Regeling (hfd 7) Flashcards
(100 cards)
verplaatsing van een stof door een biologisch membraan tegen het concentratieverval of tegen een elektrochemische gradiënt in, door middel van energietoevoer en speciale transporteiwitten
actief transport
hypofysevoorkwab
adenohypofyse
antidiuretisch hormoon, hormoon dat de terugresorptie van water in de nierkanaaltjes stimuleert
ADH
hormoon dat door het bijniermerg wordt afgescheiden. Adrenaline wordt ook door zenuwvezels van het sympathische zenuwstelsel afgescheiden
adrenaline
regelt vooral je bewuste reacties
animaal zenuwstelsel
spier (of ander orgaan) waarvan de werking tegengesteld is aan een andere spier (of ander orgaan)
antagonist
(vegatatieve) zenuwstelsel dat de zogenaamde autonome functies regelt. Autonome functies vinden onafhankelijk van wilsinvloeden plaats
autonoom zenuwstelsel
uitloper van een zenuwcel die impulsen van het cellichaam af geleiden (= neuriet)
axon
geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren en klieren
bewegingszenuwcellen
armbuigspier
biceps
cel die de myelineschede, mergschede, om een zenuwceluitloper vormen
cel van Schwann
de grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
centraal zenuwstelsel
zenuwcel, geleider
conductor
hormonen zoals cortisol geproduceerd door het bijnjerschors, onderdrukken o.a. het afweersysteem
corticosteroiden
uitlopers van een zenuwcel die impulsen naar het cellichaam toe geleiden
dendriet
ziekte waarbij de regeling van het bloedsuikergehalte verstoord is, meestal door een tekort aan het hormoon insuline (Suikerziekte)
diabetes
minimale sterkte van een prikkel die effect heeft, de prikkeldrempel
drempelwaarde