Samenstelling Van De Cel Flashcards

(37 cards)

1
Q

Wat is de functie van water in het lichaam?

A

Medium voor chemische reacties en komt ook tussen in chemische reacties • Oplosmiddel • Transportmiddel • Smeer- of glijmiddel • Warmte regulerende functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Teken zowel de ringstructur als de ketenstructuur van glucose.

A

Teken dit:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef enkele isomeren van glucose en de verschillen.

A

Geef dit:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van een monosacharide?

A

Energie leveranciers door E rijke C-H verbindingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ontstaat een disacharide?

A

Ontstaan door glycosidische binding tussen twee monosachariden Teken dit:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de functies van een disacharide?

A

Transport van monosacharide Energieleverancier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef alle functies van een polysacharide

A

Energieopslag planten ovv zetmeel (amylose + amylopectine) mens ovv glycogeen Steunelement bij planten ovv cellulose bij schaaldieren ovv chitine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de structuur verschillen tussen glycogeen, amylopectine en amylose.

A

Zie dit:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg uit hoe vetten ontstaan

A

Teken dit:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef enkele eigenschappen van vetzuren in triglyceride.

A

VZ hoeven niet identiek te zijn VZ kunnen variëren in lengte VZ kunnen verzadigd (vast triglyceride) of onverzadigd (vloeibaar triglyceride) zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef het structurele verschil tussen onverzadigde en verzadigde vetten.

A

Zie dit:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de functies van vetten?

A

(tijdelijke) Opslag van chemische energie • Isolatie: vetten geleiden warmte slecht • Beschermende laag rond tere weefsels • Waterafstoting – Veren van vogels olie – Talgklieren bij mens voorkomen uitdroging van huid en haar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef de algemene structuur van een fosfolipide

A

Zie dit:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg uit wat fosfolipiden doen in water

A

Zie dit:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef de basis structuur van een steroide

A

Zie dit:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef de algemene structuur van een proteïne

17
Q

Wat is een peptide binding

A

Om AZ met elkaar te binden gebeurt reactie tussen carboxylgroep van het ene AZ met de aminogroep van het andere AZ (Er komt water vrij)

18
Q

Wat zijn de mogelijke krachten in een polypeptideketen?

19
Q

Waar zorgen deze krachten voor?

20
Q

Wat is denaturatie?

A

Wanneer opbouwing van een proteïne verloren gaat door te hoge temperaturen of door chemische stoffen.

21
Q

Wat zijn de functies van een proteïne?

A

Transport: Membraantransporteiwitten om stoffen door de celmembraan te helpen Transport van zuurstof via hemoglobine in bloed Regulatie • Hormonen dienen als intercellulaire boodschappers • Insuline voor glucosehuishouding in de cel Enzymen • Om reacties in de cellen te versnellen Structuurelement • Nagels en haar bestaan uit het proteïne keratine • Collageen in huid Bescherming • Antistoffen om ziekteverwerkers onschadelijk te maken • Spiercontractie • De proteïnen actine en myosine in spiervezels kunnen over elkaar schuiven en zo een verkorting veroorzaken

22
Q

Wat zijn nucleïnezuren?

A

voor het eerst ontdekt in de celkern = macromoleculen van nucleotiden = 2 soorten: RNA en DNA

23
Q

Geef de chemische structuur van DNA

24
Q

Wat is de chemische structuur van RNA?

25
Wat zijn organische basen?
Zie:
26
Geef de ruimtelijke structuur van DNA
Zie
27
Geef de functies van DNA
DNA is het genetisch materiaal van de organismen Bevat instructies om AZ in een bepaalde volgorde in proteïnen te zetten Komt vooral voor in de celkern maar ook mitochondriën en chloroplasten bevatten kleine hoeveelheden DNA
28
Geef de ruimtelijke structuur van RNA
RNA is enkelstrengig Bestaat uit 1 keten van 100 den tot 1000 den nucleotiden Kan ruimtelijk opgevouwen zijn als er plaatselijk basenparing tussen C en G of tussen A en U optreedt
29
Geef het verschil in de ruimtelijke structuur van RNA en DNA
Zie:
30
Geef de functies van RNA
Structurele functie: rRNA in ribosomen Functie bij het decoderen van DNA bij proteïnesynthese (mRNA)
31
Leg de rol van natrium uit in het lichaam
Een van de belangrijkste ionen in extracellulairevloeistof• Essentieel bij geleiding van impulsen in spieren en zenuwen• Speelt rol bij waterhuishouding van de cel
32
Geef de rol van Kalium in het lichaam
Een van de belangrijkste intracellulaire ionen • Essentieel bij geleiding van impulsen in spieren en zenuwen • Speelt rol bij waterhuishouding van de cel
33
Geef de rol van Calcium in het lichaam
99% van alle Ca is opgeslagen in combinatie met fosfaten in beenweefsel en tanden • Speelt rol bij spiercontractie • Speelt rol bij bloedstolling • Speelt rol bij neurotransmissie aan de synapsen
34
Geef de rol van magnesium in het lichaam
Belangrijke intracellulaire vloeistof • Belangrijk voor functioneren van spieren en zenuwen • Centraal atoom van chlorofylmoleculen
35
Geef de rol van ijzer in het lichaam
Speelt rol in zuurstoftransport (onderdeel van hemoglobine) • In planten om chlorofyl aan te maken
36
Geef de rol van fosfor in het lichaam
In beenweefsel en tanden ovv fosfaatzouten • Komt voor in DNA, RNA, ATP
37
Dat is de rol van chloor in het lichaam?
In de maag ovv HCl waar het enzyme pepsine een lage pH nodig heeft voor de afbraak van proteïnen