Rij 4 1/2 Flashcards
(7 cards)
1
Q
mobiliteit
A
De verplaatsing van mensen en goederen met behulp van een vervoermiddel.
2
Q
niet-grondgebonden
A
Agrarische productie die onafhankelijk van het land uitgevoerd kan worden, zoals de bio-industrie.
3
Q
openbaar vervoer (ov)
A
Personenvervoer volgens een dienstregeling met trein, bus, boot, metro of (snel)tram.
4
Q
platteland
A
Zie landelijk gebied.
5
Q
recreatie
A
Alles wat je doet in je vrije tijd.
6
Q
reikwijdte
A
De maximale afstand die mensen willen reizen om van een voorziening gebruik te maken.
7
Q
re-urbanisatie
A
Bevolkingsgroei in een stad na een periode van suburbanisatie.