sd p7 wetgeving Flashcards

(44 cards)

1
Q

wat is de kernenergiewet?

A

het is een
- integrale wet; alle handelingen van pt, werknemers bescherming, milieu bescherming is meegenomen
- raam/kader wet; bepalingen die als kapstokartikel wordt gebruikt voor nadere regelingen op lager niveau. Dus is heel globaal.
- lex specialis; kew heeft voorrang op andere nationale wetten, mocht er tegenstrijdige bepaling ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke typen blootstellingsituaties zijn er?

A
  • gepland
  • radiologische noodsituatie, ongewone situatie waarbij bron is betrokken die maatregelen vereist om ernstig negatieve gevolgen te beperken
  • bestaande blootstellingsituatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de stralingsbescgermingsprincipes?

A
  • rechtvaardiging; toepassing van radioactieve stoffen moet gerechtvaardigd zijn
  • optimalisatie; ALARA
  • dosislimieten; individuele dosislimiet niet overschreden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het verschil tussen dosislimiet en dosisbeperiking?

A

dosislimiet= mag niet overschreden
dosisbeperking= mag overschreden, wordt niet verwacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de instantie die in NL de overheidstaken wat betreft straling?

A

ANVS = autoriteit nucelaire veiligheid en stralingbescherming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de situaties die buiten de regelgeving vallen?

A
  • blootstelling aan natuurlijke stralingsniveaus
  • blootstelling aan kosmische straling thv aardkorst
  • bovengrondse blootstelling aan radionuclide in onverstoorde aardkost.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de verschillende blootstellingsituaties?

A
  • gepland; gepland gebruik van bron, hier geldt ook dosisbeperking.
  • radiologische noodsituatie; ongewone situatie waarbij bron is betrokken die maatregelen vereist om ernstig negatieve gevolgen voor gezondheid van mens te beperken.
  • bestaande blootstellingssituatie; bestaat al op moment dat beslissing over controle ervan wordt genomen en die geen dringende maatregelen vereist.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de verschillende blootstellingscategorien?

A
  • lid van bevolking, hier geldt ook dosislimiet.
  • beroepsmatige blootstelling, hier geldt ook dosislimiet.
  • patiënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een risicoanalyse en wanneer wordt dit uitgevoerd?

A
  • kritische beoordeling van de risico’s van radiologische handelingen die genomen worden om risico’s te beperken
  • moet uitgevoerd worden bij elke nieuwe handeling of wijziging binnen een handeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is het verschil tussen een bewaakte en een gecontroleerde zone?

A
  • binnen gecontroleerde zone is de mogelijk ontvangen eff dosis hoger dan 6 mSv in een jaar.
  • binnen een bewaakte zone is de eff dosis >1 mSv en < 6 mSv in een jaar.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een collo?

A

verpakkingen met radioactieve stof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar moet een plek wat radioactief afval opslaat aan voldoen?

A
  • brandwerendheid van min 60 min
  • dosistempo aan buitenzijde (op 10 cm) niet hoger dan 1 microSv/h
  • bij open bronnen decontamineerbaar en ventilatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

op welke manier wordt een toestel gecontroleerd?

A

door middel van een
- acceptatietest
- minimaal jaarlijkse controle op werking/bestralingsniveau
- na demontage/reperatie controle op werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is nodig voor controle bij ingekapselde bronnen?

A
  • bij binnenkomst visuele controle van verpakking en bron
  • minimaal jaarlijkse controle visuele controle van bron
  • minimaal jaarlijkse lektest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is praktisch van belang bij ingekapselde bronnen?

A
  • opslag van bronnen in bergplaats. (60 min brandwerend & laag dosistempo aan buitenzijde)
  • geen zware omstandigheden
  • geen brandbevorende omstandigheden in ruimte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is nodig op organisatie niveau bij ingekapselde bronnen?

A
  • broncertificaat
  • iso certificering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wanneer zijn radioactieve stoffen radioactief en wanneer niet?

A
  • radioactief wanneer er geen gebruik of product of materiaal herbruik is voorzien
  • niet meer radioactief wanneer activiteit concentratie van afval stof lager is dan desbetreffende vrijgave waarde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat zijn de eisen van radioactief verval betreft afvoer?

A
  • halveringstijd >100 dagen; afvoer zsm
  • halveringstijd <100 dagen; max 2 jaar in verval opslag bij ondernemer
19
Q

voor welke toestellen wordt een beeïndigingsplan gemaakt?

A
  • voor versnellers die deeltjes met energie >20 MeV produceren
  • cyclotron die deeltjes met energie > 8 MeV produceren
20
Q

wat zijn verpakking voorwaarden voor radioactieve stoffen?

A
  • algemene voorschriften
  • type A; bij normale vervoersomstandigheden wordt elk verlies/verspreiding van radioactieve stof voorkomen en afschermende werking van vpk behouden blijft.
  • type B; bestand tegen ongevallen
21
Q

hoe bepaal je de transport index?

A
  • hoogste dosistempo op 1 m afstand
    in microSv/h x 0,1
    in mSv/h x 100
22
Q

bij welke organisatie is het verplicht om als aangesloten land de regelgeving door te voeren?

23
Q

wat betekent de graduele aanpak in de regelgeving?

A

hoe omvangrijker de handelingen, hoe meer documenten vereist zijn.

24
Q

wat voor vergunning is nodig bij meer dan 100 stralingstoepassingen? en bij 10?

A
  • meer dan 100 is een complexvergunning nodig
  • bij 10 is een verzamelvergunning nodig
25
wat is een lektest bij een röntgentoestel?
controle of er niet te veel straling door de afscherming rond de röntgenbuis komt.
26
wat betekent financiële zekerheid bij een hoogactieve bron?
dat er geld beschikbaar is om een hoogactieve bron af te voeren mocht een bedrijf bv failliet gaat.
27
moet beveiliging bij alle radioactieve stoffen?
- beveiliging moet bij radioactieve stoffen maar extra maatregelen bij hoogactieve bronnen
28
heeft een B of een C lab een grotere onderdruk?
- een B heeft een grotere onderdruk een C lab
29
hoelang moeten gegevens in het kernenergiewetdossier minimaal worden bewaard?
- min 5 jaar (dosisgegevens medewerkers nog langer)
30
hoe bereken je de multifunctionele individuele dosis (MID)?
MID = individuele dosis (ID) x 0,25
31
waar wordt rekening mee gehouden voor de berekening van luchtlozing?
- er wordt rekening gehouden met de afstand van het lozingspunt tot aan de terreingrens
32
wat is de dosislimiet voor de terreingrens bij registratie?
10 microsievert
33
wat is de bedoeling van een maximale activiteit in een lab (Amax)?
- bedoeld om mogelijke stralingsdosis tgv van radioactieve stoffen bij de medewerker te beperken
34
gedurende welke periode mag een zwangere medewerker max 1 mSv ontvangen?
- vanaf melding van zwangerschap tot einde zwangerschap
35
wat zijn de effectieve dosislimieten per werker?
- A werker; 6-20 mSv/jaar - B werker; 1-6 mSv/jaar - C werker; <1mSv/jaar
36
wat is een stralingsincident mbt lid van bevolking?
- een onbedoelde gebeurtenis waarbij de blootstelling voor een lid van bevolking hoger is dan 0,1 mSv
37
wat is een stralingsincident mbt medewerkers?
- een onbedoelde gebeurtenis waarbij de blootstelling voor een medewerker hoger is dan 2 mSv
38
wat is de locatielimiet bij een vergunning?
- een locatielimiet van 100 microsievert in een jaar - een SN van 1 microsievert voor lucht en water lozingen en 10 microsievert voor externe straling
39
wat is het secundair niveau (SN)?
- invulling vanuit ALARA vanuit de overheid heeft minder prioriteit -
40
wanneer wordt deel I van rekenregels toegpast? en wanneer deel II?
- bij eenvoudige situaties - toepasbaarheidsvoorwaarden - globale conservatieve berekening deel II bij ; - complexere situaties - als deel I niet toepasbaar is - als SN overschreden wordt - nadere analyse
41
wat is het afgeleide toetsingsniveau voor inhalatie (Lsn)?
- wordt gedefinieerd als de lozing die een inhalatiedosis aan de terreingrens ter grootte van het SN (microSv) veroorzaakt.
42
welk toetsingsniveau hoort bij welke afstand van terreingrens tot lozingpunt op gebouw?
- afstand < of gelijk aan 50 m - 1 - afstand < of gelijk aan 150 m - 10 - afstand > 150 m - 100
43
hoe wordt de AID berekend?
AID = ID x ABCfactor
44
waar hangt de hoeveelheid wat kan worden geinhaleerd af?
- verspreidingskans van de handeling - bescherming wat het lab biedt - lokale ventilatievoorziening