Sociale ongelijkheid Flashcards
Sociale ongelijkheid (14 cards)
Wanneer was het Romeinse Koninkrijk?
753 v.C.-509 v.C.
Wanneer was het Romeinse Republiek?
509 v.C.-27 v.C.
Wanneer was het Romeinse keizerrijk?
27 v.C.-476
standenmaatschappij
Een samenleving waarin de bevolking in verschillende groepen of standen is opgedeeld. Die bevolkingsgroepen hebben al dan niet hun eigen rechten en plichten.
Romeins burgerrecht
Rechten en plichten waarover alleen Romeinse burgers konden beschikken. Dit hield onder meer het volgende in: het recht op bezit, het recht om te huwen, het recht om te stemmen en (veelal voor de patriciërs) het recht om een ambt te bekleden.
patriciër
Een lid van de Romeinse adel. Het woord is afkomstig van pater, het Latijnse woord voor vader.
plebejer
De gewone Romeinse burger, vaak boeren, ambachtslieden en handelaars. Het woord is afkomstig van plebeius, het Latijnse woord voor volk.
patriarchale samenleving
Een maatschappijvorm waarin mannen een dominante rol innemen.
pater familias
Vaak de oudste man of man van hoogste stand. Het betekent letterlijk ‘vader van de familie’. Hij had in de Romeinse samenleving het volledige beslissingsrecht over zichzelf en zijn gezin, ook over leven en dood. Hij mocht immers bevelen om zijn vrouw of kind in de slavernij te verkopen of te laten terechtstellen.
proletariërs
Het deel van de bevolking dat arm en bezitsloos was. Zij genoten geen Romeins burgerrecht.
slaaf
Persoon die gedwongen wordt in een toestand waarin hij eigendom is van een ander mens. Een slaaf heeft geen rechten en oefent een vorm van dwangarbeid uit.
buitenlander
Buitenlanders werden door de Romeinen aanvankelijk als barbaren beschouwd omdat zij onbeschaafd en onderontwikkeld zouden zijn. Ze waren vaak afkomstig van gebieden buiten het Romeinse Rijk of gebieden die net veroverd waren. Ook zij hadden geen burgerrechten. Ze konden die echter wel verwerven door van dienst te zijn voor de Romeinen. Bekende voorbeelden: Kelten, Germanen …
grootgrondbezitter
Persoon die grote oppervlaktes aan land bezit. Dit waren vaak patriciërs of rijke kooplieden.
gladiator
Het woord is afgeleid van gladius, het Latijnse woord voor zwaard. Een gladiator is dus een zwaardvechter die voor het volksvermaak vecht in de arena.