revalidatie van de cardiovasculaire patiënt Flashcards

(45 cards)

1
Q

trainingsprogramma

A
  1. individueel
    - aangepast aan doel, fysieke mogelijkheid, fitheid, gezondheidstatus
    - + fysieke & sociale omgevingsfactoren
  2. FITT-VP
    - frequentie
    - intensiteit
    - tijd
    - type
    - volume
    - progressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

componenten van trainingssessie

A
  1. opwarming
    - 5-10 min
    - dynamische oefeningen met lage intensiteit
    - aanpassing lichaam aan verhoogde noden (fysiologische & biomechanisch
  2. tranining
    - 20-60 min
    - aeroob, weerstand, neuromotorisch of sport
  3. cooling-down
    - 5-10min
    - herstel hartritme, bloeddruk
    - wegwerken musculaire metabole eindproducten

+ streching na warmup of cooling-down

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

frequentie & intensiteit aeroob

A
  1. frequentie
    - aanbevolen = 3-5 dagen per week
    - dagelijks mogelijk bij verschillende spiergroepen
    - te lage stimulatie bij <3dagen
    - plateau bij >5dagen & verhoogde kans MMS aandoeningen
    –> nooit bij mensen met verlaagde conditie
  2. intensiteit
    - aanbevolen = matig tot hoog intense
    - binnen bepaalde limiten
    - onder minimun treshold = onvoldoende prikkels
    –> voor iedereen verschillend afh van leeftijd, genetisch, …
    - kan gunstig zijn voor deconditionering
  3. nut van intensiteit
    - 10% hogere intensiteit = 1ml/kg/min hogere winst
    - gemiddeld + 3,3 na training
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

trainingsmodaliteit aeroob

A
  1. doel van verbeting cardiorespiratoire fitheid
    - gebruik van grote spiergroepen aangeraden
    –> wandelen, lopen, fietsen, roeien, …
    - fysiologische aanpassingen zijn specifiek aan trainingsvorm
  2. interval
    - aerobe interval = matig tot hoge intensiteit
    - afwisseling
    <=> uithoudingstraning met cte intensiteit
  3. HIIT high intensity interval training
    - SIT spring interval transing
    - zeer korte intervallen
    - tot bijna maximale intensiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

andere factoren aeroob

A
  1. duur
    - matig intens = 30-60min/dag
    –> 150min/week
    - hoog intens = 20-60min/dag
    –> 75min/week
    - lager = gunstig bij sedentaire
    - hoger = gewichtsverlies
  2. volume
    - product frequentie, duur & intensiteit
    - hoger volume = verandering lichaamssamenstelling
  3. progressie
    - verhoging van 1 van de FITT onderdelen
    - begin = langzaam voor MMS probelemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

krachttraining

A
  1. frequentie
    - minimun 48u tussen training
    - elke spiergroep 2-3 keer per week
  2. type van weerstand
    - oefeningen met meerdere spiergroepen vb: squat
    - oefeningen met 1 specifieke spiergroep
    - oefeningen gefocused op core stability
  3. volume
    - 2-4 sets
    - rust van 2-3min
    - omgekeerde verhouding hoeveelheid & intensiteit
    - spierkracht = 8-12 herhalingen = 60-80% maximale kracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

afkortingen van trainingen

A

MICT = medium intensity continous training
MIIT = medium intensity interval training
HIIT = high intensity interval training

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

FITT voor normale patienten

A
  1. uithoudingstraining
    - 3-5x per week
    - matig tot hoge intensiteit ≈ VT1
    - min 20-30min, best 45-60min
    - ergometer, loopband, roeien, stappen
    - MICT, MIIT of HITT
  2. krachttraining
    - min 2x per week
    - BL = 30-70% 1RM, OL = 40-80% 1RM
    - 12-15 reps in 1-3 sets
    - toestellen, losse gewichten, eigen lichaamsgewicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

FITT voor coronair lijden

A

–> gelijk als normale patienten
enkel rekening houden met ischemische threshold
–> altijd min 10bpm lager zitten

  1. uithoudingstraining
    - 3-5x per week
    - matig tot hoge intensiteit ≈ VT1
    - min 20-30min, best 45-60min
    - ergometer, loopband, roeien, stappen
    - MICT, MIIT of HITT
  2. krachttraining
    - min 2x per week
    - BL = 30-70% 1RM, OL = 40-80% 1RM
    - 12-15 reps in 1-3 sets
    - toestellen, losse gewichten, eigen lichaamsgewicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

FITT voor hartfalen

A
  1. uithoudingstraining
    - 2-3x per week
    - start aan matig afh van symptomen en gradueel opbouwen
    –> NYHA III = lage intesntieit < 40% VO2max tot 70%
    - begin op 15-30 min & stijgen tot 45-60min
    - ergometer, loopband, roeien, stappen
    - MICT, MIIT of HITT
  2. krachttraining
    - 2-3x per week
    - start 30-40% 1RM
    –> opbouwen naar 40-60%
    - 8-15 reps in 1-3 sets
    - invoegen van inspiratoire spierkrachttraining
    - toestellen, losse gewichten, eigen lichaamsgewicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

FITT voor perifeer vaatlijden

A
  1. uithoudingstraining
    - 3-5x per week
    - matig tot hoge intensiteit bepaald door pijnklachten
    –> tot score 2-3 op ACSM schaal of bijna-maximale pijnklachten
    - min 12 weken voor 30-60min
    - loopband interval, intermittent bouts van wandelen tot geselecteerde pijn & rust tot verdwenen, …
  2. krachttraining
    - 2-3x per week
    - start 50% -> 80% 1RM
    - 12-15 reps in 1-3 sets
    - vooral OL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

FITT voor obesitas

A
  1. uithoudingstraining
    - min 3x per week
    - matig tot hoge intensiteit ≈ VT1
    - verhoogd volume = 250min/week
    - ergometer, loopband, roeien, stappen
    - indien nodig aanpassing naar fietsen of aqua training
  2. krachttraining
    - min 2x per week
    - 60-70% 1RM
    - 8-10 reps in 3 sets
    - grote spiergroepen: quads, hamstrings, buik & rug, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

FITT voor type II diabetes

A
  1. uithoudingstraining
    - min 3x per week
    - matig tot hoge intensiteit ≈ VT1
    - min 20-30min, best 45-60min
    - ergometer, loopband, roeien, stappen
    - MICT, MIIT of HITT
  2. krachttraining
    - min 2x per week
    hoog volume type
    - 12-15 reps met 1-3 sets
    - 40-60% 1RM
    laag volume type
    - 8-10 reps met 1-3 sets
    - 60-70% 1RM
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

FITT voor type I diabetes

A

= zelfde als normale patiënt

  1. uithoudingstraining
    - min 3x per week
    - matig tot hoge intensiteit ≈ VT1
    - min 20-30min, best 45-60min
    - ergometer, loopband, roeien, stappen
    - MICT, MIIT of HITT
  2. krachttraining
    - min 2x per week
    - BL = 30-70% 1RM, OL = 40-80% 1RM
    - 12-15 reps in 1-3 sets
    - toestellen, losse gewichten, eigen lichaamsgewicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

coronair lijden

A
  1. revascularisatie procedures
    - CABG coronary atery bypass grafting = coronaire bypass
    - PTCA percutane transluminale coronaire angioplastiek = balloncatheterisatie met of zonder stenting (extra steun)
  2. effect van revalidatie door beweging
    - harde eindpunten = 26% daling mortaliteits, 18% daling hospitalisatie
    - zachte eindpunten: fysieke fitheid, levenkwaliteit, angst, depressie, risicofactoren, levensstijl, therapietrouwheid van medicatie
  3. ischemische treshold
    - meten door maximale inspanningsproef
    - geen daling van treshold
    - wel daling van nodige O2 bij zelfde inspanning
    –> treshold minder rap bereiken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

HIIT

A

high intensity interval training
- erg korte intervallen aan 90-95% VO2max
- langere intervallen rust aan 50-70% VO2max

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

uithoudingsmodaliteiten

A
  1. meest gebruikt
    - ergometer training
    –> preciese load onafh van lichaamsgewicht + nauwkeurigere bloeddruk/ECG
    - loopband training
  2. andere
    - nordic walking, steppen roeien
    - fietsen
    - joggen = goede inspanningscapaciteit
    - zwemmen = stabiele cardiale conditie zonder ischemie
  3. keuze
    - persoonlijke voorkeur patiënt
    - overgewicht/obesitas = voorkeur niet gewicht dragende oefeningen voor gewrichtsklachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

opmerking krachttraining cardiale patienten

A
  1. valsalva manoevres
    - grote stijging van bloeddruk
    - kan gevaarlijk zijn
    - ademhaling aanleren tijdens oefening
  2. tijdstip
    - niet 2 weken na MI of PTCA
    - oefeningen die kracht op sternum uitvoeren = min 3maand postoperatief
    –> 4-6 weken herstel na CABG
    - indien geen klachten kan OL vroeger starten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

alternatieve oefeningen

A
  1. balans training
  2. ademhalingsoefeningen bij postoperatieve complicaties
  3. gedrags verandering om fysieke activiteit voor langere termijn
  4. oefeningen/spelvormen in groep
20
Q

revalidatie bij hartfalen

A
  1. doelgroep
    - NYHA klasse II & III
    - klasse IV wordt niet uitgesloten maar is eerder palliatief
    - intensiteit tussen 3-6 MET, 10-20 ml/kg/min
  2. effect
    - harde: 12% daling mortaliteit & 41% hospitalisatie
    - zachte: fysieke fitheid, levenskwaliteit, spiermetabolisme, spierdoorbloeding, verhoogd debiet, …
  3. ## mechansime
  4. abnormale autonome regulatie
  5. verminderde vasodilatatie & perifere doorbloeding
  6. verandering spiermetabolisme
  7. verminderde LVfunctie & HD
  8. snel vermoeid & kortademig door andere kliniek van hart
21
Q

tekenen van overbelasting bij hartfalen patienten

A
  1. bloeddruk
    - lage polsdruk <10mmHg
    - daling systolische bij inspanning >10mmHg
  2. hartproblemen
    - toename (supra)ventriculaire stoornissen
    - optreden angine pectoris
  3. andere
    - ernstige vermoeiheid of kortademigheid
    - vegetatieve verschijnselen vb: misselijk & duizelig
    - verhoogde ademhalingsfrequenctie die niet in verhouding is met geleverde inspanning
22
Q

aandachtspunten hartfalen patienten

A
  1. educatie
    - inzicht aandoening & specifieke revalidatie
    - levensstijl = beweging & regristratie
    - gewicht reductie
    - leren omgaan met klachten
  2. teken van overtrainig
    - vochtproblematiek
    - slaapproblemen & bed hoger zetten
  3. andere
    - daling van MIP maximal inspiratory pressure
    - desatruatie van bloed
23
Q

vochtproblematiek hartfalen

A
  1. tekens van overcompensatie
    - plotse toename in gewicht
    - zichtbaar vocht vashouden
    - vaker moeten plassen
    - plots verlies van gewicht = cachexia = slechte prognose
  2. dieet & nutitionele behandeling
    - Na & vocht beperking
    - alcohol beperking
  3. screening
    - dagelijkse gewicht controle
    - 1,5Kg verhoging binnen 24u
    - 2Kg verhoging binnen 2 dagen
    - omiddelijk cardioloog contacteren
24
Q

interval bij hartfalen patienten

A
  1. wanneer
    - goed alternatief als duurtraining niet mogelijk is bij ernstige patienten
    - VO2max < 16ml/min/kg
    - erstig afgenomen of stoppen bij 6MWT
    - ernstig afgenomen quadricepskracht
  2. intensiteit
    - MIIT
    - HIIT is bij harfalen erg controversieel
    - laag/matig intens ≈ 50% VO2max
25
LVAD
1. left ventrikel assis device = brug naar harttransplantatie bij end-stage hartfalen 2. gebruik - contorle van debiet voor, tijdens & na oefening - geen meetbare bloeddruk of pols door continue flow - geen hartmassage - vermijden van valsalva manoevres - geen contact of buikspieroefeningen 3. stoppen met training - te laag debiet - braken diarree of duizeligheid 3. effect - hogere tolerantie - mogelijkheid tot uithoudings- & krachttraining
26
revalidatie van pacemaker & ICD
1. wanneer - niet verplicht - aeroob na 4 weken van plaatsen - anaeroob na 6 weken 2. specifiek - combinatie kracht & uithouding - VT1 = matig tot hoog intens
27
aandachtspunten ICD
1. kennis toestel - gebruik van maximale fietsproef voor evalutatie toestel - training = level van inspanning die defibrillatie veroorzaakt aanpassen --> 10-30 slagen onder defibrillatie cutoff stoppen - veel angst vooral na shock = lage levenkwaliteit --> ook positief effect van revalidatie 2. training - laag intense oefening - in gesuperviseerde omgeving - gebruik ECG - HR zones bespreken met cardioloog
28
aandachtspunten pacemaker
kennis van toestel optimalisatie van toestel tijdens revalidatie pacemaker moet weten wanneer inspanning anders geen stijging van HR
29
perifeer vaatlijden
1. LEAD lower extremity artery dissease - ankle-brachial-index < 0,9 - algemeen = atherosclerose 2. risico op - CVA - chronisch hartfalen - coronair lijden - coronaire events - cardiovasculaire - & algemene mortaliteit 3. andere therapie - rookstop - gezonde voeding - verbeteren LDL, glycemische controle & bloeddruk
30
effect van oefentherapie perifeer lijden
1. programma - geen terugbetaling - project resiv voor 36 sessies - gesuperviseerde training - niet mogelijk bij continue ischemie 2. effect - verbetering van symptomen, levenkwaliteit - verbetering pijnvrije wandelafstand & maximale- --> vaak hulpvraag 3. ACSM schaal van pijn - doel = binnen 1 te blijven door training in 2-3 - 1 = beginnende pijn: aanwezig maar minimaal - 2 = pijn waardoor patiënt afgeleid kan worden - 3 = pijn waardoor patiënt op niks anders kan focussen - 4 = martelende pijn
31
obesitas training
1. doel - verlagen van vetmassa: BMI < 25 - buikomtrek < 94 of < 80 bij vrouwen - 2kg in 6maand dalen --> 8kg als staren bij een hoger BMI & als combinatie bij calorie deficiet 2. andere effecten - vetvrije massa - bloeddruk, lipiden profiel & insuline sensitiviteit - fitheid & levenskwaliteit - inflammatoire markers
32
opmerkingen obseitas training
1. risico - ontwikkeling overbelastingsletsels - door verhoogde mechanische load & veranderende biomechanica 2. aanpassingen - evalutatie MMS stelsel - variatie oefeningen - mogelijk: niet of laag gewichtdragende oefeningen
33
revalidatie diabetes mellitus
1. doelen - verbetering glycemische controle & TIR - verbetering cardiovasculaire risicofactoren - verhogen fysieke fitheid & levenskwaliteit 4. effect van training - preventie van diabetes: meer als medicatie - positief effect op hyperglycermie door verhoogde insuline gevoeligheid 5. verhoogde insuline gevoeligheid door training - productie GLUT4 door spiercontractie - onafhankelijk van insuline - acute stijging = 2uur - HYPOglycemie kan hierdoor een probleem zijn na training
34
effect van training op DMI & DMII
= algemeen positief effect op fysieke fitheis, levelskwaliteit, cardiale risicofactoren, … 1. type I - geen effect op glycemische controle - positief effect voor minder insuline gebruik - krachttraining = verbetering van HbA1c scores 2. type I - verbetering van glycemische controle - verbetering van HbA1c scores
35
glycemie bij training
1. start van inspanning = controle glycemie - <100 mg/dl = geen start, inname van 10-15g & hertesten - 100-150 = OK maar toch inname KH - 150-250 = OK & geen inname KH voor 20min - 250+ = niet starten, meten van ketonen --> als geen ketosis = starten maar regelmatig hertesten 2. tijdens inspanning - target range = 90-180 mg/dl - ideaal = 126-180 - stoppen als >70 - als <80 & stijging van glycermie mag hervatten - <54 = permanent stoppen 3. aanpassing glycermie - gelijke trend = 10-15g - licht dalende = 15-25g - sterk dalende = 20-35g
36
glycemie na trainign
1. na de training - 80-180 - acuut verlagen na inspanning = parking hypo na kine - hypo tot 15u na inspanning --> meting snachts aangeraden 2. modaliteit - krachttraining = minder acute daling --> wel langere daling - bij HIIT mogelijk positief effect 3. andere - geen alcohol = neiging naar hypo
37
fases van cardiale revalidatie
1. fase 0 = preoperatieve fase 2. fase 1 = ziekenhuisfase 3. fase 2 = revalidatie fase 4. fase 3 = postrevalidatiefase = nazorg
38
preoperatieve fase
1. doelgroep - voor patienten voor CABG (bypass) of klepoperatie of minstens 2 van volgende criteria - 70+ jaar - prudcutief hoesten of andere longaandoeningen - roken - diabetes mellitus - BMI>27 2. toepassing - na operatie oppervlakkig ademhalen --> verkleinen van risico's op pulmonale complicaties - daling in mortaliteit & morbiditeit - kortere hopitalisatie duur - start 4 weken voor operatie 3. therapie - verhogen inspiratoire spierkracht - ademhalingsoefeningen aanleren voor diepe ademteugen - technieken aanleren om sputum te draineren --> airway clearance technieken
39
ziekenhuis fase
1. fase Ia = acute fase - CCU coronary care unit of ICU intensive care unit - 1-2 dagen - relatieve rust, long- & ademhalingsoefeningen - ventilatie verbeteren & sputum mobiliseren 2. fase Ib = mobilisatie fase - vanaf medisch stabiel - evolutie naar mobilisatie oefeningen - uitgebreid met verschillende stappen & trappen - bij hartfalen & aritmie tragere opbouw opletten voor patienten = zweten, nleek, pols, ...
40
revalidatie fase
1. evaluatie patient binnen ICF 2. revalidatie - 45 sessies binnen 6 maanden na ingreep --> posttransplantatie = 90 sessies - multidisciplinaire sessies van min 1 uur - 2-3 sessies per week - monitoring: striktheid afh van risicoprofiel - begin bij ECG & afbouwing naar polar 3. herevaluatie
41
indicaties van cardiovasculair revalidatie plan
1. terugbetaalde indicaties - AMI acuut myocardinfarct - CABG kransslagaderchrirurgie - PCI percutane coronaire interventie - verworwen/aangeboren afwijkingen of klepletsel - transplantaties - dysfunctie linker ventrikel 2. niet-terugbetaalde - onbehandelbare angina pectoris - ICD defibrillator of pacemaker plaatsing - ritmestoornissen of resynchonisatie - perifeer vasculair lijden
42
multidisciplinariteit van cardiovasculair revalidatie plan
1. kine - evalueren & optimaliseren fysiek functioneren & - activiteit - schakkel tussen patient & cardioloog 2. arts cardioloog - medische opvolging - medicatie - inspanninsproef 3. andere - psycholoog & maatschappelijk werker - huisarts & verpleegundige - diëtist & tabacoloog
43
effecten van cardiovasculaire revalidatie
1. anti-atherosclerotisch - daling triglyceriden & cholesterol - daling bloeddruk - verhoogde insuline sensitiviteit - daling infalmmatie 2. psychisch - daling angst, depressie & stress - stijging sociale ondersteuning, levenskwaliteit & integratie 3. anti-trombotisch - daling van viscositeit, fibrinogeen & adhesie thrombocyten - stijging fibrinolyse 4. anti-ischemisch - daling myocadiale O2-vraag - verhoogde coronaire bloedflow & endotheelfunctie 5. anti-artimisch = stijging van vagale tonus
44
contra indicatoren voor cardiovasculaire revalidatie
1. onzekerheid - onstabiele angina - ongecontroleerde cardial arythmieën - slecht gecontroleerde diabetes 2. ernstig falen - ernstig kleplijden - hartfalen NYHA IV - acute myocarditis of pericarditis - recent gecompliceerd myocard infarct 3. andere - drop in bloeddruk van 20mmHg - koorst of ernstige anemie - recente trombo-embolie
45
postrevalidatieve fase
= nazorg 1. doel - winst tijdens fase II behouden - focus naar meer funcitonele oefeningen = uithoudingstraining & explosieve kracht = krachttraining 2. inhoud - voorlichting & stimulatie van actief te blijven - zoeken van activiteit die nuttig is & voor hunzelf interressant - re-evaluatie op regemaltige tijdstippen