Somatisch symptoom en aanverwante stoornissen Flashcards

(32 cards)

1
Q

Wat is somatisatie?

A

Somatisatie is de vertaling van psychische spanning of klachten naar lichamelijke klachten of symptomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe uit somatisatie zich vaak bij jongere kinderen?

A

Jongere kinderen denken concreet en hebben een beperkter vermogen om te verbaliseren, wat kan leiden tot lichamelijke klachten zoals buikpijn als uiting van psychische stress.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de gevolgen van somatisatie in de omgeving?

A

De reactie van omgeving op somatisatie kan deze versterken, wat kan leiden tot ‘ziektewinst’ voor het kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn somatisch symptoom- en aanverwante stoornissen?

A

Stoornissen waarbij lichamelijke klachten aanwezig zijn, maar de lichamelijke symptomen kunnen niet volledig verklaard worden door een somatische aandoening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de prevalentie van somatisch- symptoomstoornis bij kinderen en volwassenen?

A

De prevalentie van somatisch-symptoomstoornis bij kinderen is 8.6% en bij volwassenen 5-7%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de meest veelvoorkomende lichamelijke klachten bij kinderen met een somatisch-symptoomstoornis?

A

Veelvoorkomende lichamelijke klachten zijn buikpijn, hoofdpijn, maagklachten, vermoeidheid, misselijkheid en spier- en gewrichtspijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de DSM-5 categorieën voor somatisch - symptoom- en aanverwante stoornissen?

A

De DSM-5 categorieën omvatten somatisch-symptoomstoornis, ziekteangsstoornis, conversiestoornis, Psychische factoren die andere medische condities beïnvloeden, gesimuleerde stoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is somatisch- symptoomstoornis volgens de DSM-5?

A
  1. Één of meer lichamelijke klachten waar de betrokkene onder lijdt of die het dagelijks leven in significant mate verstoren.
  2. Excessieve gedachten, gevoelens en gedragingen samenhangend met lichamelijke klachten of hiermee gepaard gaande zorgen over de gezondheid.
  3. Minstens 6 maanden aanwezig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke behandelingen worden toegepast bij somatisch-symptoomstoornissen?

A

Behandelingen omvatten:
Psycho-educatie: informatie/voorlichting over eigen aandoening
- Inbraakalarm: detecteren en aanpakken van vroege symptomen of signalen van aandoening
- Oorzaak-gevolg figuur: visuele hulpmiddel om relatie oorzaak en resulterende gevolgen van aandoening te verduidelijken
Cognitieve gedragstherapie (CBT)
Ontspanningsoefeningen
Systeemtherapie
-> Focus ligt op het ontwikkelen van gezonde copingsmechanismen en het verminderen van aandacht naar lichamelijke symptomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke comorbiditeiten komen vaak voor somatisch- symptoom - en aanverwante stoornisssen?

A

1/4 à 1/3 van kinderen met deze stoornissen hebben psychiatrische comorbiditeit.
Angst- en stemmingsstoornissen komen vaak voor en zijn vaak de oorzaken, niet het gevolg?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de ethiologie van de somatisch-symptoom- en aanverwante stoornissen?

A

Multifactorieel!
- Persoonlijkheid en coping mechanismen
- Onveilige gehechtheid: zwakke emotie-regulatie leidt tot slechte outcome voor fysieke en mentale gezondheid (verhoogt kwetsbaarheid stress, minder sociale steun opzoeken)
- Genetica
- Temperament
- Stressvolle/ traumatische gebeurtenissen
- Aangeleerd gedrag (modelling)
- Het eerder hebben doorgemaakt van een
lichamelijke ziekte
- Discrepantie schools niveau en capaciteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke diagnostische methoden worden vaak gebruikt bij somatisch-symptoom- en aanverwante stoornissen?

A

2 -sporenbeleid
Hulpvraagverduidelijking
- Probleemtaxatie (ASEBA bijvoorbeeld)
- Children Somatisation Inventory (CSI)
- Soma Assessment Interview (SAI)
- Pijndagboek door kind en ouders
- Welke onderzoeken lijken noodzakelijk voor het kind/de jongere en de ouders?
- Psycho-educatie
- Anamneses
- Observatie: ‘Belle indifférence’ (Freud)
- Psychodiagnostiek onderzoek
- Lichamelijk onderzoek
- Kort op de bal spelen!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de rol van erkenning bij de diagnostiek van somatisch-symptoomstoornissen?

A

Erkenning is zeer belangrijk, vooral gezien de vaak lange trajecten en het onbegrip dat patiënten ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de Hoover-test en wanneer wordt deze gebruikt?

A

De Hoover-test is een diagnostisch hulpmiddel dat in uitzonderlijke gevallen wordt gebruikt bij somatisch-symptoom- en aanverwante stoornissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het belang van tijdsverloop bij somatisch-symptoomstoornissen?

A

Symptomen kunnen ingeslepen raken (symptoom shifting),
De connectie met stressoren vervaagt, ziektewinst neemt toe,
Herintegratie wordt moeilijker.
Er is ook angst voor zeldzame, ernstige pathologie en wantrouwen in de medische wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom is de diagnostiek vaak moeilijk bij somatisch-symptoom- en aanverwante stoornissen?

A

Diagnostiek is moeilijk door het gebrek aan specifieke tests en de vaak lange en complexe voorgeschiedenis van de patiënt.

16
Q

Hoe verschilt het patroon en de presentatie van somatisch-symptoomstoornissen per ontwikkelingsfase?

A

Het patroon en de presentatie zijn afhankelijk van de cognitieve, sociaal-emotionele, en fysieke ontwikkeling van het kind.

17
Q

Wat is ‘ziektewinst’ in het kader van somatisch-symptoomstoornissen?

A

‘Ziektewinst’ verwijst naar de voordelen die iemand haalt uit het ziek zijn, zoals aandacht of vrijstelling van verplichtingen, wat somatisatie kan versterken.

18
Q

Wat zijn enkele differentiaaldiagnoses bij somatisch-symptoom- en aanverwante stoornissen?

A

Mogelijke differentiaaldiagnoses zijn somatische aandoeningen ter verklaring van klachten, bijwerkingen van medicatie, schoolweigering, eetstoornissen en dissociatieve stoornissen.

19
Q

Wat is de prognose van somatisch-symptoom- en aanverwante stoornissen?

A

De symptomen kunnen chronisch worden, waarbij 50% van de patiënten na 2 jaar nog steeds symptomen heeft.
Patiënten vinden vaak een therapie die in hun ogen eindelijk heeft gewerkt.

20
Q

Wat is ziekteangststoornis volgens DSM-5?

A

Ziekteangststoornis is een preoccupatie met het hebben of krijgen van een ernstige ziekte, zonder dat er significante lichamelijke klachten aanwezig zijn.
- Er is een hoge mate van angst over de gezondheid;
- De betrokkene vertoont excessief gezondheidsgerelateerd gedrag
- Zeldzaam bij kinderen

21
Q

Wat is een conversiestoornis?

A

Een conversiestoornis is een functioneel-neurologische symptoomstoornis waarbij er een verandering is in de willekeurige motorische of sensorische functies zonder een medische verklaring.
(incompatibel met de bekende neurologische of andere somatische
aandoening)

22
Q

Wat zijn kenmerken van een conversiestoornis?

A
  • Er loopt iets mis met de signalen tussen hersenen en lichaam
  • Vaak door acute stress/woede/angst
23
Q

Wat zijn enkele symptomen van een conversiestoornis?

A

Ledematen niet meer kunnen bewegen, bewustzijn verliezen, moeite met slikken, praten, zien, horen

24
Wat bedoelt men met psychische factoren die andere medische condities beïnvloeden volgens de DSM-5?
* Er is een somatisch symptoom of een somatische aandoening aanwezig; * Psychische factoren of gedragsfactoren hebben een ongunstige invloed op het beloop of de behandeling van de somatische aandoening
25
Wat is een gesimuleerde stoornis opgelegd aan zichzelf?
(Münchhausen Syndroom) Het voorwenden van lichamelijke of psychische klachten of het doelbewust opwekken van verwonding of ziekte, met duidelijke misleiding. Betrokkene presenteert zich als ziek, gehandicapt, of gewond. Misleidend gedrag is evident.
26
Wat is een gesimuleerde stoornis opgelegd aan een ander?
(Münchhausen by Proxy) Het voorwenden van lichamelijke of psychische klachten of het doelbewust opwekken van verwonding of ziekte, met duidelijke misleiding. Betrokkene presenteert een ander (slachtoffer) als ziek, gehandicapt, of gewond. Misleidend gedrag is evident.
27
Wat zijn de risico's van een gesimuleerde stoornis opgelegd aan een ander voor het kind?
Het kind kan onnodige operaties ondergaan, bijwerkingen van behandelingen ervaren, verminkt raken, of zelfs overlijden, en kan lijden aan psychosociale ontwikkelingsachterstand, leerachterstand door schoolverzuim en PTSS.
28
Wat zijn de kenmerken van de plegers van een gesimuleerde stoornis?
Ze zijn quasi altijd moeders, Zelf meegemaakt als kind, Hebben zelf een gesimuleerde stoornis.
29
Waarom doen plegen ze een gesimuleerde stoornis?
Extreme angst hun kind te verliezen, zelf aandacht krijgen, verzorgende rol behouden, financiële/materiële voordelen.
30
Wat is CVS (chronisch-vermoeidheidssyndroom)?
Aanhoudende vermoeidheid die niet verwijnt door rust en niet kan verklaard worden door lichamelijke en psychiatrische aandoeningen. Bij volwassenen: minstens 6 maanden Bij kinderen: minstens 3 maanden Niet in de DSM-5
31
Hoe diagnosticeert men een gesimuleerde stoornis opgelegd aan een ander?
- Symptomen worden alleen gemeld door de ouder of verzorger. - Onverklaarbaar slechte reactie van het kind op medicijnen of behandeling. - De ouder/verzorger rapporteert steeds nieuwe symptomen. - De medische geschiedenis is onwaarschijnlijk. - Ouder/verzorger blijft medisch advies zoeken, ondanks een definitieve diagnose, en vecht conclusies aan. - Het kind heeft beperkte normale dagactiviteiten, zoals veel schoolverzuim. - Familie of professionals uiten zorgen over situatie zoals frequent doktersbezoek