proef 4 Flashcards

koolstoffen (15 cards)

1
Q

Wat zijn alkylgroepen?

A

Vertakkingen aan koolstofverbindingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn aromaten?

A

Aromaten zijn stoffen met een benzeenring in het molecuul.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ontstaan esters?

A

Esters ontstaan bij de reactie van een alcohol en een zuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is fenyl?

A

Dit is de naam van de benzeenring als zijgroep in een molecuul.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een homologe reeks?

A

Een groep verbindingen waarin de verhouding tussen het aantal C-atomen en H-atomen gelijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een hoofdgroep?

A

Een karakteristieke groep met de hoogste prioriteit, die wordt aangegeven met een achtervoegsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is hydrolyse?

A

Een voorbeeld van een hydrolysereactie is de reactie van een ester met water. Hierbij wordt de esterbinding verbroken en ontstaan de alcohol en het carbonzuur waaruit de ester is opgebouwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn isomeren?

A

Twee verschillende stoffen die dezelfde molecuulformule hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een karakteristieke groep?

A

Een atoom of atoomgroep, anders dan C of H, waardoor een stof een karakteristieke eigenschap krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een klasse in de organische chemie?

A

Een groep koolstofverbindingen die bepaalde eigenschappen met elkaar gemeen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn koolwaterstoffen?

A

Een klasse van verbindingen die uitsluitend bestaan uit koolstofatomen en waterstofatomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn oliën en vetten?

A

Dit zijn esters van glycerol (propaan-1,2,3-triol) en vetzuren, zuren met lange koolstofketens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat bestudeert de organische chemie?

A

De organische chemie houdt zich bezig met koolstofverbindingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is systematische naamgeving?

A

Internationaal systeem van naamgeving volgens regels die zijn afgesproken door de IUPAC.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een triviale naam?

A

Dit is de niet-systematische naam waaronder een stof bekend is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly