Procedures en recht hfst. 6 Flashcards

(33 cards)

1
Q

Begrote afzet

A

Afzet zoals die voor de komende periode gepland is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Begrote productie

A

Productie zoals die voor de komende periode gepland is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Begroting

A

Vertaling van een planning in hoeveelheden en bedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beheersingsfunctie budget

A

Functie van het budget om de uitvoering te toetsen aan de ondernemingsdoelstellingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Budget

A

Begroting in de vorm van een taakopdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Controlefunctie

A

Functie van het budget om de uitvoering van een opdracht te controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Deelbudget

A

Gedeelte van het masterbudget als dit verdeeld wordt naar kostensoorten of kostenplaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dekking

A

Doorberekende kosten van een afdeling door het leveren van prestaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Doorbelaste kosten

A

Kosten die een kostenplaats berekend krijgt omdat andere afdelingen diensten voor de afdeling verrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Eerstverdeelde kosten

A

De indirecte kosten van de kostenplaats zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Flexibel budget

A

Gemengd budget waarvan het tarief van het variabele deel afhankelijk is van de bedrijfsdrukte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gemengd budget

A

Afdelingsbudget dat bestaat uit een vast en een proportioneel variabel deel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoofdkostenplaats

A

Afdeling waarin je de producten maakt of verkoopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hulpkostenplaats

A

Kostenplaats die diensten verricht voor een andere kostenplaats, maar niet zelfstandig bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kostendragers

A

Producten waarop de indirecte kosten uiteindelijk drukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kostenplaats

A

Onderdeel van de onderneming dat ten behoeve van het productieproces een bepaald soort prestaties levert

17
Q

Kostenplaatsenmethode

A

Verbijzondering van de indirecte kosten, waarbij je deze kosten over de verschillende kostenplaatsen binnen een onderneming verdeelt en waarbij je per kostenplaats de dekking van deze indirecte kosten bepaalt

18
Q

Liquiditeitsbegroting

A

Overzicht van begrote uitgaven en begrote ontvangsten in een bepaalde periode

19
Q

Machtigingsfunctie budget

A

Functie van het budget om de afdeling te machtigen om mensen en middelen in te zetten

20
Q

Masterbudget

A

Resultatenbegroting, de liquiditeitsbegroting voor een komende periode tezamen met de verwachte balans aan het einde van die periode (het totaal van alle deelbudgetten)

21
Q

Periodebudget

A

Deel van het jaarbudget wanneer je het jaar verdeelt in verschillende perioden

22
Q

PDCA-cyclus

A

Regelmatig terugkerende aanpak van een project op basis van planning, uitvoering, controle en aanpassing (Plan-Do-Check-Act)

23
Q

Plan(ning)

A

Geheel van maatregelen en middelen om de uitvoering van de noodzakelijke werkzaamheden in een periode doelmatig te laten verlopen

24
Q

Project

A

Geheel van activiteiten om een bepaald doel te bereiken

25
Resultatenbegroting
Overzicht van begrote kosten en begrote opbrengsten in een bepaalde periode
26
Standaardkosten
Toegestane standaardkosten van de werkelijke productie of afzet
27
Strategisch plan
Langetermijnplanning die bestaat uit plannen die gemaakt zijn voor een periode van meerdere jaren en die de richting van een onderneming bepalen
28
Taakstellingsfunctie budget
Opdracht aan een afdeling door middel van een budget
29
Variabel budget
Afdelingsbudget dat uitsluitend (proportioneel) variabele kosten bevat)
30
Vast budget
Afdelingsbudget dat alleen uit constante kosten bestaat
31
Verbijzonderen
Indirecte kosten verdelen over kostenplaatsen op basis van geleverde prestaties
32
Voortschrijdend budget
Budget dat verdeeld is in verschillende periodes waarbij er telkens een nieuwe periode bijkomt en een oude afgaat en waarbij je het budget steeds actueel houdt
33
Zelfstandige kostenplaats
Een kostenplaats die diensten verricht voor een andere kostenplaats en tevens zelfstandig bestaat