selor Flashcards
(500 cards)
aan
à
aan de andere kant van
au-delà de
aan de beterhand zijn
se rétablir
aan de overkant
face à - en face de
aan de slag gaan
se mettre au travail
aan het hoofd staan
être à la tête (de l’entreprise)
aan land gaan
débarquer (quitter le bateau)
aan zichzelf denken; (wederk. voornw.)
penser à soi-même
aanbevelen
recommander (un restaurant)
aanbeveling - de
la recommandation (d’un hôtel)
aanbidden
adorer
aanbidding - de
l’adoration
aanbieden
offrir
aanbod - het; de aanbiedingen
l’offre
aanbrengen; aangebracht
appliquer - appliqué
aanbrenging - de
la dénonciation (de qqn)
aandacht - de
l’attention
aandacht schenken
prêter attention (à qqn)
aandacht trekken - de
attirer l’attention
aandachtig
attentif
aandeel - het; de aandelen
une action (un titre)
aandeelhouder - de
l’actionnaire
aandoen
desservir (la gare de Berchem)
aanduiden
indiquer