Religieuze kunst in de middeleeuwen Flashcards

(64 cards)

1
Q

Vertel wat meer over de Keltische cultuur

A

veel word hiervan overgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een benedictijnen abdij

A

mensen komen samen en maken kunst (529)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat was er in 800?

A

Karel de Grote wordt koning en hij vormt de link tussen religieuze en wereldlijke macht

=> noordmannen plunderen een stuk van Karel de Grote

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vertel wat meer over de Keltische kunst

A
  • kunst van de barbaren
  • functioneel, klein zodat ze het makkelijk konden meenemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

in wat zijn ze gespecialiseerde in de Keltische kunst

A
  • armbanden
  • drijfwerk, leggen iets ergens in en kloppen er dan op
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vertel wat meer over de Kunst van de Goten

A

350 -600
- gebruiken de cloisonné-techniek (als versiering)

dat is een plaat met dunne metalen banden op ze maken een vorm door filigraan te zetten die randen vormen

filigraan = kleine draadjes om patronen mee te vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn kenmerken van Keltische kunst?

A
  • meanders
  • dierlijke kenmerken
  • figuren lopen door elkaar
  • bandvlechtwerk
  • in het begin waren het vooral planten later heb je al menselijke figuren
  • getekend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat kan je vertellen over de boeken in die tijd

A

ze vertellen er over Christus, schrijven de teksten, boekverluchting, geven ook eigen twist aan de verhalen

boekverluchting = houden bezig illustratie, versiering van boek

  • gebruiken miniaturen
  • maken elke eerste letter van een zin speciaal
  • frontale karakter jesus, statisch
  • gebaseerd byzantijnse rijk, grote ogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat kan je vertellen over Karolingische kunst

A

732 = slag bij potje, Karel mortel

  • bedreiging vanuit Spanje
    de zoon van Karel Mortel, Pepijn de Korte werd koning in 751
  • karel de Grote, de zoon van Pepijn werd koning in 800
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Karolingische rennaissance

A
  • hadden voorkeur monumentale en aandacht voor menselijke figuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe was de bouwkunst van de Karolingische kunst?.

A

Paltz Kapel, in aken
- was van Karel de Grote
- centraalbouw
- 8-hoekig
- 2 verdiepingen
- was een soort galerij
- gebaseerd op de ravenna
- veel mozaïek
- oorspronkelijk gebouwd met afbraak materiaal van de Romeinen
- Duitsers, hadden daar hun koningen begraven
- veranderingen eraan gebeurd met de gotische stijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe zag het Basilicale grondplan eruit

A
  • rechthoekige kerk
  • er werd Westhoek en atrium bij gebouwd
  • de buitenelementen moesten herkenbaar blijven
  • het lijkt op een soort blokkendoos
  • er werden geen gewelven gebruikt
  • kerken werden versierd met altaren en tabernakels

tabernakel = waar het lichaam van Christus wordt in bewaard (vaak in goud gemaakt)
=> brons - en edelsmeedkunst werd daarin gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe was de snijkunst (Karolingische kunst)

A
  • kerven in beenderen
  • vind zijn oorspong hier maar komt ook voor in de gotiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe was de schilderkunst (Karolingische kunst)

A
  • miniaturen
  • boeken
  • volledige pagina’s in geschilderde panelen
  • meer eigen stijl naar voor Gebracht (perspectief)
  • vlak plafond met geschilderde panelen
  • versierd op plekken meeste licht
  • Karel de Grote vond fresco’s belangrijk
    => voor mensen niet konden lezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vertel wat meer over de Romaanse kunst

A
  • Duitse keizer halen overwicht, op politiek vlak ook veel macht bij kerk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is investituurstrijd

A

ruzie tussen paus en keizer (1122)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is feodaliteit

A

rijke man heeft een kasteel, verhuurt deeltjes rondom het kasteel en verhuurders geven deel van de winst aan kasteelheer

kunst wordt hierbij anders ontwikkeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

geef meer info over religieuze orders

A

mensen die geloven in gods manier ze dingen zien anders (bv.benedicten)

relusalem bevrijden = belangrijk zorgt ervoor dat cultuur wordt verspreid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

waarom zijn de steden belangrijk (Romaanse kunst)

A

afzonderlijk zelfstandige plekken

19de eeuw naam word dan pas gebruikt (romaans)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat kun je vertellen over de bouwkunst van Romaanse kunst

A
  • men blijft kerken bouwen
  • kelter- gelooft niet in god
  • kerken werden gebouwd om mensen aan te sporen tot geloven
  • abdijkerken
  • maken de kerken groter
  • principes karolingische renaissance
  • 3-beukige kerke met dwarsschip (soort Latijns kruis

westblok
- veranderd beetje
- duidelijke opdeling
- dominerende torens
- vereenvoudigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wie mocht er in de privé-kapel

A

mensen die gezorgd hadden dat het gebouw er kon staan mochten in die kapel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

voor wie was het extra koor

A

alleen voor priesters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

geef wat meer info over de gewelven

A
  • tongewelf
  • kruisgewelf (2 tongewelf die elkaar raken)
  • koepel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

vertel wat meer over de eigenheid van het bouwkunst ( romaanse kunst)

A
  • geleding = alle delen afzonderlijk herkenbaar
  • evenwichtige monumentaliteit (balans horizontaal en verticaal)

-geslotenheid en klaarheid (sober, gesloten, klein) (duidelijk)
=> wordt niet veel afgeleid, weinig versieringen

  • statische rust
    => vlakken belangrijk, niet alleen versierd, egale muren
    => daken = licht hellend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Beeldhouwkunst (romaanse kunst)
= versieren bepaalde plekken => ronde boven de deur, mens die het versierd
23
wat is vlakreliëf en hoogreliëf?
vlakreliëf = niet ver uit de muur hoogreliëf = beelden komen meer uit muur
23
Hoe was het met de zuilen in de romaanse kunst?
=> menselijk figuur, boogveld => geografische verschillen => triomferende Christus = beleving Christus - het is fijn om christen te zijn (mensen overtuigen => oordelende christus = gotische kunst
24
Hoe waren de kapitelen van de zuilen (romaanse kunst)
- teerling kapiteel = sober, blokkig - acantusbladeren op kapiteel = Griekse invloed, Romeins - bandvlechtwerk met monsterachtige dieren = keltisch - menselijke figuren in Zuid-Frankrijk, Bourgondië op de kapitelen
25
De beeldhouwkunst (romaanse kunst)
- irreëel = verhalende was belangrijk - decoratief lijnenspel = bij de kapitelen en portaal - ondergeschikt aan architectuur => wordt ingevuld volgens de ruimte en niet volgens wie belangrijker is => Afzonderlijke elementen blijven herkenbaar
26
Bronsgietwerk en de edelsmeedkunst (romaanse kunst)
- meer in België te zien dan in Frankrijk
27
Ottoonse renaissance (romaanse kunst)
3 keizers = noemden alle 3 OTTO => 962= Otto 1 = rijke kunst en het ontstaan was belangrijk - er was een bronzen zuil die werd gevraagd door een Bisschop (zuil Tranjanus) => het gieten in de mal koste veel tijd en moeite => om beeld te maken moest je eerst een mal hebben dan kon je er iets in gieten en daarna moest je het uit de mal halen
28
Wat is genesis
- ontstaan van de aarde (scheppingsverhaal)
29
wat kan je vertellen over de poort in de dom van Hildesheim
- 5m hoog - 16 panelen , 8 per kant - 1 kant was scheppingsverhalen en de andere kant was het leven van Jesus
30
Wat kan je vertellen over Godfried van Hoei
- maakte het reliekhoofd van Paus Alexander => reliek = overblijfsel van heilig persoon Het was een soort kast en daar zat dan deel van Alexander in - werk was in cloissonné (glaspoeder erin smelten)
31
Vertel wat meer over Nicolaas van Verdun
- maakte het grootste altaarstuk in 1181 - het had 51 scenes - het had ook stukken uit het nieuwe testament - 1 kant = 10 goden - ander kant = oude testament
32
Vertel wat meer over Reinier van Hoei
- Doopfont van St Barthélemy (1107) - kuip in 1 stuk gegoten - gedragen door 12 stieren (12 apostelen) - 5 taferelen door bomen afgescheiden - brons - dopen van verschillende mensen
33
Vertel wat meer over de Cultusbeelden
- reliekhouders - geen grote beelden - was om te vereren - verguld = houten beeld + laagje goud - veel beelden zien er houterig uit (stijf, geen mimiek) - ingewerkt met edelstenen met filigraan filigraan = dun strookje goud waar je vorm uit maakt daarna edelsteen (kommetje daar edelsteen in).
34
Vertel wat meer over de cultusbeelden rond Maria
- Gouden Madonna van Essen (oudste beeld) seds sapiential (hoe ze zitten) = stoel van de wijsheid => maria met Jesus op haar schoot - Maria: de rechterhand zegend en de linkerhand ondersteund het kind - maria kijkt frontaal en jesus niet - jesus: rechterhand zegend en links houdt de bijbel vast - levendig geschilderd
35
Hoe was het met andere cultusbeeld rond maria
- jesus keek hier wel frontaal - verschilde door de regio - hadden invloeden byzantijnse rijk (grote ogen, plat)
36
Vertel wat meer over christus rengans (kruisbeeld)
- open ogen - Jesus is triomfantelijk - opgegeven hoofd - kleren aan (gewaad, langen mouwen)
37
vertel wat meer over christus patiens (kruisbeeld)
- leidende christus - gesloten ogen - hangend hoofd - lendendoek - duidelijke wonden aan zijn handen
38
vertel wat meer over de boekverluchting (schilderkunst, romaanse kunst)
- zin voor irreële = verhaal belangrijk - mooie vlakvulling - sierlijk lijnenspel - goudbeleg => later versobering, minder uitbundig gemaakt
39
vertel wat meer over de fresco's (schilderkunst, romaanse kunst)
- kenmerken gelijklopend met miniaturen - besloten in architectuur => past zich aan aan de architectuur - verhalende kunst 2 stromingen - Frans = zachte kleuren, lichte achtergrond, levendig - Bourgondisch - Duits = byzantijnse invloed, donkere achtergrond, hiëratisch
40
Vertel wat meer over de glasramen (romaanse kunst)
- origineel romaanse uitvinding = liefde voor kleur - schematische figuren, statisch - harde kleuren - rijk geschakeerde vlakverdeling - figuren afgewisseld met decoratieve panelen - kan geschilderd worden - gotiek werd sterker afgebeeld
41
Vertel wat meer over de wandtapijten (romaanse kunst)
- geweven - geknoopt = net, raster -> draden gaan knopen - geborduurd vb. Tapijt van Baveux, 1075 = slag van Engeland op Frankrijk - meer borduurwerk dan tapijt vb. Abrahamtapijt, Dom Halberstadt, 1150 - geweven tapijt
42
Vertel wat meer over de gotische kunst in 13E
- vorsten worden machtiger = afbrokkeling feodaal systeem - groeiende verstedelijking - economische crisis - andere visie op religie => vol ontzag kijken naar god (romaans) => nadruk op moest ontzag opwekken, bang zijn van God, god oordeelt (gotisch)
43
Wat was de bouwkunst van de gotische kunst in de 13E
- onderscheid tussen dragende en niet-dragende elementen - voor eerst toegepast in St Denis op vraag van abt. Suger - werken met kolommen daar muur in = niet-dragend - licht = streven naar veel licht = glasramen - verticaliteit, vlucht naar boven tot in de hemel, andere manier bouwen - veel versieringen = decoratieve elementen (alles versiert) => steunberen, balken,..
44
Hoe was de constructie in de de 13E
- skeletbouw (houtbouw) => inspo sluitsteen => bouwden via principe steenbouw maar dan met hout - spitsboog = spatkracht is minder groot, voor eerst in Engeland - kruisribgewelf = werken met sluitsteen - steunberen en pinakels - luchtbogen
45
Hoe was de opbouw van de middenbeuk in 13E
1) zijbeuken 2) triforium 3) ramen - bundelpijlers => 1 grote kolom met allemaal kleine kolommen rond (was bij pilaren)
46
3 periodes in de 13E
- vroeg gotiek (1130-1200) - hoog gotiek (1200-1350) - laat gotiek (1350-16E)
47
geef wat meer uitleg over de vroeg gotiek
- geen versieringen - voelt zwaar aan
48
geef wat mer uitleg over de hoog gotiek
- Frankrijk aanvoerder - alle gotische kenmerken - kerk moest ver boven de stad uitsteken
49
geef wat meer uitleg over de laat gotiek
- zo hoog mogelijk bouwen - beginnen kathedralen, werken dan niet af want grond is niet stevig genoeg voor zo een groot gebouw => gotiek verspreidt zich over heel Europa
50
geef wat meer uitleg over de Brabantse gotiek
- vooral in België - lokale steen gebruikt - wordt versierd maar niet zelfde als in Parijs - kapitelen zijn anders (kolenbladeren) - geen acanthusbladeren (door klimaat) - brede en hoge ramen in de gevels
51
vertel wat meer over de hallenkerk
- vooral in Nederland, Duisland - in baksteen - 3 beukige kerk, midden minder hoog - in Duitsland zetten ze er nog een dak boven
52
vertel wat meer over de burgerlijke bouwkunst
- stenen huizen (alleen houten bovenkant) alles was eerst in hout => gevaar voor brand => goedkoper voor gildes (groepen ambacht) - gildes moesten een huis hebben (clubhuis) => dat was rijk versierd - de handel wordt groter - krijgen hallen - krijgen belforten
53
Hoe is de beeldhouwkunst in de 13E (portiekbeelden)
- portiekbeelden => deel van een kolom => hangen aan kolom, zit meer diepte in => staan op voetstuk, hangen niet aan kolom - Christus als Verlosser = oordeelt veel meer - gekleurde beelden = polychroom - waterspuwers - maria wordt vaker afgebeeld - figuren worden niet verwrongen
54
Hoe is de beeldhouwkunst in de 13E (kathedraalplastiek)
- dwaze maagden worden geleid door man met een appel - wijze maagden laten zich wijzen door de bruidegom (licht) - groeiend realisme, maar nog steeds geïdealiseerd - er was meer interactie - karakter werd weergegeven door de houding - polychroom - er komt steeds meer versiering
55
Beeldhouwkunst in de 14E
- vaste manier van werken - blijft geïdealiseerd - lossere beweging in de figuren maar dat vervalt weer in de regels = maniërisme - gracieuze bevalligheid - hanchement = soort houding (S vorming) - creëren diepte door drapering en houding - houterige glimlach - interactie tussen Maria en Jesus (nog niet veel) - rond hoofd en hoog voorhoofd van Maria - einde 14E => meer persoonlijke beelden => meer beelden van vorsten => opsplitsing Frankrijk - Italië => opsplitsing Nederland-Duitsland (nadruk gevoel, emotie - smart, pijn) => er worden kruisbeelden gemaakt van Jesus genageld
56
Hoe noemt een Beeld van Maria met Jesus op haar schoot
piëta
57
Hoe was de kunst in 15E
- dramatischer = meer emotie = meer licht-donker = focus op Duitse gebieden
58
vertel wat meer over Claus Sluter - mozesput
- 1395-1402 - dijon (hij was daar aan het wek , is een stad) - toont 6 apostelen, veel emoties - zeshoekige zuil, was ingekleurd
59
vertel wat meer over de nederlanden
- vooral houtsnijkunst - retabel = soort altaar, kast voor hostie => wordt erg versierd, want goed in houtsnijwerk - realisme = door de vele details - polychroom
60
vertel wat meer over Jan Borreman
- maakt heilige beelden uit hout - altaarstukken niet altijd kleur, beelden wel - veel heilige beelden, niet geïdealiseerd, toont karakter - idee houtsnijkunst goed erin in de Nederlanden want lang gebruikt - panelen worden beschilderd van een retabel