Receptorfarmacologie Flashcards
(9 cards)
Waarop speelt receptorfarmacologie een in?
Op het sleutel-slotsysteem
(slot = receptor , sleutel = farmacon, levert het effect op)
Wat zijn agonisten?
Agonisten werken en stimuleren de receptor waardoor een effect wordt bewerkstelligd.
Wat zijn antagonisten?
Het farmacon past op de receptor, maar er treedt geen effect op (blokkering v/d werking v/d receptor, waardoor agonist niet meer kan binden)
4 typen receptoren: …
- G-eiwit gekoppelde receptor (snelle respons
- Ion-kanaal-gekoppelde receptoren (zeer snelle respons)
- kinase-gekoppelde receptor (eiwitten fosforyleren bij activatie , langzame respons)
- gentranscriptie receptor (werkzaam als transcriptiefactor in de kern , erg langzaam (kan uren duren)
Wat is de drug-receptor reactie?
evenwichtsreactie
[D] + [R] <–> [DR]
–> k1
<– k2
Wanneer is de affiniteit van een medicijn groot?
k1 is groot en k2 is klein
Kd = k2/k1
typen agonisten : …
volle agonisten : hebben een maximaal effect
partiële agonisten : hebben zelfs bij een hoge bezetting geen maximaal effect
inverse agonisten : inactiveren constitutionele receptoren (receptoren die van zichzelf actief zijn) waardoor er remming van activiteit ontstaat.
Wat is de effectiviteit en wat is de potentie?
effectiviteit : hoogte v/d plateaufase, dus maximaal effect
potentie : pEC50 = -log EC50 (M), concentratie waarbij de helft v/h maximale effect wordt bereikt.
Typen antagonisten: …
- chemisch (wegvangen v/e stof, onafhankelijk v/e receptor)
- farmacokinetisch (afbraak van stoffen , vaak onafhankelijk v/e receptor
- receptor blokkade : (reversibel en irreversibel competitief)
- niet competitief : bindt op andere plek op de receptor dan de agonist
- fysiologisch : bindt op een andere receptor en heeft een tegengesteld effect als de agonist