preposiciones Flashcards
(8 cards)
1
Q
in
A
dentro de
2
Q
op
A
sobre
3
Q
naast
A
a lado de
4
Q
voor / tegenover
A
in frente de
5
Q
achter
A
détras
6
Q
onder
A
debajado
7
Q
tussen
A
entre / en medio de
- en medio de: enkel wanneer er twee objecten zijn, niet meer.
- entre: wanneer er twee of meer objecten zijn.
8
Q
op de hoek
A
en la esquina