Ps: begrippentoets Flashcards

(21 cards)

1
Q

midlifecrisis

A

periode van twijfel over de manier waarop iemand zijn leven leidt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

postformeel denken

A

door ervaringen leren om met moeilijke situaties om te gaan, ze nuchterder te bekijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ageism

A

leeftijdsdiscriminatie/ een oordeel over iemand vellen op basis van iemand zijn leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

frailty (broosheid)

A

een toestand van toenemende kwetsbaarheid bij ouderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

mantelzorg

A

hulp aan een hulpbehoevende door iemand uit diens directe sociale omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dementie

A

chronische, progressieve en onomkeerbare achteruitgang van de psychische vermogens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

pre-wetenschappelijke kennis (mensenkennis)

A

kennis vanuit het gezond verstand die iedereen heeft over mensen, verzameld door dagelijkse ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wetenschappelijke kennis

A

geheel van kennis gebaseerd op sysematisch onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

onderzoekscyclus

A

beschrijft de stappen die je nodig hebt om een onderzoek uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

data

A

een verzameling van gegevens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kwantitatief onderzoek

A

numeriek data verzamelen en analyseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kwalitatief onderzoek

A

niet-numeriek data verzamelen en analyseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

interview

A

een min of meer gestructureerd vraaggesprek met één of meer mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verbaal actief luisteren

A

door middel van je stem laten zien dat je erbij bent, aandacht hebt voor de ander en deze probeert te begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

non-verbaal actief luisteren

A

zonder je stem te gebruiken laten zien dat je erbij bent, aandacht hebt voor de ander en deze probeert te begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

groep

A

personen die in interactie gaan en dezelfde waarden en normen delen

11
Q

positieset

A

alle sociale posities die iemand op een gegeven moment inneemt

12
Q

sociale positie

A

plaats binnen een groep of samenleving

13
Q

sociale structuur

A

vorm van georganiseerd samenleven, verzameling van geordende relaties met betrekking tot mensen, groepen en instituties

14
Q

sociologie

A

de wetenschappelijke studie van het sociaal handelen en het daaruit voortgekomen ontstaan, voortbestaan en veranderen

15
Q

sociaal handelen

A

handelen gericht op of beïnvloedt door anderen