SCM 1 Flashcards
(7 cards)
Welke drie grootten supply chains zijn er en wat betekenen ze?
- Korte supply chain: klant, onderneming, leverancier
- Uitgebreide supply chain: bevat ook klant van klant en leverancier van leverancier.
- Ultieme supply chain: alle organisaties, upstream, downstream, financieel, etc.
Wat is het verschil tussen supply chain en demand chain?
Supply chain is push gestuurd (afgestemd op verwachte vraag)
Demand chain is pull gestuurd (afgestemd op daadwerkelijke vraag)
Welke grote actoren zijn er in supply chain?
- Oerproducenten en toeleveranciers
- Fabrikanten
- Groothandelaren
- Detaillisten
- Logistiek dienstverleners
- (lucht)havenbedrijven
In het rapport “Building strategies for the new decade” worden 12 trends uitgezet die de komende jaren grote invloed hebben op ons koopgedrag. Noem er zes.
- Verschuiving van macht
- BRIC-landen (groei) blijven doorgroeien
- Natuurlijke bronnen worden schaars
- De bevolking vergrijst
- De klant wordt veeleisender
- Zorg voor milieu
Noem vijf kenmerken van supply chain management.
- Bedrijfsoverstijgend
- Gericht op upstream en downstream relaties
- Gebaseerd op vrijwilligheid
- Pie-growing ipv pie-sharing
- Gericht op waarde creatie en kosten reductie
Noem vijf voorwaarden van supply chain management
- Interne integratie, bedrijf moet eerst zijn eigen zaken op orde hebben
- Vertrouwen
- Klantgericht denken
- Benutten van ICT-middelen
- Prestatiemeting
Wat is een omnichannel?
Een plek waar klanten makkelijk kunnen wisselen tussen online en offline