scheidingsmethoden Flashcards
(7 cards)
1
Q
bezinken/centrifugeren/afschenken is verschil in?
A
dichtheid
2
Q
filtreren is verschil in?
A
deeltjesgrootte
3
Q
extraheren is verschil in?
A
oplosbaarheid
4
Q
indampen is verschil in?
A
vaste stof oplost in vloeistof
5
Q
destilleren is verschil in?
A
kookpunt
6
Q
dialyse is verschil in?
A
molecuul grootte
7
Q
chromatografie is verschil in?
A
adsorptie en oplosbaarheid