Schema p. 88 – 91 Flashcards
(7 cards)
Waar en wanneer:
-Ontstaan Italië, vandaaruit verspreid over heel West-Europa.
-Gehele 17e eeuw.
Term afkomst:
-Oorspronkelijk spot- naam o.w.v. de asymmetrische, onregelmatige vormen.
-Term v. d. Barocco-parel.
Religieuze context: opkomst protestantisme= reformatie:
-16e eeuw: Katholieke Kerk= West-Europa 1000 jaar domineerde, „corrupt‟ (priesters misbruik positie vo. persoonlijk gewin, pausen hielden zich meer bezig met wereldlijk dan met geestelijk leiderschap.)
-1e helft 16e eeuw, Enkele personen (bv. Martin Luther en Johannes Calvijn, ) uitten kritiek op ‘verloederde’ Katholieke Kerk, riepen hervormingen. De hervormingsgezinde ideeën v. Luther & Calvijn=snel verspreid doorheen Europa & protest tegen Katholieke meer volgelingen
Religieuze context: -Katholieke tegenreactie = contrareformatie:
-2e helft 16e eeuw: Spaanse vorst Filips de Tweede Kath. Kerk trad hard op tegen de protestanten.
-De wrede maatregelen Filips veroorzaakten vooral in Nederlanden (= het huidige België + Nederland) opstand v. protestanten.
-gevolg= bloedige godsdienstoorlogen.
Politieke context:
-Opkomst Vorstelijk Absolutisme: alle politieke, religieuze & economische macht in handen van enkel de koning, die dus als alleenheerser optreedt. bv. Louis XIV in Versailles.
Economische context:
uitbreiding overzeese koloniale handel
Gevolgen voor de kunst: -2 soorten barok:
katholieke volbarok & protestantse classicerende barok:
belangrijke opdrachtgevers:
-de katholieke contrareformatie
-de absolute vorsten
-top v/d koloniale handelaars