Spanish 61-90 Flashcards
(30 cards)
liggen
estar acostado
prijzen
elogiar
het gedrag/het (werk)resultaat
el comportamiento
Bordeaux
Burdeos
nadrukkelijk vermelden, benadrukken
recalcar
afstaan, afstand doen van, bezwijken
ceder
afspreken, iets overeenkomen
pactar
bijdragen, aandragen
aportar
de Ivoriaan
el costamarfileño
schandalig, luidruchtig
escandaloso
uitmuntend
destacado
zich terugtrekken
alejarse
het spoor volgen, naspeuren
rastrear
uitsluiten
descartar
er duimendik bovenop liggen
haber un polvo de un dedo de alto
de spanning, de droefheid, de angst
la angustia
lang doen, lang duren
tardar
de leverancier
el proveedor
aanwijzen
señalar
de gemeente
el consistorio municipal, el municipio, el ayuntamiento
afbetalen, nakomen
saldar
veronderstellen, aannemen
suponer
extreem, uitermate, buitensporig
desmedido
het bevel, de ambtsperiode
el mandato
