Probleem 2: Who would you hire Flashcards
(37 cards)
wat is het doel van Cote & Miners in hun artikel over E.I, CI.I en job performance?
Introduceren van een compenserend model. E.I zou C.I compenseren.
Wat stelt het compenserende model (Cote & Miners)
wanneer er gebrek is aan 1 vaardigheid, kan dit gecompenseerd worden door E.I.
Model stelt dat cognitieve intelligentie (C.I) de associatie tussen E.I en werkprestaties modereert –> de associatie wordt positiever naarmate C.I afneemt.
Welke 4 vaardigheden kent E.I (wordt benoemd in vrijwel alle artikelen)
- Emoties waarnemen
- Emoties gebruiken om prestatie te faciliteren
- Emoties en emotionele kennis begrijpen
- Emoties reguleren
Volgens Cote & Miners kan E.I gezien worden als een vorm van intelligentie. Waarom ? (2 redenen)
- Definitie van E.I komt overeen met bestaande definities over Intelligentie.
- E.I voldoet aan de criteria van intelligentie:
Cote & Miners stellen dat E.I een vorm van intelligentie is. Als tweede reden geven ze dat E.I voldoet aan de criteria van intelligentie. Welke criteria benoemen ze?
Conceptuele criteria
Correlationele criteria
Ontwikkelingscriteria
Wat wordt bedoelt met de conceptuele criteria van intelligentie vs. E.I (Cote & Miners)
Construct van intelligentie moet vermogens weerspiegelen (wat iemand kan) en niet persoonlijkheidskenmerken (hoe iemand zich gedraagt)
Wat wordt bedoelt met de correlationele criteria van intelligentie vs. E.I (Cote & Miners)
construct met correleren met en anders zijn dan andere vormen van intelligentie. E.I correleert met C.I, maar heeft geen volledige overlap, het is dus wel degelijk anders
Wat wordt bedoelt met de ontwikkelings criteria van intelligentie vs. E.I (Cote & Miners)
Construct moet de potentie hebben om te verbeteren over tijd. Dit is het geval bij E.I, aangezien het geleerd kan worden –> oudere mensen scoren vaak hoger.
wordt de eerste hypothese van Cote & Miner : ‘‘1. De associatie tussen E.I en taakprestatie wordt sterker wanneer C.I afneemt.’’ ondersteund door de resultaten? leg uit
De eerste hypothese wordt volledig ondersteund. Resultaten laten zien dat invloed van E.I op taskperformance hoger wordt als C.I lager is. Er is een interactie-effect aanwezig.
E.I kan hoge werkprestaties verklaren wanneer C.I laag is. Wanneer C.I hoog is kan E.I geen hoge werkprestaties verklaren
wordt de tweede hypothese van Cote & Miner: ‘‘2. De associatie tussen E.I en OCB wordt sterker wanneer C.I afneemt.’’ ondersteund door de resultaten? leg uit.
Let op: er wordt onderscheid gemaakt tussen 2 vormen van OCB
Hypothese 2 wordt deels ondersteund. Hypothese stelt dat associatie tussen E.I en OCB sterker wordt als de C.I lager is (er wordt onderscheid gemaakt tussen OCBO en OCBI). De relatie wordt alleen gevonden voor OCBO, niet voor OCBI.
Er is een interactie-effect tussen E.I en C.I op OCBO, maar NIET voor OCBI.
Kan het compenserende model altijd de relatie tussen hoge OCB en lage C.I verklaren? (Cote & Miner)
Nee, het model kan dit WEL verklaren bij OCBO. Maar het compenserende model verklaard dit niet voor OCBI, aangezien hier geen interactie-effect gevonden wordt.
Kunnen de resultaten van het onderzoek van Cote & Miner verklaard worden door impression management ?
Nee, er werd in het onderzoek gecontroleerd voor deze variabelen door middel van het leader-member exchange. Er werd geen significant resultaat gevonden.
Wat waren de speculaties van Cote & Miner over het feit dat de resultaten wel gevonden werden voor OCBO, maar niet voor OCBI?
wordt mogelijk verklaard omdat OCBI minder focus legt op taakprestatie, meer op het helpen van anderen. Er Wordt geïmpliceerd dat OCBI wellicht meer persoonlijkheid is.
Wat zijn de resultaten over de relatie tussen persoonlijkheid en werkprestatie gevonden in het onderzoek van Cote & Miner?
EI en cognitieve intelligentie waren allebei positief gecorreleerd met baanprestatie.
Agreeableness en extraversie waren positief gecorreleerd met taakprestatie en OCB, en openheid voor ervaring was positief gecorreleerd met OCB
Wat is het doel van het onderzoek van Schmidt en Hunter – General Mental Ability in the World of Work: Occupational Attainment and Job Performance?
Ze gingen kijken of GMA een voorspeller is van beroepsniveau en werkprestatie.
Wat is de relatie tussen beroepsniveau en GMA? (schmidt en Hunter)
Cross-sectionele studies:
Onderzoek onder USA militairen uit 2e wereldoorlog laten zien dat GMA toeneemt naarmate beroepsniveau toeneemt. Laat ook zien dat iemand met lage GMA vaak niet op een hoog beroepsniveau zit.
Longitudinale studies:
Kan causaal verband tussen GMA en beroepsniveau verklaren. Ook dit onderzoek laat zien dat mensen met hoge GMA op meetmoment 1, op meetmoment 2 wss een hoger beroepsniveau bereiken over tijd.
Ook laat longitudinaal onderzoek zien dat GMA gecorreleerd is aan inkomen = hoog GMA hoger inkomen ( ook onderzocht bij vol biologische broers). GMA kan niet voorspellen welk type beroep iemand zal uitvoeren, het kan wel voorspellen op welk niveau hij het gekozen beroep zal uitvoeren.
Conclusie: Hoge GMA is vaak hoger beroepsniveau
benoem de 3 variabele die beroepsprestatie beïnvloeden (schmidt en hunter):
- specifieke cognitieve vaardigheden
- werkervaring
- persoonlijkheid
Leg de ‘‘specific aptitude theory’’ uit en leg uit hoe deze ondersteund/ontkracht werd (schmidt en Hunter)
Theorie die stelt dat werkprestaties worden beïnvloed door specifieke aanleg/bekwaamheid.
Theorie wordt ontkracht: onderzoek laat zien dat deze bekwaamheid/aanleg wordt verklaard door GMA.
Leg uit hoe baanervaring de werkprestaties beïnvloed? Leg ook uit hoe GMA in verband staat met deze relatie. (Schmidt en Hunter)
Werkervaring = langer gewerkt = meer kennis = hogere prestaties.
Ze zeggen dat meer ervaring zorgt voor betere prestaties, maar deze relatie neemt af over tijd. Dit komt omdat je op een gegeven moment piek bereikt en niet heel veel beter meer wordt.
GMA is hier van belang omdat mensen met hoge GMA vaak sneller baankennis opdoen, wat resulteert in hogere prestaties
Ackerman maakte onderscheid tussen 2 soorten taken: Consistente en inconsistente taken.
Leg de relatie tussen GMA en deze 2 soorten taken uit.
(Schmidt en Hunter)
Consistente taken (eenvoudig) hebben lage correlatie met GMA. Taken worden geautomatiseerd naarmate iemand meer ervaring heeft.
Inconsistente taken (complex) hebben een hoge correlatie met GMA. Taken worden niet geautomatiseerd en blijven gecontroleerde informatieverwerking vereisen
leg uit hoe GMA en baanervaring de baanprestaties beïnvloeden over tijd (Schmidt en Hunter)
langer werken = meer ervaring. Naarmate iemand meer ervaring krijgt, neemt de incrementele validiteit van baanervaring op baanprestatie af.
Echter, de validiteit van GMA op baanprestaties blijft consistent/wordt hoger naarmate tijd vordert.
welke Big Five persoonlijkheidskenmerk is de beste voorspeller van baanprestatie (Schmidt en Hunter)
Conscientiousness
Waarom is GMA zo belangrijk voor werkprestaties ? (Schmidt en Hunter)
De belangrijkste reden voor de grote impact van GMA ligt in: het verwerven van ‘’Job Knowledge’’
Mensen met hoge GMA verwerven sneller en meer baankennis –> meer baankennis —> hogere prestaties.
Wat is het doel van de meta-analyse van O’Boyle et al ?
Onderzoeken of E.I unieke variantie verklaard in het voorspellen van werkprestaties, bovenop Big Five persoonlijkheidskenmerken en C.I.