Preposiciones Flashcards
(66 cards)
waken over
velar por
Hij werd overmeesterd door een groep terroristen
Fue secuestrado por un grupo terrorista
iets proberen te doen
tratar de hacer algo
intentar hacer algo
probar a hacer algo
kiezen voor
votar por
beginnen te
comenzar a / empezar a
interesse hebben voor
interessarse por / estar interesado en
Hij stond op het punt te vertrekken
Estaba para salir
invloed hebben op
influer en ( niet enfluir)
Hij vermijdt om het te doen
Evita hacerlo
We zullen klaar zijn tegen zes uur
Estaremos listos para las seis
moeite doen voor
esforzarse por
Het boek is voor Jan
El libro es para Juan
Hij eist om binnen te komen
Exige poder entrar
Hij is groot voor zijn leeftijd
Es alto para su edad
Het kost 10 euro per persoon
Cuesta 10 euros por persona
pleiten voor
abogar por
Hij vraagt binnen te komen
Pide poder entrar
Dankjewel voor alles
Gracias por todo
geen uitstaans hebben met
no tener nada que ver con
bedanken voor
dar las gracias por
bidden voor
rezar por
‘S morgens werk ik thuis
Por la mañana, trabajo en casa
Ik spreek hier liever niet over via de telefoon
Prefiero no hablar de eso por teléfono
verstaan onder
entender por. ? Qué entiendes por eso ?