Spaans Antigua Flashcards
(75 cards)
1
Q
Aquí
A
Hier
2
Q
Arriba
A
Boven
3
Q
Debajo
A
Onder (bijv. de tafel)
4
Q
A la derecha
A
Naar rechts
5
Q
Entonces
A
Dus
6
Q
Cerca
A
Dichtbij
7
Q
Junto a
A
Samen naar
8
Q
Cruce a la derecha
A
Bij de kruising/op het kruispunt naar rechts
9
Q
Allí
A
Daar (dichtbij)
10
Q
Abajo
A
Onder (bijv. op de grond)
11
Q
Adelante
A
Vooruit/kom verder
12
Q
A la izquierda
A
Naar links
13
Q
Después
A
Na
14
Q
A la vuelta
A
Om de hoek
15
Q
Lejos
A
Ver
16
Q
A la par de
A
Hetzelfde niveau
17
Q
Siga recto/derecho
A
Rechtdoor
18
Q
Allá
A
Daar (ver)
19
Q
Atrás
A
Achter
20
Q
En la proxima cuadra
A
Het volgende blok
21
Q
Al final de la Calle
A
Aan het eind van de straat
22
Q
Y
A
En
23
Q
En la esquina
A
Op de hoek
24
Q
Enfrente de
A
Voor (gezichten naar elkaar)
25
Alrededor de
Over
26
Camine
Lopen
27
Aceptar
Accepteren
28
Acompañar
Vergezellen
29
Alimentar
Voeden
30
Atacar
Aanvallen
31
Ayudar
Helpen
32
Bailar
Dansen
33
Buscar
Zoeken
34
Cambiar
Veranderen
35
Caminar
Lopen
36
Cantar
Zingen
37
Cenar
Eten (avondeten)
38
Cobrar
Geld verzamelen
39
Cocinar
Koken
40
Comprar
Koken
41
Contestar
Antwoorden
42
Copiar
Kopiëren
43
Cortar
Knippen
44
Cultivar
Groeien
45
Dedicar
Dedicate/ertoe zetten
46
Dejar
Weggaan/stoppen
47
Descansar
Rusten
48
Desear
Wensen
49
Enseñar
Leren
50
Enviar
Verzenden
51
Esperar
Wachten/hopen
52
Gastar
Geld uitgeven
53
Gritar
Schreeuwen
54
Levantar
Weggaan
55
Llamar
Bellen
56
Llegar
Arriveren
57
Llevar
Dragen
58
Llorar
Huilen
59
Matar
Vermoorden
60
Obligar
Dwingen
61
Olvidar
Vergeten
62
Parar
Stop
63
Pasar
Doorgeven
64
Pegar
Lijmen
65
Prestar
Lenen
66
Quitar
Verwijderen
67
Regresar
Terugkomen
68
Restar
Min/aftrekken
69
Rezar
Bidden
70
Robar
Beroven
71
Sumar
Plus/optellen
72
Terminar
Afmaken
73
Tocar
Spelen (instrument)
Aanraken
Drinken
74
Tratar
Proberen
75
Ordenar
Bestellen (in een restaurant)
