preposições Flashcards
(51 cards)
0
Q
Achter
A
Behind, hinter
1
Q
Aan
A
On, to
2
Q
Behalve
A
Except
3
Q
Beneden
A
Below, unterhalb
4
Q
Bij
A
By, bei
5
Q
Binnen
A
Within, dentro, innerhalb
6
Q
Boven
A
On, über, em cima
7
Q
Buiten
A
Outside, fora
8
Q
Door
A
Através, durch, by
9
Q
Gedurende
A
During, Durante
10
Q
In
A
In, no
11
Q
Langs
A
Entlang, along
12
Q
Met
A
With
13
Q
Na
A
After, nach, depois
14
Q
Naar
A
To, nach, para
15
Q
Naast
A
Next, neben, do lado
16
Q
Om
A
On, um
17
Q
Ondanks
A
Devido, thanks, trotz
18
Q
Onder
A
Under, debaixo, unter
19
Q
Op
A
On
20
Q
Over
A
Acima, over, über
21
Q
Per
A
Per, pro, por
22
Q
Rond
A
Um
23
Q
Seders/sinds
A
Since, desde, seit
24
Tegen
Against, gegen, contra
25
Tegenover
Gegenüber
26
Ten
Ten oosten/ westen/ noorden/ zuiden van
Ten minste
Ten slotte
27
Tijdens
During, während
28
Tot
Until, até, bis
29
Tussen
In between, among
30
Uit
Out, out of, from
31
Van
Of, from
32
Vanaf
From
33
Vanwege
Because of, on account of
34
Via
Via
35
Voor
For, before, in front of
36
Voorbij
Post, beyond
37
Wegens
Because of
38
Zonder
Without
39
Ongeacht
Regardless of
40
Niettegenstaande
In spite of
41
Namens
On behalf of
42
Nabij
By, at, beside
43
Qua
As, as far is ... is concerned
44
Te
At, in
45
Afgezien van
Apart from, except for
46
Aldus
According to
47
Als
As
48
Bovenop
On top of
49
Jegens
To, towards
50
Krachtens
By virtue of
