Signaalwoorden (reden/verklaring/toelichting) Flashcards
1
Q
denn
A
want
2
Q
indem
A
doordat
3
Q
nämlich
A
namelijk
4
Q
weil
A
omdat
5
Q
aufgrund davon
A
op grond daarvan
6
Q
da
A
daarom
7
Q
darum
A
daarom
8
Q
das heißt
A
dat wil zeggen
9
Q
denn auch
A
dan ook
10
Q
deshalb
A
daarom
11
Q
deswegen
A
daarom, om die reden
12
Q
zumal da
A
vooral omdat