
56
de taal
the language
57
uw
thy/thine
58
van
from/of
59
wij
we
60
doen
to do
61
gehoorzamen
to obey
62
helpen
to help
63
leren
to learn
64
lief hebben
to love
65
studeren
to study
66
volgen
to follow
67
vragen
to ask for
68
zegenen
to bless
69
bidden
to pray
70
danken
to thank