samenvatting 3C1 Flashcards
(70 cards)
1
Q
hoogste sterfte NL (top 3)
A
- dementie
- longkanker
- beroerte
2
Q
hoogste sterfte wereldwijd (top 3)
A
- cardiovasculaire aandoeningen
- maligne nieuwvormingen
- infectieuze en parasitaire ziekten
3
Q
wat is prevalentie?
A
aantal ziektegevallen op een bepaald moment in de tijd, het is incidentie * duur
4
Q
hoogste prevalentie (top 3)
A
- nek- en rugklachten
- artrose
- diabetes
5
Q
wat is incidentie?
A
nieuwe gevallen van een ziekte
6
Q
hoogste incidentie (top 3)
A
- onderste LWI
- privé ongevallen
- GI-infecties
7
Q
wat is een daly?
A
ziektelast meten: disability adjusted life years = YLL (years of life lost) + YLD (years lived with disability)
8
Q
wat is YLL?
A
verloren levensjaren door sterfte (levensverwachting - leeftijd sterfte)
9
Q
wat is YLD?
A
verloren gezonde levensjaren door beperkingen en handicaps
10
Q
hoogste daly’s NL (top 5)
A
- coronaire ziekten
- beroerte
- DM
- COPD
- angststoornissen
11
Q
hoogste daly’s wereldwijd (top 5)
A
- cardiovasculaire ziektes
- infectieuze en parasitaire ziektes
- maligne nieuwvormingen
- ondervoeding
- ongevallen
12
Q
belangrijkste determinanten in vroegtijdige sterfte (top 3)
A
- roken
- ongezonde voeding
- hoge bloeddruk
13
Q
oorzaken hoge ziektelast (veel daly’s) (4)
A
- hoge incidentie aantal sterfgevallen
- sterfte op relatief jonge leeftijd
- hoge prevalentie van beperking en handicaps
- ernst van beperking en handicaps
14
Q
indicatoren meten volksgezondheid (4)
A
- ziekten & aandoeningen
- functioneren en QoL
- sterfte & doodsoorzaken
- levensverwachting & gezonde levensverwachting
15
Q
wat is het paradigma van Rose?
A
- als het risico op ziekte gradueel stijgt met toegenomen blootstelling EN
- lage niveaus van blootstelling veel voorkomen in de bevolking DAN
- zullen personen met een klein risico bijdragen aan de ziektelast EN DAN
- ligt populatiebenadering meer voor de hand dan hoog-risico benadering
16
Q
wat is de pro bij hoog-risico benadering van Geoffrey Rose?
A
je kan een geschikte behandeling aanbieden van het individu; gemotiveerde individu + artsen + mogelijk kosten efficiënt
17
Q
wat is de con bij hoog-risico benadering van Geoffrey Rose?
A
het is lastig om individuen op te sporten + er is geen aanpak van de onderliggende oorzaak
18
Q
wat is de pro bij populatie benadering van Geoffrey Rose?
A
- risicofactoren aanpakken in de omgeving
- toekomstige nieuwe gevallen voorkomen
- combinatie van gezondheidsbescherming en streven naar gezonder gedrag
19
Q
wat is de con bij populatie benadering van Geoffrey Rose?
A
kleine gezondheidswinst voor individu, wat zorgt voor een verminderde motivatie bij individu en artsen
20
Q
primaire preventie
A
bij gezonde personen
21
Q
secundaire preventie
A
opsporen pre/asymptomatisch stadium van ziekte
22
Q
tertiaire preventie
A
voorkomen van complicaties en ziekteverergering bij patiënten met een vastgestelde ziekte/aandoening
23
Q
wat is het model voor planmatige preventie? (6)
A
- epidemiologische analyse van blootstelling aan risicofactoren
- analyse van gedrags- en omgevingsfactoren
- analyse van determinanten van blootstelling aan factoren
- interventie ontwikkeling
- interventie implementatie
- (evaluatie)
24
Q
voorwaarden voor gereguleerde concurrentie? (7)
A
- goede risicoverevening
- transparante productclassificatie
- voldoende contractvrijheid voor partijen
- kwaliteitsindicatoren
- consumenteninformatie
- adequaat toezicht op kwaliteit
- effectief mededingingsbeleid
25
4 stappen van shared decision making (SDM)
1. informeren dat er een beslissing gemaakt moet worden
2. behandelopties en voor- en nadelen uitleggen
3. voorkeuren bespreken en ondersteunen van de patiënt
4. bespreken in hoeverre patiënt betrokken wil zijn, beslissing maken
26
4 elementen van shared decision making (SDM)
1. behandelmogelijkheden
2. persoonlijke waarden
3. persoonlijke voorkeuren voor behandeling
4. voor- en nadelen behandelingen
27
wat zijn de pathways van kwaliteitsverbetering?
- change pathway
- selection pathway
- reputation pathway
28
wat is de change pathway?
zorgaanbieders identificeren onderdelen in de zorg waarin zij hun beleid kunnen verbeteren
29
wat is de selection pathway?
transparantie, waardoor patiënten en hun zorgverlener kunnen kiezen
30
wat is de reputation pathway?
zorgverleners zijn bang voor een slechte reputatie en willen daarom goede zorg leveren
31
wat zijn de kwaliteitsindicatoren volgens Donabedian?
structuurmaten, procesmaten en uitkomstmaten
32
2 voorbeelden structuurmaten
aantal bedden, aanwezigheid van een stroke unit
33
2 voorbeelden procesmaten
binnen 1 uur gezien door arts, binnen 2 weken voor OK
34
4 voorbeelden uitkomstmaten
sterfte, her-OK, QoL, complicaties
35
waardoor ontstaan verschillen in uitkomst? (4)
1. statistische onzekerheden (kleinere ptgroepen, grotere variatie)
2. case-mix (andere ptgroepen)
3. confounders
4. registratie bias
36
wat zijn de 3 nadelen van het alleen kijken naar uitkomstmaten (ipv procesmaten)?
1. uitkomstinidcatie geven door alle beperkingen (sterke invloed van case-mix en onzekerheid) een invalide beeld van de kwaliteit van zorg in een zorginstelleing
2. als uitkomstmaten slecht zijn is het niet duidelijk welke zorgprocessen verbeterd moeten worden
3. als één zorgproces goed gaat en een ander zorgproces slecht, is dat niet zichtbaar in de uitkomst (compenseert waardoor uitkomst normaal/goed is)
37
3 manieren voor gebruik van indicatoren
intern - welzijn individu
intern - geaggregeerd, inzicht in eigen patiëntenpopulatie
extern - benchmark, vergelijken met anderen
38
maatstaven voor goed gezondheidszorgsysteem
1. kwaliteit
2. kosten
3. haalbaarheid
4. efficiëntie
5. patiëntvriendelijkheid
6. aanvaardbaarheid
7. gelijkheid
39
wat is het beredeneerd gedrag model?
gedrag wordt bepaald door intentie, wat wordt bepaald door attitude, ervaren subjectieve norm en waargenomen gedragscontrole
40
wat is attitude?
mening en afweging voor- en nadelen
41
wat is de ervaren subjectieve norm?
vinden anderen bepaald gedrag belangrijk en wat doen anderen zelf
42
wat is waargenomen gedragscontrole?
denk je dat je in staat bent gedrag te veranderen
43
ANGELO-model (voorbeeld obesogene factoren) - micro en macro
- fysiek: aanpassen kantines (micro), infrastructuur wandelen en fietsen (macro)
- economisch: kosten ongezond eten (micro), belasting ongezond eten (macro)
- politiek: opvoeding (micro), reclames (macro)
- sociaal cultureel: lokale normen (micro), gemeenschappelijke normen (macro)
44
taken GGD / gezondheidszorg public health (12)
1. collectieve en selectieve preventie
2. toegang tot zorg bewaken en regie uitvoeren
3. onderzoek doen / signaleren van ontwikkelingen binnen de gezondheid
4. gezondheidsbescherming
5. gezondheidsbeleid implementeren
6. kwaliteitsborging (public health algemeen, niet specifiek GGD)
7. innovatie (public health algemeen, niet specifiek GGD)
8. infectieziektebestrijding (GGD)
9. medische milieukunde (GGD)
10. JGZ (GGD)
11. ouderenzorg (GGD)
12. geneeskundige hulp bij rampen en preventie hiervan (GHOR)
45
wat zijn aspecten om mee te nemen in besluitvorming? (6)
- effectiviteit: studies die effectiviteit aantonen?
- doelmatigheid: kosteneffectiviteit aangetoond?
- mogelijke negatieve gevolgen
- mogelijke alternatieven
- sociale haalbaarheid: is de bevolking bereid?
- financiële haalbaarheid
46
burn-out criteria (4)
1. uitputting (extreem moe)
2. depersonalisatie (cynisme, verlies aan compassie, distantie)
3. gevoel van falen (verlies aan motivatie)
4. duur > 6mnd
47
informatie belangrijk voor het identificeren van cases (5)
- aard van klachten/symptomen
- tijdstip van ontstaan
- duur klachten/symptomen
- risicofactoren expliciet noemen
- achtergrondkenmerken/demografische gegeven/identificatiegegevens
48
WHO age-friendly cities: (3)
- gelijkheid
- inclusieve sociale omgeving
- toegankelijke fysieke omgeving/voorzieningen
49
advies zorginstituut doelmatigheid, 3 klassen
de drempelwaarde doelmatigheid hangt af van de ernst van de ziektelast, er zijn 3 klassen
- ernstige ziekte: 80.000 euro per QALY
- matig ernstige ziekte: 50.000 euro per QALY
milde ziekte: 20.000 euro per QALY
50
waarom is praktijkvariatie onwenselijk?
praktijkvariatie wijst er op dat behandelbeslissingen zijn gebaseerd op voorkeuren van behandelaars, en niet is gebaseerd op richtlijnen waardoor zowel onder- als overbehandeling ontstaat
51
wat is de planmatige aanpak volksgezondheidsproblemen? (6)
1. absolute omvang/ernst
2. relatieve omvang/ernst
3. effectiviteit van beschikbare maatregelen
4. doelmatigheid maatregelen
5. mogelijke negatieve gevolgen, sociale haalbaarheid, financiële haalbaarheid
6. effectiviteit/doelmatigheid van alternatieven
52
hoe kan je de absolute omvang/ernst van volksgezondheidsproblemen meten?
incidentie, prevalentie, sterfte en ziektelast
53
hoe kan je de relatieve omvang/ernst van volksgezondheidsproblemen meten?
trends, internationale positie, positie tov ziekten
54
wat zijn de fases van epidemiologische transitie? (5)
1. tijdperk van hongersnood en epidemieën
2. tijdperk van afnemende epidemieën
3. tijdperk van degeneratieve en door de mens veroorzaakte aandoeningen
4. tijdperk van delayed degenerative disease
5. tijdperk van emerging en re-emerging ziektes (AB resistentie)
55
oorzaken medicijnentekorten (4)
1. beperkte voorraad fabrikanten
2. preferentiebeleid zorgverzekeraars
3. lage medicijnprijzen
4. lage geneesmiddelenconsumptie
56
wat zijn diagnostische middelen van de bedrijfsarts? (4)
- anamnese
- 4DKL vragenlijst
- informatie van de leidinggevende
- informatie over de werkomstandigheden
57
hoe kan je hulp aanvragen bij de gemeente?
1. aanvraag bij online / telefonisch / fysiek loket
2. inventarisatie middels keukentafelgesprek
3. besluit: individuele indicatiestelling voor specifieke voorzieningen
58
voorwaarden screening tav ziekte (5)
- belangrijk gezondheidsprobleem
- natuurlijk beloop ziekte is bekend
- er bestaat een algemeen aanvaardbare behandelwijze
- er is een herkenbare presymptomatische fase, die zich effectiever laat beïnvloeden dan de symptomatische fase
- voorzieningen voor het stellen van de diagnose en behandeling zijn aanwezig
59
voorwaarden screening voor screeningsmethode (6)
- effectieve methode
- acceptabel voor de te screenen populatie
- het is duidelijk wie behandeld moeten worden
- voordelen screening zijn groter dan de nadelen
- netto voordelen moeten opwegen tegen de kosten (kostenefficiëntie)
- aangeboden voorziening is structureel
60
welke meldingsplichtige ziekten zitten in groep A?
MERS, pokken, polio, SARS, virale hemorragische koorts
61
wanneer moet je ziekten uit groep A melden?
bij verdenking, binnen 24 uur
62
wat zijn de gevolgen als je een groep A ziekte hebt?
verplichte isolatie, onderzoek, quarantaine, verbod op beroepsuitoefening
63
welke meldingsplichtige ziekten zitten in groep B1?
human infectie dierlijk influenzavirus, difterie, pest, rabiës, TBC
64
Welke ziekten uit groep B1 moet je binnen 24 uur melden?
dierlijk influenza, difterie en rabiës binnen 24 uur
65
welke ziekten uit groep B1 moet je binnen 1 werkdag melden?
pest en TBC
66
welke meldingsplichtige ziekten zitten in groep B2?
tyfus, cholera, hepatitis, kinkhoest, mazelen, etc
67
Hoe snel met je ziekten uit groep B2 melden?
binnen 1 werkdag
68
wat zijn de gevolgen als je een ziekte uit groep B2 hebt?
verbod op beroepsuitoefening
69
wat zijn de gevolgen als je een ziekte uit groep C hebt?
er kunnen geen dwingende maatregelen worden opgelegd, maar meestal wel tijdelijk staken van beroepsuitoefening in overleg met bedrijfsarts
70
wat zijn de stappen van de minimale interventie strategie?
motivatieniveau vaststellen, motivatie verhogen, barrières inventariseren en bespreken, startdatum verandering vaststellen, hulpmiddelen, follow-up en nazorg
