semiologie van de beenderen Flashcards

(49 cards)

1
Q

Wat is opaciteit?

A

maat voor lichtondoorlaatbaarheid van een materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

afwijkingen van het skelet op radiografie kunnen omschreven worden in termen van veranderde (5)

A

opaciteit, aflijning, grootte, lokalisatie, aantal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

botrespons op een pathologisch proces kan bot ….. en bot ….. zijn

A

productie en destructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

productie v bot kan …. en ….. zijn

A

endostaal en periostaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

resultaat v botproductie is

A

verdikking botstructuur of sclerose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

sclerose is

A

weefselverharding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

productie v bot kan veroorzaakt worden door

A

omliggende zachte weefsels of door tumorweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

periostale reactie op een goedaardig proces ziet er als volgt uit ….. word veroorzaakt door ……

A

glad en gestructureerd. fractuur traumatische periostitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

periostale reactie op een kwaardaardig proces ziet er als volgt uit ….. en word veroorzaakt door …..

A

onregelmatig. bottumor of osteomyelitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

osteomyelitis

A

infectie v bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bottumor

A

osteosarcoom, osteochondroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

endostale reactie gaat vaak gepaard met een periostale reactie. is het geval bij ….

A

panosteitis, enostose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

panosteitis

A

ontsteking periost

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

enostose

A

gezwel in bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

sclerose os carpale III/ toename dikte cortex MC III radiografisch zichtbaar. bij welke paarden komt dit voor? En is de corticomedullaire overgang dan minder goed zichtbaar?

A

renpaarden, waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

mineralisatie buiten het bot dus van de zachteweefsels kan worden veroozaakt door necrotische lesies. welke necrotische lesies

A

abces, tumor, hematoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

mineralisatie v tumorweefsel (osteosarcoom, chondrosarcoom) heeft geen duidelike structuur. waar of niet waar

A

waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is osteopenie. hoe ziet dit er uit op een radiografische opname (4)?

A

te weinig gemineraliseerd botweefsel. beenderen zijn minder radio opaak, donkerder, radiolucenter uit, cortex is verdunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

osteopenie kan te wijten zijn aan (2)

A

afwijkend Ca/F metabolisme of te weinig gebruik lidmaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is osteolyse of benigne lacune

A

rel transparantiezone van de destructiezone

21
Q

3 types v botdestructie

A

geografisch, moth eaten, permeatief

22
Q

geografische destructie

A

1 of enkele ophelderingen

23
Q

moth eaten destructie

A

meerdere ophelderingen, wisselend in grootte

24
Q

permeatieve destructie

A

fijn vlekkerige onscherpe ophelderingen

25
transitiezone word gemeten tussen
lesie en gezonde weefsel
26
aggressieve bot lesie word gekenmerkt door een ..... aflijning
slechte
27
Hoe is het bot aangetast bij een gegeneraliseerde verspreiding. noem 2 voorbeelden van ziektebeelden waarbij dit voorkomt
uniform. hyperparathyroidie met een nutritionele oorzaakt, osteopenie
28
bij een lokale verspreiding is het bot lokaal aangetast. hoe noemt men 1 aantasting van het bot en meerdere aantastingen van het bot?
monostotisch, polystotisch
29
primitieve bottumoren komen voornl voor op de ..... van lange beenderen
metafyse
30
primitieve bottumoren (3)
chondrosarcoom, osteosarcoom, fibrosarcoom
31
tumoren hematopoetisch systeem (2)
botlymfoom, myeloom
32
metastasen in het bot en tumoren van zacht weefsel met secundaire uitzaaiingen in het bot
melanoom, epidermis carcinoom
33
gewrichtsinterlinie blijft intact bij een sarcoma
waar
34
infecties van het bot kunnen van hematogene of traumatische oorsprong zijn
waar
35
de infectieuze agentia kunnen bacterieel of mycotisch zijn
waar
36
bij mycotische osteomyelitis is er een weke delen zwelling
waar
37
gewrichtsinterlinie is de aflijning van het ...........
kraakbeen
38
gewrichtsruimte word groter bij een ..... van het gewricht en kleiner bij .... van het gewrichtskraakbeen
zwelling. erosie
39
ca hebben een vetkussen tussen gewrichtskapsel en tibiopatellair ligament
waar
40
collaps v gewrichtskraakbeen door .... volledige verdwijning gewrichtsruimte is ...
artrose, arthritis. ankylose
41
intra articulaire mineralisatie kan worden veroorzaakt door | 4
dystrofische mineralisatie, osteochondrale fragmenten die loskomen, synoviale osteochondromas, fragmenten na een fractuur
42
intra articulair gas (stikstofdioxide) kan vrij zijn gekomen door. waar komt dit het meest voor?
tractie, pathologisch schoudergewricht, tussenwervelruimtes
43
verstoorde enchondrale ossificatie word ... genoemd. komt frequent voor bij ..... 2 voornaamste vormen zijn ......
osteochondrose. honden, paarden , varkens. halfmaanvormige defecten en cysten
44
infectieuze arthritis zien we voornl bij ..... niet infectieuze arthritis bij ....
veulen en kalveren. ca
45
toename transparantie door
infectieuze arthritis, gebrekkige ossificatie, tumor
46
benigne beenvorming
subchondrale beenvorming
47
luxatie
verlies v contact tussen 2 gewrichtsopp
48
subluxatie
verschuiving gewrichtsopp ten opzichte v elkaar.
49
aggressieve gewrichtslesies
septische arthritits, erosieve arthritis v immunitaire oorsprong, gewrichtstumoren