Schritt 7 Flashcards
(31 cards)
1
Q
ook
A
auch
2
Q
het boek
A
das Duch
3
Q
de boeken
A
die Bücher
4
Q
de computer
A
der Computer
5
Q
de computers
A
die Computer
6
Q
de e-mail
A
die E-Mail
7
Q
de e-mails
A
die E-Mails
8
Q
tv kijken, op tv
A
fernsehen, im Fernsehen
9
Q
de film
A
der Film
10
Q
de films
A
die Filme
11
Q
de vrije tijd
A
die Freizeit
12
Q
voor
A
für
13
Q
het mobieltje
A
das Handy
14
Q
de mobieltjes
A
die Handys
15
Q
de hobby
A
das Hobby
16
Q
de hobby’s
A
die Hobbys
17
Q
luisteren
A
hören
18
Q
altijd
A
immer
19
Q
de informatie
A
die Informationen
20
Q
het internet
A
das Internet
21
Q
op internet
A
im Internet
22
Q
lezen
A
lesen
23
Q
het lied
A
das Lied
24
Q
de liedjes
A
die Lieder
25
nooit
nie
26
vaak
oft
27
sturen
schicken
28
schrijven
schreiben
29
zoeken
suchen
30
de krant
die Zeitung
31
de kranten
die Zeitungen
