Schedel Flashcards

(50 cards)

1
Q

Functie hersenschedel?

A

Vormt een beschermende doos om hersenen heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Functie aangezichtsschedel

A
  • Geeft vorm aan het gelaat

- geeft steun voor aantal zintuigen zoals neus, ogen en mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat de hersenschedel?

A

Schedeldak en schedelbasis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit wordt het schedeldak gevormd?

A
  • voorhoofdsbeen
  • wandbeenderen
  • achterhoofdsbeen
  • slaapbeenderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarin kun je de schedelbasis grofweg in indelen?

A

Voorste, middelste en achterste deel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar wordt het voorste deel van de schedelbasis door gevormd?

A
  • zeefbeen
  • voorhoofdsbeen
  • gedeelte van het wiggebeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar wordt het middelste deel van de schedelbasis door gevormd?

A
  • een gedeelte van het wiggebeen

- het slaapbeenderen met een gedeelte van het rotsbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar wordt het achterste deel van de schedelbasis door gevormd?

A
  • het gedeelte van het rotsbeen

- het achterhoofdsbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is kleiner, de aangezichtsschedel of de hersenschedel?

A

Aangezichtsschedel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waardoor wordt de oogkas gevormd?

A

door delen van het

  • voorhoofdsbeen
  • het wiggebeen
  • de bovenkaak
  • traanbeen
  • zeefbeen
  • jukbeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waaruit bestaat de aangezichtsschedel ?

A
  • traanbeen
  • neusbeen
  • jukbeen
  • bovenkaak
  • onderkaak
  • tongbeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waaruit bestaat de schedel?

A
  • hersenschedel

- aangezichtsschedel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar bevinden zich openingen in het voorhoofdsbeen voor het doorlaten van bloedvaten en zenuwen?

A

Boven de oogkassen in het voorhoofdsbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk been is gepaard?

A

Wandbeenderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk bot vormt de zijkanten en achterkant en achter bovenkant van de hersenschedel?

A

Het wandbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarmee vormt het achterhoofdsbeen een verbinding?

A

Met het wiggebeen, het wandbeen en het slaapbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe is het achterhoofdsbeen verbonden met de bovenste halswervel?

A

Middels een ei gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waar bevindt zich een opening waar de hersenholte in verbinding staat met het ruggenmerg?

A

In het achterhoofdsbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarvoor dient het achterhoofdsgat?

A

Via deze opening staat de hersenholte in verbinding met het ruggenmergkanaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke beenderen behoren tot de hersenschedel

A
  • voorhoofdsbeen
  • wandbeen
  • achterhoofdsbeen
  • slaapbeen
  • wiggebeen
  • zeefbeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waar bevind zich het wiggebeen

A

Tussen het achterhoofdsbeen, het slaapbeen en het voorhoofdsbeen

22
Q

Waardoor wordt het kaakgewricht gevormd

A

Door het achterste uitsteeksel van de onderkaak en het slaapbeen

23
Q

In welke beenderen bevinden zich uittredingsplaatsen voor de gevoelstakken van de 5e hersenzenuw

A

In de bovenkaak, de onderkaak en het voorhoofdsbeen

24
Q

Met welke been is de bovenkaak d.m.v een naadverbinding verbonden

25
Welk been vormt het bovenste deel van de oogkas
Het voorhoofdsbeen
26
Op welke manier zijn de beenderen van de hersenschedel onderling verbonden
Bindweefselvergroeiingen
27
Welke beenderen grenzen aan de zijvlakken van het wiggebeen
- slaapbeen - voorhoofdsbeen - wandbeen
28
Waarvoor dienen de openingen in het zeefbeen
Voor het doorlaten van bloedvaten en zenuwen
29
Waarvoor dienen de voorste uitsteeksels van de opstijgende takken van de onderkaak
Voor de aanhechting van spieren
30
Wat is een kenmerk van het achterhoofdsbeen
Het bevat een opening voor het doorlaten van het ruggenmerg
31
Waarvan is het tepelvormig aanhangsel een deel
Van het slaapbeen
32
In welk been bevindt zich de gewrichtskom van het kaakgewricht
Slaapbeen
33
Welke verbindingen vindt met tussen de schedelbeenderen
Naadverbindingen en gewrichten
34
Waar bevindt zich het tongbeen
In een pees van een spier tussen bovenkaak en onderkaak
35
Hoe noemt men het gewricht tussen achterhoofdsbeen en atlas
Eigewricht
36
Waardoor wordt de onderrand van de oogkas gevormd
Bovenkaak en jukbeen
37
Waarmee vormt de onderkaak samen het kaakgewricht
Met het slaapbeen
38
In welk been bevindt zich een opening waardoor een tak van de Drielingzenuw naar buiten treedt
Het voorhoofdsbeen, bovenkaak en onderkaak
39
5e hersenzenuw = DRIE lingzenuw = DRIE uittredingsplaatsen ( voorhoofdsbeen, bovenkaak en onderkaak) = is gemengde zenuw Wat is de Latijnse naam
N trigeminus
40
Wat is de Latijnse naam voor de 7e hersenzenuw
Nervus facialis
41
Waarvoor dienen de voorste uitsteeksels van de opstijgende takken van de onderkaak
Aanhechting van spieren
42
Waar bevindt zich het Turkse zadel
In de schedelbasis | Wiggebeen
43
Met welke beenderen is het achterhoofdsbeen verbonden
- wiggebeen - wandbeen - slaapbeen
44
Waaraan grenst het zeefbeen
Aan het neusbeen
45
Welk bot vormt de mondholte
Bovenkaak
46
Welke delen van het schedelskelet zijn ongepaard
Het wiggebeen en het zeefbeen
47
Waar bevindt zich het tepelvormiguitsteeksel van het slaapbeen
Aan de achter- onderkant van het oor
48
Welke beenderen vormen de hersenschedel
- voorhoofdsbeen - wandbeen - achterhoofdsbeen - slaapbeen - wiggebeen - zeefbeen
49
In welk deel van de aangezichtsschedel bevindt zich een opening voor het doorlaten van bloedvaten en zenuwen
Onderkaak
50
Waaruit bestaan de verbinden tussen de beenderen van het schedelskelet
Bindweefsel