Spijsverteringsstelsel Flashcards
(42 cards)
Welke drie paar speekselklieren hebben we?
- Grote oorspeekselklier
- Ondertongspeekselklier
- Onderkaakspeekselklier
Geef wat uitleg over de grote oorspeekselklier
Latijnse naam?
- Ook parotisklier
- Aan beide zijden onder de huid
- Afvoerbuis: gang van Stensen. Mondt uit in het vestibulum op het niveau van de bovenste tweede ware kies
Glandula parotis
Geef wat uitleg over de ondertongspeekselklieren
Latijnse naam?
- Onder slijmvlies v.d. mondbodem
- Afvoerbuizen monden uit aan weerszijden van de tongriem
Glandulae sublinguales
Geef wat uitleg over de onderkaakspeekselklieren
Latijnse naam?
- in de mondbodem langs binnenste opp van de onderkaak
- Afvoerbuizen monden uit in de mond achter kiezen aan weerszijden tongriem
Glandulae submandibulares
Wat zijn de verschillende fasen van het slikken?
- Orale fase
- Pharyngeale fase
- Oesophagale fase
Bespreek de orale fase
- Voedsel wordt tegen het harde verhemelte aangedrukt
- Tong trekt zich terug > voedsel in orofarynx > zacht verhemelte omhoog > nasofarynx wordt afgesloten
- Reflex begint zodra voedsel in orofarynx is > voedsel wordt naar maag gestuwd
Bespreek de pharyngeale fase.
- Voedsel komt in contact met gehemeltebogen & achterwand farynx
- Voedsel voorbij gesloten glottis door heffen larynx & vouwen epiglottis
- Uvula en zachte gehemelte voorkomen terugkeer naar nasofarynx
Bespreek de oesophagale fase.
- Contractie faryngeale spieren > voedsel door de toegang naar de oesofagus
- Peristaltische golf stuwt voedsel naar maag
Welke zijn de drie overlappende fasen van de afgifte van klierproducten in de maag?
- Cefalische fase
- Gastrische fase
- Intestinale fase
Bespreek de cefalische fase.
- Begint wanneer je voedsel ziet, ruikt, proeft of eraan denkt
- Aangestuurd door parasympathische deel van het autonome zenuwstelsel
- Maag wordt voorbereid om voedsel te ontvangen
- Productie van maagsap versneld tot snelheid van circa 0,5 L per uur
- Duurt enkele min
Bespreek de gastrische fase.
- Begint wanneer voedsel de maag binnenkomt/aankomt.
- Prikkeling van rekreceptoren in de maagwand en chemoreceptoren in de mucosa triggert plaatselijke reflexen in de plexus submucosa en plexus myentericus.
- Dit leidt tot menggolven vanuit de spierlaag en afgifte van slijm, pepsinogeen en HCL vanuit cellen van maagsapklieren.
Bespreek de intestinale fase
- Begint wanneer chymus eerst het duodenum van de twaalfvingerige darm binnenkomt.
- Functie: reguleren van de snelheid waarmee maag wordt geleegd, zodat secretorische, verterings- en opnamefuncties van de dunne darm efficiënt kunnen verlopen.
Wat is chymus?
De brij die na vermenging in de maag, de maag verlaat
Uit welke vier grote lagen zijn de wanden van het spijsverteringskanaal opgebouwd?
- Mucosa
- Submucosa
- Muscularis externa
- Viscerale peritoneum
Wat is mucosa?
En in de dunne darm?
Binnenbekleding van het spijsverteringskanaal = een slijmvlies.
In de dunne darm vormt de mucosa vingervormige uitstulpingen, ook wel villi.
Wat is submucosa?
- Tweede laag los bindweefsel, onmiddelijk onder de spierlaag.
- Bevat lymfevaten, bloedvaten & zenuwweefsel (netwerk van zenuwvezels, sensibele neuronen, parasympathische motorische neuronen).
- Het zenuwweefsel is betrokken bij reguleren en coördineren van samentrekkingen gladde spierweefsel en klierproductie spijsverteringsklieren.
Wat is muscularis externa?
- Gladde spiercellen opgedeeld in een binnenste laag van kringspieren en buitenste laag van lengtespieren.
- Contracties zorgen voor de peristalstiek.
- Aangestuurd door ander neuraal netwerk, plexus myenteriucus, die tussen de kringspieren en lengtespieren liggen.
Wat is het viscerale peritoneum?
- Een sereus membraan dat de spierlaag langs het grootste deel van het spijsverteringskanaal in de buikholte bedekt.
- Het loopt een stukje door in het pariëtale peritoneum, dat binnenste opp van de lichaamswand bekleedt.
Welke twee bewegingen worden uitgevoerd door de gladde spiercellen van het spijsverteringskanaal? Wat is het doel?
- peristaltische bewegingen: verplaatsing van stoffen door het spijsverteringskanaal.
- segmentatiebewegingen: uitgevoerd door gebieden van de dunne darm. Het zijn bewegingen waardoor de bolus gekneed en verkleind wordt. Gevolg; darminhoud wordt grondig met darmsappen vermengd. Geen vast patroon, verplaatst darminhoud niet in bepaalde richting.
Als je een knikker inslikt, welke weg doorloopt die dan?
En welke kleppen/kringspieren komt hij tegen?
Mondholte > orofarynx > laryngofarynx > sphincter oesophagi superior > oesophagus > sphincter oesophagi inferior > gaster > pylorissphincter > intestinum tenue > valva ileocaecalis > intestinum crassum > rectum > sphincter ani internus > sphincter ani externus > anus
Hoe noemen we de maag nog? Welke onderdelen zijn er?
Gaster:
1. Cardia
2. Fundus
3. Corpus
4. Pylorus
Hoe noemen we de dunne darm nog? Welke onderdelen zijn er?
Intestinum tenue:
1. Duodenum
2. Jejunum
3. Ileum
Hoe noemen we de dikke darm nog? Welke onderdelen zijn er?
Intestinum crassum:
1. Caecum (met aanhangsel appendix)
2. Colon ascendens
3. Colon transversum
4. Colon descendens
5. Colon sigmoideum
Welke accessoire-organen zijn er in het SVS?
- Pancreas
- Lever
- Galblaas