Sociale ongelijkheid Flashcards

Sociale ongelijkheid (14 cards)

1
Q

Wanneer was het Romeinse Koninkrijk?

A

753 v.C.-509 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer was het Romeinse Republiek?

A

509 v.C.-27 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer was het Romeinse keizerrijk?

A

27 v.C.-476

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

standenmaatschappij

A

Een samenleving waarin de bevolking in verschillende groepen of standen is opgedeeld. Die bevolkingsgroepen hebben al dan niet hun eigen rechten en plichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Romeins burgerrecht

A

Rechten en plichten waarover alleen Romeinse burgers konden beschikken. Dit hield onder meer het volgende in: het recht op bezit, het recht om te huwen, het recht om te stemmen en (veelal voor de patriciërs) het recht om een ambt te bekleden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

patriciër

A

Een lid van de Romeinse adel. Het woord is afkomstig van pater, het Latijnse woord voor vader.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

plebejer

A

De gewone Romeinse burger, vaak boeren, ambachtslieden en handelaars. Het woord is afkomstig van plebeius, het Latijnse woord voor volk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

patriarchale samenleving

A

Een maatschappijvorm waarin mannen een dominante rol innemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

pater familias

A

Vaak de oudste man of man van hoogste stand. Het betekent letterlijk ‘vader van de familie’. Hij had in de Romeinse samenleving het volledige beslissingsrecht over zichzelf en zijn gezin, ook over leven en dood. Hij mocht immers bevelen om zijn vrouw of kind in de slavernij te verkopen of te laten terechtstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

proletariërs

A

Het deel van de bevolking dat arm en bezitsloos was. Zij genoten geen Romeins burgerrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

slaaf

A

Persoon die gedwongen wordt in een toestand waarin hij eigendom is van een ander mens. Een slaaf heeft geen rechten en oefent een vorm van dwangarbeid uit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

buitenlander

A

Buitenlanders werden door de Romeinen aanvankelijk als barbaren beschouwd omdat zij onbeschaafd en onderontwikkeld zouden zijn. Ze waren vaak afkomstig van gebieden buiten het Romeinse Rijk of gebieden die net veroverd waren. Ook zij hadden geen burgerrechten. Ze konden die echter wel verwerven door van dienst te zijn voor de Romeinen. Bekende voorbeelden: Kelten, Germanen …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

grootgrondbezitter

A

Persoon die grote oppervlaktes aan land bezit. Dit waren vaak patriciërs of rijke kooplieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gladiator

A

Het woord is afgeleid van gladius, het Latijnse woord voor zwaard. Een gladiator is dus een zwaardvechter die voor het volksvermaak vecht in de arena.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly