Proefwerk Hoofdstuk 1 Flashcards

(35 cards)

1
Q

agrarische samenleving

A

samenleving waarin de landbouw het belangrijkste middel van bestaan is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ambachtslieden

A

mensen die als beroep iets maken met hun handen en met behulp van eenvoudige werktuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ambtenaren

A

mensen die werken in dienst van de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

archeologen

A

wetenschappers die door middel van opgravingen het verleden van mensen onderzoeken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

evolutie

A

een langzame ontwikkeling, die miljoenen jaren kan duren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

evolutie theorie

A

wetenschappelijke verklaring voor het bestaan van mensen. mensen zouden miljoenen jaren geleden zijn ontstaan uit apen en mensenapen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

farao

A

de leider van het oude Egypte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

geschiedenis

A

wetenschap die het verleden van mensen met behulp van bronnen onderzoekt en beschrijft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geschreven bronnen

A

bronnen waarin schrifttekens worden gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

grafgiften

A

voorwerpen die in het graf van de overledene zijn gelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hiërarchie

A

opbouw in lagen met verschillend aanzien en verschillende status van laag naar hoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hiërogliefenschrift

A

het schrift van de Egyptenaren gebruikten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

historicus

A

wetenschapper die onderzoek doet naar het verleden van mensen, veelal aan de hand van geschreven bronnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

irrigatielandbouw

A

systeem waarmee op een kunstmatige manier voldoende water word aangevoerd ten behoeve van de akkerbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

jager-verzamelaars

A

mensen die leefden van de jacht op dieren en het verzamelen van planten, vruchten en noten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

landbouwrevolutie

A

het ontstaan van de landbouw, ongeveer 10.000 v.chr. in het nabije oosten

17
Q

middensteentijd

A

periode waarin jager-verzamelaars op een vaste plek gaan wonen

18
Q

nieuwe steentijd

A

periode waarin de landbouw is ontdekt

19
Q

nomaden

A

mensen zonder vaste woonplaats, die rondtrekken van kamp naar kamp

20
Q

ongeschreven bronnen

A

sporen uit het verleden die geen schrift bevatten, bijvoorbeeld gebruiksvoorwerpen

21
Q

oude steentijd

A

periode van de mensachtige en de jager-verzamelaars

22
Q

polytheïsme

A

een godsdienst waarin meer goden tegelijk worden vereerd.

23
Q

prehistorie

A

de tijd waarin de mensen geen schrift gebruikten

24
Q

primaire bronnen

A

bronnen die gemaakt zijn in de tijd waarover ze info geven

25
rituelen
handelingen die gebruikelijk zijn bij bijv een begrafenis of in een godsdienst
26
scheppingsverhalen
verhalen waarin word vertelt hoe god de wereld en de mens heeft gemaakt
27
secundaire bronnen
bronnen die zijn gemaakt na de periode waar ze info over geven
28
slaven
mensen die het bezit zijn van andere mensen en die voor die mensen moeten werken
29
slaven
mensen die het bezit zijn van andere mensen en die voor die mensen moeten werken
30
sociale verschillen
verschillen in de positie het aanzien en de status van de mensen in de samenleving waarvan zij deel uitmaken
31
staat
een begrensd gebied dat onder 1 bestuur staat
32
steentijd
periode in de prehistorie waarin mensen vooral gebruiksvoorwerpen van steen maakten
33
verleden
het geheel van gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen dat voorbij is
34
vruchtbare halve maan
gebied in het nabije oosten waar omstreeks 11.000 v.chr. de landbouw is ontstaan
35
ijstijd
periode waarin een dikke ijskap een deel van Europa bedekte