Schooltijd Flashcards
Zes tot twaalf jaar (26 cards)
Fysieke ontwikkeling
- De groei verloopt trager, maar gestaag. De spieren ontwikkelen zich verder en het ‘babyvet’ verdwijnt
- De grove motoriek (fietsen, zwemmen, schaatsen, balbehandeling) en de fijne motoriek (schrijven, typen, knopen vastmaken) blijven verbeteren
Cognitieve ontwikkeling
- Kinderen passen logische operaties toe op problemen
- Begrip van conservatie (veranderingen in vorm hebben niet altijd invloed op kwantiteit) en transformatie (objecten kunnen allerlei stadia doorlopen zonder te veranderen)
- Kinderen kunnen ‘decentreren’ - zaken vanuit verschillende invalshoeken bekijken
- De codering, opslag en retrieval van herinneringen verbeteren. Er worden geheugen strategieën ontwikkeld (metageheugen)
- Verbetering van pragmatiek (sociale conventies) en metalinguïstisch bewustzijn (zelfmonitoring)
Sociaal emotionele ontwikkeling
- Kinderen gebruiken psychische eigenschappen om zichzelf te definiëren. Het zelfbesef wordt gedifferentieerd
- Gebruik van sociale vergelijking om iemands status en identiteit te bepalen
- De eigenwaarde wordt meer gedifferentieerd; ontwikkeling van een besef van wat men wel en niet kan
- Kinderen benaderen sociale problemen met het doel het respect van anderen te behouden en te accepteren wat de maatschappij juist vindt
- Ontstaan van verschillen tussen vriendschapspatronen van jongens en van meisjes. Jongens gaan vooral in groepen met elkaar om, meisjes meestal in paren
Concreet-operationeel stadium
Piaget
De periode van cognitieve ontwikkeling tussen het zevende en twaalfde levensjaar die wordt gekenmerkt door het actieve en juiste gebruik van logica.
Decentreren
Het vermogen om rekening te houden met verschillende aspecten van een situatie.
Reversibiliteit
Het vermogen een uitgevoerde handeling (in gedachten) weer terug te draaien.
Herinnering
Het proces waarmee informatie gecodeerd, opgeslagen en weer opgehaald wordt.
Metalinguïstisch bewustzijn
Het begrijpen van het eigen taalgebruik.
Intelligentie
Het vermogen om de wereld te begrijpen , rationeel te denken en effectief middelen in te zetten als mensen geconfronteerd worden met problemen.
Mentale leeftijd
Het gemiddelde intelligentieniveau van mensen van een bepaalde kalenderleeftijd.
Kalenderleeftijd
Iemands fysieke leeftijd
Intelligentiequotiënt IQ
Een score die de verhouding uitdrukt tussen iemand mentale leeftijd en de kalenderleeftijd.
Triarchische theorie van intelligentie
De opvatting dat intelligentie bestaat uit drie elementen van informatieverwerking: het analytische elementen, het creatieve element en het praktische element.
Acceleratie
Het aanbieden van speciale lesprogramma waarmee hoogbegaafde kinderen kinderen in hun eigen tempo verder kunnen leren.
Pygmalion-effect
Het verschijnsel waarbij de verwachtingen van ouders en leerkrachten over een kind ertoe leiden dat het kind het verwachte gedraag daadwerkelijk gaat vertonen.
stadium van vlijt-versus-minderwaardigheid
Erikson
De periode van zes tot twaalf jaar waarin het kind probeert competenties te ontwikkelen om problemen met ouders, leeftijdgenoten, school en de wereld om hem heen het hoofd te kunnen bieden.
Sociale vergelijking
Je eigen gedrag, vermogens, expertise en meningen beoordelen door ze te vergelijken met die van anderen.
Opwaartse sociale vergelijking
De eigen capaciteiten vergelijken met de prestaties van leeftijdsgenoten die vaardiger en succesvoller zijn.
Neerwaartse sociale vergelijking
De eigen capaciteiten vergelijken met de prestaties van leeftijdsgenoten die minder competent of succesvol zijn.
Eigenwaarde
De waardering voor het eigen ik, met alle positieve en negatieve kenmerken en competenties die we daarmee associeren.
Sociale competentie
Het geheel van individuele sociale vaardigheden dat individuen in staat stelt om succesvol te functioneren in sociale omgevingen.
Dominantiehiërarchie
De rangorde waarin de relatieve sociale macht van de leden van een groep tot uiting komt.
Restricitieve speelstijl
Een speelstijl waarbij kinderen de interacties onderbreken op het moment dat zij het gevoel hebben dat hun status in gevaar loopt.
KiVa
Een preventief schoolbreed anti pest programma dat de kracht van de groep gebruikt om de sociale veiligheid op school te versterken en pestproblemen tegen te gaan.