Rechtsbronnen Bij Specifieke Delicten Flashcards
(14 cards)
Doodslag en moord
Verordeningen met processuele bepalingen. Bijvoorbeeld dat de verdachte onmiddellijk mag worden aangehouden. Geen inhoudelijke eisen aan de hoogte van de straf. Dat werd als vanzelfsprekend beschouwd er werd dan verwezen naar goddelijk of Romeins recht. Echter de rechter hoeft zijn beslissing niet te onderbouwen.
Sodomie
Strafbepaling waarin wordt verwezen naar andere rechtsbronnen. Romeins en goddelijke recht. Delict wordt genoemd met aanvulling dat: deze delicten moeten worden gestraft met alle straffen die het Romeinse en goddelijke recht voorschrijven. In de praktijk zien we dat in de rechtbanken nauwelijks juristen zaten en het dus zeer de vraag was of zij de inhoud van dat goddelijke en Romeinse recht kennen.
Verkrachting
Strafbepaling waarin wordt verwezen naar andere rechtsbronnen. Romeins en goddelijke recht. Delict wordt genoemd met aanvulling dat: deze delicten moeten worden gestraft met alle straffen die het Romeinse en goddelijke recht voorschrijven. In de praktijk zien we dat in de rechtbanken nauwelijks juristen zaten en het dus zeer de vraag was of zij de inhoud van dat goddelijke en Romeinse recht kennen.
Incest
Strafbepaling waarin wordt verwezen naar andere rechtsbronnen. Romeins en goddelijke recht. Delict wordt genoemd met aanvulling dat: deze delicten moeten worden gestraft met alle straffen die het Romeinse en goddelijke recht voorschrijven. In de praktijk zien we dat in de rechtbanken nauwelijks juristen zaten en het dus zeer de vraag was of zij de inhoud van dat goddelijke en Romeinse recht kennen.
Mondelinge belediging van overheid
Vrijblijvende strafbepaling: in plakkaat stond dat de rechter mag naar welbevinden een straf mag opleggen. Dus geen houvast voor de rechter in de wet, maar wel een duidelijke strafbepaling waar een discretionaire bevoegdheid in stond.
Voorhuwelijkse seks en verleiding (lichte zedendelicten)
Verordening met vaste strafbepaling, er werd in de praktijk echter nooit tot bestraffing over gegaan. Dus geen bestraffing ondanks duidelijke vaste straf in verordening.
Valsheidsdelicten
Andere straf dan vastgestelde straf. Zoals valse handtekening, meineed, onterechte aanklacht. Daar stond volgens verordeningen van Karel V de doodstraf op. Die werd echter vrijwel nooit gegeven. Wel werd er een andere straf gegeven zoals geseling, brandmerking of verbanning. Zelden doodstraf.
Vagabondisme
Andere straf dan vastgestelde straf. De vastgestelde straf was heel duidelijk en bestond uit 3 stappen:
Eerste overtreding geseling en verbanning
Tweede: idem plus brandmerken
Derde: ophangen of wurgen
Maar in de praktijk werd er met fantasie mee omgegaan en werden de straffen door elkaar heen gebruikt.
Feitelijke belediging van de overheid
Dat is dus bijvoorbeeld het slaan van de schout. Volgens het plakkaat volgt dan altijd een lijfstraf mogelijk ook de doodstraf. In de praktijk wordt aangesloten bij de regeling in datzelfde plakkaat voor mondelinge belediging en wordt dus discretionair gehandeld door de rechter. Rechter ging niet over tot zulke ernstige straffen.
Verwonding
Vaste geldboete die ook daadwerkelijk werd betaald.
Overspel
Vaste geldboete die daadwerkelijk werd betaald.
Brandstichting
Vaste straf, doodstraf. Werd ook daadwerkelijk ten uitvoer gelegd.
Verzwaarde gevallen van diefstal
Doodstraf werd gegeven ogv plakkaat.
Roof
Dwz diefstal met geweld. Vaste straf doodstraf werd daadwerkelijk opgelegd.