Spierweefsels Flashcards
(40 cards)
Wat hebben skeletspieren en gewrichten met elkaar in relatie?
Skeletspieren verkorten
Gewrichten maken de verkorting functioneel
Welke soort gewrichten zijn er?
Synartrosen en diartrosen/synoviaal gewricht
Hoe beweegt het synartrose gewricht, waar komt het voor?
Geen/weinig beweeglijkheid
- synostose = schedeldag
- synchondrose = rib-sternum
- syndesmode = schedeldak kind
Hoe beweegt het diatrose/synoviaal gewricht en waar bestaat het uit?
Veel beweeglijkheid
- Kapsel (gesloten holte)
- Fibreuze laag
- Synoviale membraan/vloeistof
Welke acties bevatten de myofilamente eiwitten?
- Actiepotentiaal
- Calciuminflux
- Binding myosine + actine
- ATP
Welke karakteristieken hebben skeletspieren?
- Somatisch ZS
- Parallel, dwarsgestreept
- Meerdere kernen
Welke karakteristieken hebben gladdespieren?
- Voornamelijk autonoom ZS
- Spoelvorm, niet gestreept
- Langzaam
Welke karakteristieken hebben hartspieren?
- Autonoom ZS
- Vertakt, dwarsgestreept
- Ritmisch en synchroon
Hoe ontstaat skeletspierweefsel, wanneer breekt het af?
Uit mesoderm: eencellig myoblasten fuseren tot spiercellen, daarom ook meerdere kernen.
- Oefening zorgt voor toename myofibrillen > hypertrofie
- Bij lange immobilisatie > atrofie
De type spiervezels zijn ingedeeld op contractiesnelheid en ATP vorming, welke types zijn er en wat hoort erbij?
I: langzaam, oxidatief (rood)
IIa: snel, oxidatief-glycolytisch (intermediair)
IIx/b: snel glycolytisch (wit)
Welke vliesjes liggen waar om het skeletspierweefsel?
- Epimysium = om de spier, loopt door in de pees, zorgt voor het doorgeven van kracht
- Perimysium = om de fascicles > hierin lopen bloedvaten en zenuwen
- Endomysium = om de spiercellen > lamina basalts en bindweefsel, houdt het geheel samen
Wat is een myofibril?
Bundel van eiwitten voor contractie
Wat is de functie van het sarcoplasmatisch reticulum (SR)?
Bevat een hoge concentratie Ca2+, het fungeert als depot
Wat is de functie van de t-tubuli?
Leidt actiepotentiaal van celoppervlak naar vezel interior
Wat zijn de verschillende onderdelen in een myofibril?
- Actine = dun filament
- Myosine = dik filament
- Z-disc = aanhechting dunne filamenten (1 sarcomeer loopt van Z tot Z)
- I-band = alleen dunne filamenten
- A-band = dikke filamenten + overlap (donker)
- H-zone = alleen dikke filamenten
- M-lijn = aanhechting dikke filementen
Welke structuren veranderen op welke manier in het sarcomeer bij contractie?
H en I worden korter
Welk onderdeel van myosine zorgt voor welk deel van de contractie?
Head: motordomein = ATP naar ADP door ATPase
Hinge: energie komt vrij voor beweging
Waaruit bestaat actine?
Bolletjes G-actine, meerdere hiervan = F-actine, meerdere hiervan = actine
Welke regulerende eiwitten zijn er in het skeletspierweefsel?
Troponine en tropomyosine
Wat is de functie van nebuline en titine?
Nebuline: ondersteund actine met het ordenen van de onderdeeltjes
Titine: grootste eiwit ooit zorgt voor stabilisatie en stretch
Waar doorloopt welke informatie over kracht in het ruggenmerg?
Dorsal root = info naar CZS (aanvoeren)
Ventral root = info naar spier (afvoeren)
Ventral horn bevat somatisch motor neuron
Wat is een motor unit?
Een groep skeletspieren (meerdere spiervezels) die geënerveerd wordt door 1 somatisch motor neuron.
Spiergroepen worden afgewisseld om kracht te verdelen
Welke type motorunits worden wanneer ingezet in een contractie?
Kleine type I eerst,
Grote, sterke type II later
Hoe verloopt de eerste stap tot spiercontractie?
Somatisch motorneuron synaps op NMJ > Ach naar nicotinerge receptoren > Na+ influx zorgt ervoor dat het membraanpotentiaal stijgt > elektrisch signaal (AP) in de spiervezel