Rusland Flashcards

(52 cards)

1
Q

Arbeid

A

Betaald werk dat mensen doen door goederen te maken of diensten te verlenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bevolkingsexplosie

A

Sterke groei van de bevolking in een land doordat de sterftecijfers snel dalen maar de geboortecijfers hoog blijven. Vindt plaats in fase 2 van de demografische transitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bodem

A

De voor de plantengroei belangrijke bovenste laag van de aardkorst. Tot 1m diep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bodemprofiel

A

Verticale doorsnede van de bodem die de opeenvolging van verschillende lagen laat zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bodemvorming

A

Het ontstaan van horizonten in een bodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

BRICS landen

A

Naam voor 5 opkomende landen: Brazilië, Rusland, India, China en zuid Afrika

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bruto nationaal product

A

Het geld dat alle inwoners in een land per jaar verdienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Communisme

A

Politieke vorm waarbij de staat alle bedrijven bezit en bepaalt welke producten worden gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Demografisch transitiemodel

A

Model dat de overgang laat zien van een samenleving met hoge geboorte en sterftecijfers naar lage geboorte en sterftecijfers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Demografische krimp

A

Krimp of afname van de bevolking heet ook bevolkingskrimp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geboortecijfer

A

Het gemiddelde aantal levendgeborenen per duizend inwoners per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geboortecijfer

A

Als er in een jaar meer mensen worden geboren dan dat er mensen sterven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gematigde zone

A

Het gebied tussen de breedtecirkels 23.5 en 66.5 Noorde-breedte en 23.5 en en 66.5 zuider- breedte. Gematigde zone wil zeggen niet te warm niet te koud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geopolitiek

A

Het uitoefenen van macht door een land vanwege zijn voorraad natuurlijke hulpbronnen of ligging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Horizont

A

Laag in de bodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Humus

A

Afbraakmateriaal van dode planten en dieren in een bodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Isotherm

A

Lijn die plaatsen met eenzelfde temperatuur met elkaar verbindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Kapitaal

A

Alle gebouwen, machines, hulpmiddelen en voertuigen die nodig zijn voor de productie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Landbouwdriehoek

A

Vruchtbaar landbouwgebied in Rusland dat wordt begrensd door de steden odesa, irkutsk en Sint Petersburg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Landklimaat

A

Klimaat met in de koudste naar een gemiddelde dagtemperatuur die lager is dan -3 en in de warmste maand hoger dan 10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Levensverwachting

A

Het gemiddelde aantal verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd

22
Q

Löss

A

Afzetting van de fijne deeltjes door de wind in de laatste ijstijd

23
Q

Luchtstreek

A

Temperatuurzone op aarde : tropen, gematigde zone en poolstreken

24
Q

Migratie

A

Verhuizen van de ene woonplaats naar een andere

25
Migratiesaldo
Ingrepen in de natuur en het landschap waardoor de kwaliteit ervan achteruit gaat
26
Moedermatriaal
Het vaste gesteente waaruit een bodem is ontstaan
27
Natie
Een volk dat in een staat woont
28
Natiestaat
Een staat waar een volk woont
29
Natuur
Onderdelen van de natuurlijke omgeving die nodig zijn voor de productie zoals grond, delfstoffen, grondstoffen en water
30
Natuurlijke hulpbronnen
Product uit de natuur dat mensen goed kunnen gebruiken
31
Oerbank
Keiharde laag in een podzol waar de uitgespoelde voedingstoffen en mineralen samenklitten
32
Ontgroening
Afname van het aandeel jongeren onder de 20 in de totale bevolking
33
Opkomend land
Land dat nog niet echt ontwikkeld is maar dat wel een snelle economische groei doormaakt
34
Permafrost
Permanente bevroren ondergrond
35
Planeconomie
Economisch systeem waarin de productie door de staat wordt bepaald, waarbij voor elk bedrijf een productieplan wordt gemaak, communistisch productiesysteem
36
Poolstreek
Het gebied ten noorden van 66.5 zuider breedte en zuiden van 66.5 zuider breedte. Heet ook polaire zone
37
Productiemiddel
Wat nodig is om iets te maken, arbeid, kapitaal en natuur
38
Russificatie
Het verspreiden van de invloed van de Russische cultuur in gebieden met een andere cultuur
39
Sociale bevolkingsgroei
Verandering van het bevolkingsaantal doordat mensen uit een gebied vertrekken of doordat ze zich er vestigen
40
Staat
Een gebied met duidelijke grenzen en een bestuur dat eigen baas is
41
Steppe
Droog gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage struikjes
42
Sterftecijfers
Het gemiddelde aantal overleden personen per duizend inwoners per jaar
43
Sterfteoverschot
Er gaan meer mensen door dan dat er kinderen geboren worden
44
Taiga
Zone in de gematigde luchtstreek waar naaldbomen groeien. In de winter is het er gemiddeld kouder dan -3. Heet ook naaldboomgordel
45
Toendra
Boomloos gebied in de poolstreken met begroeiing van grassen, mossen en lage struiken
46
Toendraklimaat
Koud klimaat met ‘s zomers een gemiddelde dagtemperatuur die lager is dan 10
47
Tropen
Warme luchtstreek bij de evenaar tussen 23.5 boorde breedte en 23.5 zuider breedte
48
Uitspoeling
Het naar beneden zakken van overtollig water in een bodem, waarbij voedingsstoffen worden meegenomen
49
Uitspoelingshorizont
Laag in een bodem waaruit de voedingsstoffen zijn weggespoeld
50
Vertrekoverschot
Wanneer er meer mensen zich vestigen in een gebied dan dat er mensen vertrekken
51
Volk
Een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont en dezelfde cultuur heeft
52
Vrijemarkteconomie
Economisch systeem waarin bedrijven eigendom zijn van de personen en de ondernemers zelf bepalen wat ze maken of welke diensten ze aanbieden: kapitalistisch productiesysteem