Schooltaalwoorden taalvaardig D2 Flashcards

(30 cards)

1
Q

vergane glorie!

A

roem die er vroeger was en nu niet meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

roem die er vroeger was en nu niet meer

A

vergane glorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

usual suspects!

A

voor de hand liggende steden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

voor de hand liggende steden

A

usual suspects

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

mobiliteit!

A

de mogelijkheid om zich in het verkeer voort te bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de mogelijkheid om zich in het verkeer voort te bewegen

A

mobiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

infrastructuur!

A

het totaal van de onroerende voorzieningen zoals wegen, bruggen, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het totaal van de onroerende voorzieningen zoals wegen, bruggen, …

A

infrastructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

irrelevantie!

A

zonder betekenis, niet belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zonder betekenis, niet belangrijk

A

irrelevantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

impressionant!

A

indrukwekkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

indrukwekkend

A

impressionant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

delegatie!

A

afvaardiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

afvaardiging

A

delegatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

convenabel!

A

geschikt, passend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

geschikt, passend

17
Q

verworven recht!

A

recht dat je in het verleden verkregen hebt

18
Q

recht dat je in het verleden verkregen hebt

A

verworven recht

19
Q

wars van!

20
Q

afkerig van

21
Q

status quo!

A

toestand waarin iets bevindt

22
Q

toestand waarin iets bevindt

23
Q

fundamenteel!

A

wat de grondslag , de kern raakt

24
Q

wat de grondslag , de kern raakt

25
renoveren!
vernieuwen
26
vernieuwen
renoveren
27
circuit!
kring, min of meer gesloten groep
28
kring, min of meer gesloten groep
circuit
29
event!
belangrijke gebeurtenis, evenement
30
belangrijke gebeurtenis, evenement
event